Buitenland

Rust in Ingoesjetië verder weg dan ooit

De Russische Kaukasusrepubliek Ingoesjetië zakt steeds verder weg in een moeras van geweld. Voorlopig dieptepunt vormt de aanslag van maandag op president Joenoes Bek Jevkoerov – de man die afgelopen najaar juist door Moskou was aangesteld om de spiraal van geweld te doorbreken.

25 June 2009 08:25Gewijzigd op 14 November 2020 08:12
De Kaukasusrepubliek Ingoesjetië heeft te kampen met steeds meer geweld. Voorlopig dieptepunt vormt de aanslag van maandag op president Joenoes Bek Jevkoerov. Foto: de auto van de president na de aanslag. Foto EPA
De Kaukasusrepubliek Ingoesjetië heeft te kampen met steeds meer geweld. Voorlopig dieptepunt vormt de aanslag van maandag op president Joenoes Bek Jevkoerov. Foto: de auto van de president na de aanslag. Foto EPA

Bij de aanslag, die plaatsvond nabij de regionale hoofdstad Naz-ran en het werk was van een zelfmoordenaar in een auto vol explosieven, raakte Jevkoerov zwaargewond. De toestand van de president, die is overgebracht naar een militaire kliniek in Moskou, geldt nog steeds als ernstig.

Van de aanslag op Jevkoerov zullen weinigen in Ingoesjetië hebben opgekeken. Bijna dagelijks ontploffen er bommen en knallen er geweren in de nog geen half miljoen inwoners tellende republiek, die qua omvang vergelijkbaar is met de provincie Zuid-Holland. Het geweld heeft in de eerste vier maanden van dit jaar al aan 59 mensen het leven gekost tegen 9 in dezelfde periode vorig jaar, zo berekende de Russische mensenrechten­organisatie Memorial eerder.

Aan dat lijstje kan intussen weer een aantal prominenten worden toegevoegd. Op 10 juni werd in Nazran de plaatsvervangend president van het hooggerechtshof van Ingoesjetië doodgeschoten. Drie dagen later was het de beurt aan de voormalige vicepremier van de aan Tsjetsjenië grenzende deelrepubliek. En op 5 juni doodde een sluipschutter de minister van Binnenlandse Zaken van het naburige Dagestan, dat in dezelfde chaos deelt.

Sinds de zomer van 2004 gaat het met Ingoesjetië alsmaar bergafwaarts. Gewapende opstandelingen onder leiding van de –inmiddels geliquideerde– Tsjetsjeense rebellenleider Sjamil Basajev bestormden destijds verschillende overheidsgebouwen in Nazran. Bij die actie vielen zo’n honderd doden. Vanaf dat moment hebben extremistische moslims hun activiteiten steeds meer verlegd van Tsjetsjenië naar Dagestan en Ingoesjetië.

Voor moslimradicalen vormt Ingoesjetië een ideale vijver voor het kweken van rekruten. Mede als gevolg van de enorme vluchtelingenstroom die het gebied tijdens de oorlogen in Tsjetsjenië kreeg te verwerken, geldt de republiek met een torenhoge werkloosheid van zo’n 60 procent, een gemiddeld maandinkomen van omgerekend 130 euro en een welig tierende corruptie als de armste op de Kaukasus.

Sociaaleconomische omstandigheden zijn echter niet de enige verklaring voor de chaos. In een poging het geweld de kop in te drukken, treden politie en geheime dienst meedogenloos op. Wie als verdachte wordt gebrandmerkt, is in feite vogelvrij en mag blij zijn als hij het er levend vanaf brengt. In een cultuur waarin het verschijnsel bloedwraak nog springlevend is, leveren de autoriteiten zo hun eigen bijdrage aan de instand-houding van het geweld. Men-senrechtenorganisaties beschouwen het brute overheidsoptreden en de schendingen van de mensenrechten zelfs als voornaamste reden waarom kans-loze jongeren zich bij ondergrondse bewegingen aansluiten.

Afgelopen herfst escaleerde de situatie in Ingoesjetië dusdanig, dat Moskou zich genoodzaakt zag in te grijpen. Nadat de uitgever van een oppositionele internetkrant kort na zijn arrestatie met een kogel in zijn hoofd dood werd aangetroffen, kon de gehate en uiterst corrupte president Murat Zjazikov het veld ruimen ten gunste van Jevkoerov.

Die brak onmiddellijk met het beleid van zijn voorganger. Weliswaar kondigde ook hij aan hard te zullen optreden tegen criminele bendes en radicale moslims, maar tegelijkertijd probeerde hijde oorzaken van het geweld wegte nemen. Zo ging hij de corruptie en de bloedwraak te lijf, maakte hij een begin met economische hervormingen en ging hij het gesprek aan met de bevolking. Die gaf hij zelfs het nummer van zijn mobiele telefoon, zodat iedereen persoonlijk zijn grieven bij hem kenbaar kon maken.

In een interview met de Russische internetkrant gazeta.ru pleitte Jevkoerov voor meer ruimte voor jonge moslims die zich afwenden van de door de staat gecontroleerde islam. Hij achtte het onjuist hen bij voorbaat op één hoop te gooien met gevaarlijke sektariërs als wahabieten – een opmerkelijk geluid in Rusland, waar alle religieuze stromingen buiten de officieel toegestane automatisch als „extremistisch” worden gebrandmerkt.

Met de aanslag op Jevkoerov –de president was op weg naar een ontmoeting met een mensenrechtenactiviste– lijkt een (voorlopig) einde te zijn gekomen aan zijn hervormingsbeleid. De Russische president Dmitri Medvedev bezwoer na de aanslag „absoluut” voor „orde” te zorgen en beloofde een „direct en hard antwoord.” Ook de toegezegde hulp van de Tsjetsjeense president Ramzan Kadirov doet weinig goeds vermoeden. De meedogenloos opererende Kadirov krijgt volgens waarnemers steeds meer ruimte in zijn strijd tegen het ‘terrorisme’, ook buiten de grenzen van zijn eigen republiek. De rust op de Kaukasus blijft ver te zoeken.


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer