Van der Vlies: Kamerleden gedragen zich als straatvechters
De nestor van de Tweede Kamer, SGP-fractievoorzitter Van der Vlies, sprak donderdag aan het eind de algemene beschouwingen zijn collega’s vermanend toe. Hij vond hun taalgebruik soms ondermaats.
VVD-leider Rutte noemde de premier op enig moment „de directeur van een wetenschappelijk instituut”, en D66-voorman Pechtold sprak over „de kruidenier uit Zeeland.” PVV’er Wilders betitelde de belasting die hij wil op het dragen van een hoofddoekje als „kopvoddentaks” en volgens SP-fractievoorzitter Kant gaf de premier „een stom antwoord.”
Van der Vlies: „Ik heb me op sommige momenten plaatsvervangend geschaamd. Het debat mag scherp zijn, maar het moet wel samengaan met wellevendheid. Sommige Kamerleden uitten zich te badinerend.”
Was het niet begrijpelijk dat sommige van uw collega’s zo optraden? Balkenende opereerde niet sterk.
„De premier had gisteren inderdaad niet zijn beste dag, maar dat geeft parlementariërs geen vrijbrief.”
Wat is de oorzaak van de verruwing?
„Wellicht heeft het te maken met onmacht om dingen te veranderen. Wat ook meespeelt, is de verruwing van het taalgebruik sinds Fortuyn. Sommige collega’s gedroegen zich gisteren als straatvechters. Dat past parlementariërs niet.”