Wandelen door de stad terwijl rondom allerlei informatieve tekstjes tevoorschijn ploppen. Hier kun je eten, daar kun je slapen, hier is een huis te koop en daar staat het oudste gebouw uit de straat. Futuristische prietpraat? Geenszins. De lucht gonst in 2009 van ”augmented reality”. Deze techniek, die de reële werkelijkheid vermengt met de digitale, is volgens kenners een van de ingrijpendste technologische vernieuwingen van deze tijd.
Dit artikel gaat over digitale en reële werkelijkheden. De reële werkelijkheid, dat is de wereld waarin wij leven. Dat is buiten op straat en binnen in huis. Binnen die reële wereld bevindt zich de digitale ruimte. Dat is de ruimte in onze computer, dat is wat we zien op ons beeldscherm, onze laptop of mobiel.
Lang fungeerde die digitale ruimte gewoon als object in onze werkelijkheid, zoals een vel papier, een vaas of een tafel. Als een ding dus. Maar met de komst van internet is die digitale ruimte een extra dimensie geworden. Internet en e-mail maakten hem actief, dynamisch en interactief. En die functies nemen alleen maar toe in omvang.
Socialenetwerksites en andere ‘webwerelden’, zoals Hyves, LinkedIn, Facebook, MSN en Second Life, maken de scheidslijn tussen de digitale en de reële wereld dunner en dunner. Voor veel jongeren bestaat die grens al niet meer. Digitale en reallife vrienden worden gelijk gewaardeerd bijvoorbeeld, en msn’en met je vrienden is hetzelfde als praten met je vrienden. De digitale ruimte is niet meer een ding in onze werkelijkheid, maar een uitbreiding van die werkelijkheid. Er is, om maar eens een officiële term te gebruiken, sprake van een paradigmashift.
Zíchtbaar is het verschil tussen digitaal en reëel (nu) nog wel. Jongeren weten bijvoorbeeld best welke vrienden digitaal zijn en welke ‘echt’ en ze weten wanneer ze chatten en wanneer ze praten. Mensen weten wanneer ze door de ‘gewone’ wereld lopen en wanneer ze aan het surfen zijn. Maar de digitale wereld raakt wel hoe langer hoe meer verweven met de fysieke ruimte. Met de komst van een techniek met de naam augmented reality (AR) wordt die verstrengeling wel heel concreet.
Digitaal laagje
Augmented reality –letterlijk: uitgebreide realiteit– maakt het mogelijk om allerlei digitale toepassingen te verwerken in de fysieke wereld. Eigenlijk is AR een soort digitaal laagje over de werkelijkheid, digitale glazuur.
De eerste vorm van AR ziet er relatief simpel uit. Wie een computer heeft met een beetje redelijke grafische kaart en een webcam kan er al mee experimenteren. Surf eens naar www.parkeereenka.nl, print de advertentie, houd hem voor de webcam en kijk wat er gebeurt. Wie geen webcam heeft, kan onderstaand filmpje bekijken.
De advertentie –die al in april in tijdschriften verscheen– bevat een afbeelding, een zogenoemde marker, die door de computer wordt herkend met behulp van speciale beeldherkenningssoftware. Vervolgens laat het webcamvideobeeld een Ford Ka zien, vastgekleefd op het papier. Het bijzondere is dat je het papier mét auto kunt bewegen. De Ka is driedimensionaal en van alle kanten te bekijken.
Ook aardig: brillen passen op de site van Ray Ban. Download de ”virtual mirror” op www.rayban.com en meet jezelf allerlei brillen aan. Het leuke is dat je je hoofd kunt bewegen en ronddraaien mét bril op.
Layar
De tweede vorm van augmented reality is ingrijpender, zoals onderstaand filmpje laat zien. Hier is de browser Layar aan het werk op een mobiele telefoon met camera, ingebouwde gps en kompas.
Als je met zo’n telefoon door de stad gaat wandelen, zie je op het scherm de omgeving, maar dan verrijkt met een laagje informatie van het web. De browser –van Nederlandse makelij, sinds 17 juni op de markt– integreert internet live met de omgeving via de mobiele telefoon. Dat betekent onder andere dat je al wandelend door Amsterdam bijvoorbeeld kunt zien welke huizen te koop staan en waar de dichtstbijzijnde geldautomaten en uitzendbureaus zitten.
