Economie

Van asielzoeker tot zelfstandig kleermaker

In Syrië leerde hij jaren geleden bij een kennis het vak van kleermaker. Nu heeft Bashir Shekho (40), die in 1997 naar Nederland vluchtte, een naaiatelier in Doetinchem.

14 October 2009 10:50Gewijzigd op 14 November 2020 08:53
DOETINCHEM – Kleermaker Bashir Shekho (40) aan het werk in naaiatelier De Ster in het centrum van Doetinchem. De vluchteling, die in 1997 naar Nederland kwam, heeft sinds eind 2005 een eigen bedrijf. „In Syrië maakte ik kleding op maat, hier doe ik vooral
DOETINCHEM – Kleermaker Bashir Shekho (40) aan het werk in naaiatelier De Ster in het centrum van Doetinchem. De vluchteling, die in 1997 naar Nederland kwam, heeft sinds eind 2005 een eigen bedrijf. „In Syrië maakte ik kleding op maat, hier doe ik vooral

De positie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt verbeteren. Dat is sinds 1989 het doel van stichting Emplooi. Tijdens een symposium in Amersfoort stond de arbeidsbemiddelingorganisatie, opgericht door VluchtelingenWerk Nederland, vandaag in het kader van haar 20-jarig bestaan stil bij het thema ”Werk voor vluchtelingen”.

Kleermaker Shekho behoort tot de ruim 11.000 vluchtelingen die de afgelopen decennia werden begeleid door een van de vrijwillige adviseurs van Emplooi, onder wie veel gepensioneerde managers en oud-ondernemers. In naaitatelier De Ster, in het centrum van Doetinchem, vertelt hij zijn verhaal. Intussen helpt zijn vrouw Fatima (34), die twee dagen per week in de zaak meedraait, binnenkomende klanten.

Shekho groeit op in een dorp in het noordoosten van Syrië, waar zijn vader katoen en graan verbouwt. Hij volgt een elektronicaopleiding, maar vindt geen werk in die richting. Wel werkt hij in totaal zo’n anderhalf jaar in verscheidene baantjes in de textielsector, onder meer in Kamisli en Damascus.

Ondernemerscursus

Nadat hij in 1997 in Nederland asiel heeft aangevraagd, komt Shekho een aantal jaren niet in aanmerking voor studie of een vaste baan. Dat verandert als hij in 2002 een verblijfsvergunning krijgt. Het gezin –vader, moeder en drie zonen– verhuist van Nieuweschans naar Lobith, waar Shekho werk moet zien te vinden.

Als hij het inburgeringstraject heeft doorlopen, besluit de Syrische vluchteling een naaiatelier te beginnen. Hij volgt gedurende drie maanden een ondernemerscursus bij het Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (IMK) in Arnhem en schrijft een bedrijfsplan. De gemeente Lobith biedt hem een starterslening van 15.000 euro.

In een huurpand in Doetinchem opent Shekho in december 2005 naaiatelier De Ster. „Ik wilde iets doen met de naam Kamisli, de stad uit de regio waar ik vandaan kwam. Maar de gemeente en het IMK adviseerden me een Nederlandse naam te kiezen.”

Met onder meer twee naaimachines, een leermachine, twee lokmachines en een zoom­machine gaat Shekho aan de slag. Hij verspreidt huis aan huis een folder in Doetinchem en adverteert in een plaatselijke krant. „De klanten kwamen gelukkig vanzelf. We repararen van alles”, zegt de kleermaker, wijzend naar de drie rekken met pantalons, jassen, jurken en zelfs een carnavalskostuum.

Als hij begin dit jaar noodgedwongen moet verkassen omdat het huurpand een andere bestemming krijgt, maakt Shekho dankbaar gebruik van de hulp van een medewerker van Emplooi. „Rond de verhuizing hadden we veel contact. Maar nog steeds kan ik op mijn begeleider terugvallen als ik niet goed weet wat ik moet doen of een bepaalde regeling niet begrijp.”

De Emplooimedewerker adviseerde Shekho zijn werk uit te breiden met de verkoop van nieuwe tassen en riemen, om zo een breder publiek te trekken. Die raad volgde de Syrische ondernemer nog niet op. De inkoop van een gevarieerd aanbod van deze producten noemt hij momenteel niet haalbaar. „Je moet dan meer keus bieden dan uit twee tassen of riemen.”

Klantenkring

Shekho hoopt dat de groei van zijn klantenkring de komende tijd verder doorzet. „Na de verhuizing ging het een paar maanden minder goed. Nu loopt het weer aardig, maar ik heb nog wat tijd over. Het gaat niet slecht, maar het kan beter. Ik hoop dat ik in de toekomst ooit twee of drie man personeel in dienst kan nemen.”

De Syriër is blij dat hij met het vak dat hij in zijn vaderland leerde, nu in Nederland zijn brood kan verdienen. Een verschil ziet hij wel. „Hier repareer en verstel ik vooral kleren, terwijl ik in Syrië vooral kleding op maat maakte. Als kleren kapot gaan, laten Syriërs die niet herstellen, maar gooien ze die weg en kopen iets nieuws.”


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer