„Diaconie? We zijn toch geen armen?”
De stap voor kerkelijke gezinnen met financiële problemen om bij de diaconie aan de bel te trekken is groot. „De diaconie is voor de armen en wij zijn toch geen armen?” Zo redeneren veel gemeenteleden, zegt Jan de Kluijver, diaconaal consulent van de hervormde gemeente in Ede. Hij heeft veel contacten met plaatselijke diaconieën en fungeert als contactpersoon voor de relatie met de sociale dienst in zijn woonplaats.
Hebben grote gezinnen het financieel moeilijker dan kleinere gezinnen? De Kluijver kan die vraag moeilijk met een duidelijk ja beantwoorden. „Er zijn hiervoor geen algemene regels te stellen. Veel hangt af van het vermogen in gezinnen om met een bepaald budget rond te komen. Als mensen met een strikte budgettering de kosten in de hand kunnen houden zonder dat het een obsessie wordt, is het redelijk vol te houden. Als je een karig loon verdient en bovendien een aantal kinderen hebt, dan kun je wellicht net rondkomen. Maar als zich onverwachts iets voordoet, zit je gauw onder de rode lijn. De spoeling wordt dunner wanneer je meer kinderen hebt. Vooral als je kiest voor één inkomen, dan is het erg goed op je tellen passen. Voor tweeverdieners of mensen met anderhalf inkomen is het weer een ander verhaal.”
Meer lef
De Kluijver vindt dat diakenen soms „meer lef” moeten hebben om de nood onder gezinnen met meerdere kinderen bespreekbaar te maken. „Er zijn gezinnen die soms te lang wachten voordat ze aan de bel te trekken. Ze weten vaak niet van allerlei sociale voorzieningen waar wij hen op kunnen wijzen. We werken hier nauw samen met de sociale dienst. Soms bespreek je met consulenten van deze afdeling gevallen die ze over het hoofd zien of waarvoor niet genoeg aandacht is.”
Diakenen kunnen doorgaans direct bijspringen als het om kleine bedragen gaat. Voor grotere bedragen is er gezamenlijk overleg in de diaconie nodig. „Er zijn soms meelevende kerkelijke mensen die alles in het werk stellen om er netjes bij te lopen. Ze laten de kleren ook door andere kinderen gebruiken en kunnen het met elkaar erg gezellig hebben. Rondkomen kán dus en het is ook vaak een kwestie van instelling. Maar het is wel wenselijk dat diakenen meer oog voor deze gezinnen hebben en mogelijk iets voor hen kunnen regelen.”
De kerk kan creatiever zijn dan ze nu vaak is als het gaat om de kleine noden in de eigen gemeente, zo is De Kluijvers overtuiging. Een belangrijk initiatief wordt al jaren in hervormd Ede uitgevoerd: alle gemeenteleden staan 2 procent van hun vakantiegeld af voor gezinnen die goed een extraatje kunnen gebruiken in de vakantie en daarvan mogelijk enkele dagen uit kunnen. Dat levert in de hervormde gemeente zo’n 8000 euro per jaar op. Dergelijke initiatieven zouden vanuit de kerk meer gedaan kunnen worden, vindt De Kluijver. „De kerk is er niet alleen voor de noden in ’Verweggistan’ maar ook voor de leden in de eigen gemeente.”
De Kluiver heeft de ervaring dat grote gezinnen geen structurele problemen kennen zolang ze nog in de kleine kinderen zitten. „Wat eten en kleding betreft, kunnen ze vaak wel creatief met de budgettering omgaan. Een groter probleem wordt het wanneer het oudere en studerende kinderen betreft. Je hebt dan direct al een logistiek probleem. Als je kleinere kinderen hebt, kun je nog wat stapelbedden neerzetten, maar als ze tieners zijn, wordt dat al weer een stuk moeilijker. Als ze bovendien huiswerk hebben, is er ook een rustige plaats nodig om dat te maken. Dat is al een logistiek probleem. Daarbij komen nog de studie- en reiskosten en het schoolgeld. Dat zijn forse bedragen, die vaak worden onderschat.”
Studenten aan hbo- of universitaire opleidingen zijn daarom genoodzaakt een bijbaantje te hebben ter aanvulling op hun beurs. „Ouders met een laag inkomen kunnen redelijk gecompenseerd worden door diverse regelingen, maar als je net boven de grens zit en je bent niet bemiddeld genoeg om wat bij te springen, kan het moeilijk worden. Die tussengroep zit heel krap. Want je krijgt wel allerlei extra aanslagen voor syllabi en readers, culturele weekenden, enzovoorts. Dat zijn extra kosten die je nergens op kunt verhalen.”
De Edese consulent is het niet eens met de stelling dat kosten voor studie ook zelf gedragen moeten worden omdat het een vrijwilligheidskarakter heeft. „Als iemand goed leren kan en hij doet vwo en gaat daarna studeren, moet hij daarvoor de kans krijgen. Als diaconie is het ook goed om de vragen rond dit punt met elkaar te bespreken. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat de diaconie gevraagd wordt om voor zes jaar de studiekosten over te nemen, maar als men tijdelijk klem zit, kan er met incidentele bijdragen goed worden geholpen.”
Het is volgens De Kluijver belangrijk mensen bewust te maken van de hoogte van de maandelijkse kosten. „Ik vroeg pas op catechisatie aan de jongeren eens op te schrijven wat de vaste lasten in het gezin waren. Ze schrokken er toch wel van. Het leven is tegenwoordig zonder meer duurder geworden. Dat staat buiten kijf. En de verleidingen via reclame en afbetaling zijn ook groot. Je kun tegenwoordig iets kopen wat je over een jaar pas hoeft te betalen, maar je betaalt wel 20 procent rente op jaarbasis. Als mensen een mobieltje kopen, moet je er wel rekening mee houden dat er abonnementskosten aan verbonden zijn. Als mensen dat alles doorhebben, zijn ze meestal grotendeels geholpen. Voor de diaconie is het de taak om alert te zijn op signalen van gezinnen die het moeilijker in deze tijd krijgen en die toch zelf geen signalen durven af te geven.”