Sinds de lancering twee maanden geleden gaat het erg hard met Layar. Aanvankelijk waren alleen Funda, Hyves, Tempo-Team, verzekeraar Zekur (Univé) en ING aangesloten, maar sinds deze week zijn nog honderd toepassingen –”layers” of lagen– klaar of bijna klaar. Layar is sinds deze week ook wereldwijd toegankelijk.
Hoe meer layers er beschikbaar komen, hoe aantrekkelijker de toepassing wordt voor gebruikers. Dan kunnen ze namelijk zelf kiezen welke ‘lagen’ ze interessant vinden. Volgens Raimo van der Klein –een van de oprichters van het bedrijf SPRXmobile, dat Layar ontwikkelde– zal het aantal heel snel gaan stijgen, omdat het steeds gemakkelijker wordt om ze te maken. „Het kan gigantisch snel.”
Layar claimt de eerste augmented reality-browser te zijn, maar Wikitude bestaat net iets langer. Dat is een soortgelijke applicatie, alleen legt die informatie van Wikipedia over het beeld. Houd je je mobiel bijvoorbeeld voor het monument op de Dam, dan zie je op je scherm meteen wat dat voor bouwwerk is, en hoe hoog en hoe oud. Bekijk de demonstratie in onderstaand filmpje. Sinds deze week is Wikipedia overigens ook via Layer beschikbaar.
De applicaties zijn vooralsnog alleen geschikt voor telefoons met het besturingssysteem Android, maar zullen wellicht ook beschikbaar komen voor de iPhone.
Iedereen monteur
Er is nog een derde variant van augmented reality: die met bril. De monteur in onderstaand filmpje staat in een echte garage, voor een echte BMW. Hij kijkt door een speciale bril naar het motorblok. Hij ziet het echte motorblok, maar dan aangevuld met digitale projecties en instructies.
Het bijzondere is dat hij niet slechts een filmpje ziet, maar dat de beelden in het échte motorblok zitten. Hij kan heen en weer lopen, aan de zijkant gaan staan en nog steeds de digitale projecties (in perspectief) zien.
De laatste twee –spectaculaire– filmpjes tonen AR in een vorm zoals die op dit moment nog niet beschikbaar is, maar ze geven wel een impressie van hoe de techniek kan verstrengelen met het dagelijks leven. Dit filmpje laat zien hoe het onderwijs verandert met augmented reality.
Onderstaand filmpje is een demo van een prototype ontwikkeld door studenten van het gerenommeerde MIT Media Lab in de Amerikaanse staat Massachusetts. Het bijzondere aan dit filmpje is dat alle effecten écht zijn en dat hier geen jongen rondloopt in een sciencefictionachtige wereld, al doen de beelden daar wel een beetje aan denken.
Als deze laatste twee filmpjes werkelijkheid worden, betekent dat nogal wat. Volgens de Amerikaan Robert Rice (kader links) verandert álles, binnen afzienbare tijd. Volgens hem is de impact van AR vergelijkbaar met of zelfs groter dan die van internet. „De wereld om ons heen wordt beeldscherm”, zegt hij. Jeroen Mol (kader rechts) van het Nederlandse Touching Media voorziet niet zó’n wereldschokkende verandering, maar voorspelt wel dat binnen twee jaar de consument niet meer weet dat hij AR gebruikt.
„Augmented reality rekent af met anonimiteit”
De Amerikaan Robert Rice laat er geen twijfel over bestaan: augmented reality wordt dé technologische ontwikkeling van het komende decennium. Grote woorden, maar Rice heeft enig recht van spreken. Hij is eigenaar van een bedrijf dat AR-toepassingen ontwikkelt, futuroloog, schrijver en erkend pionier op het gebied van AR. Tevens is hij voorzitter van het onlangs gelanceerde AR Consortium, waarin acht vooraanstaande bedrijven die zich professioneel bezighouden met de techniek zitting hebben.
AR is fundamenteel anders dan internet, benadrukt Rice in zijn lezingen en artikelen op zijn weblog. AR is niet iets waar je naartoe kunt gaan. Je kunt naar een website surfen, naar Second Life gaan, of ergens iets downloaden. Maar AR is straks overal om ons heen.
AR zal totaal nieuwe industrieën creëren en honderdduizenden banen scheppen, aldus de Amerikaan. De impact ervan zal vergelijkbaar zijn met of zelfs groter zijn dan de impact van internet. Rice: „Dit wordt de nieuwe evolutie van media. We zullen ons losmaken van onze bureaus, we zullen onze beeldschermen weggooien en onze kinderen zullen lachen om de grootte van onze iPhones. Ze zullen moeite hebben om zich voor te stellen hoe wij ooit ons werk hebben kunnen doen met windows, webpagina’s en toetsenborden.”
Rice benadrukt dat vooral het persoonlijke karakter augmented reality zo anders maakt. „Augmented reality gaat over wíé je bent, wáár je bent, wát er om je heen is, wát je aan het doen bent en wíé dichtbij is.” Internet is nog redelijk anoniem –surfen kan op verschillende computers– maar AR rekent af met die anonimiteit. Het mobiele apparaat wordt namelijk de belangrijkste AR-drager, voorspelt Rice, en die behoort toe aan één unieke gebruiker.
Op 1 juni gaf Rice een lezing over AR in Amsterdam. Die is hier te zien. Op 17 september spreekt hij op Emerce eDay 2009 in Rotterdam.
www.curiousraven.com; www.arconsortium.org; www.emerceeday.nl.
„Geen TomTom, maar blauwe pijl op de weg voor je”
„Er staat heel veel te gebeuren”, voorspelt Jeroen Mol van Touching Media. „Binnen twee jaar weten we niet meer dat we AR gebruiken.” Het bedrijf van Mol is een van de Nederlandse pioniers op het gebied van augmented reality. Het levert „interactieve producten”, waaronder AR-toepassingen, bijvoorbeeld in advertenties.
De consument zal vooral via mobiele telefoons kennis gaan maken met de technologie, denkt Mol. „Daar kan de consument mee omgaan, die is hij gewend. Brillen zijn nog niet beschikbaar, al wordt op dit moment door het Amerikaanse Vuzix wel gewerkt aan een consumentenversie.”
Mol vindt Layar een mooie applicatie, al maakt de browser nog geen gebruik van beeldherkenning. Mol: „Layar weet alleen wáár je op dat moment staat, want het maakt slechts gebruik van coördinaten. Het weet niet wát je op dat moment ziet.” Mét beeldherkenning is veel meer mogelijk, aldus Mol. „Je mobiel kan dan bijvoorbeeld billboards herkennen. Je houdt je telefoon op een filmposter en hij speelt de filmtrailer af. Met beeldherkenning is het ook heel goed mogelijk dat je mobieltje mensen kan herkennen.”
Software voor beeldherkenning is nu nog te zwaar voor mobiele telefoons, maar daar wordt aan gewerkt, aldus Mol. „Er is al een heel krachtig computertje ontwikkeld op iPhoneformaat dat maar een tiende van het stroomverbruik van een gewone computer nodig heeft. Als dat beschikbaar komt, gaat het snel. Er was sprake van dat er beeldherkenning op de nieuwe iPhone zou komen, maar Apple wilde niet. Wellicht zit het wél in de volgende.”
Voor de consument zijn de ontwikkelingen in de navigatieapparatuur interessant. Mol: „Daar gaat ook veel gebeuren. In de toekomst zit er bijvoorbeeld geen losse TomTom meer in de auto, maar vertelt een grote blauwe pijl op de weg mij waar ik heen moet. De navigatie zit dan geïntegreerd in de voorruit.”
Mol ziet daarnaast voor uitgevers van educatieve boeken een toekomst met augmented reality weggelegd. „Je kunt bijvoorbeeld in een atlas bij de landkaart van Amerika een filmpje over Obama afspelen. Als hij in de toekomst geen president meer is, pas je dat filmpje gewoon aan. Dan hoef je boeken minder vaak opnieuw uit te geven.”
www.touchingmedia.nl; www.vuzix.com.