Klein en groot
De verkiezingsstrijd lijkt zich af te spelen in drie verschillende poules. Er is een poule waarin de groten met elkaar strijden, een poule met kleinere partijen en een poule met politieke splintergroepen. In de eerste poule wordt beslist wie straks gaat regeren en wie de grootste oppositiepartij wordt, in de tweede gaat het erom hoe sterk de rest van de oppositie wordt en wie er misschien helemaal niet meer mag meedoen, in de derde leeft de vraag of er nog een nieuwe partij is die in de Kamer kan doordringen.
Verreweg de meeste aandacht gaat natuurlijk naar het topniveau, waar de grote machtsvraag zal worden beantwoord. De lijsttrekkers van CDA, PvdA en VVD ontmoeten elkaar het vaakst tijdens grote televisie- en radiodebatten. Hun onderlinge race is zo spannend, dat ze alleen al daarom veel stemmen wegzuigen bij de kleintjes. Steeds meer kiezers geven in peilingen aan dat zij strategisch gaan stemmen. Hoewel ze eigenlijk beter bij een kleinere partij passen, willen ze PvdA-leider Bos net het laatste zetje geven, dan wel ervoor zorgen dat CDA en VVD alsnog hun felbegeerde meerderheid halen.
GroenLinks, D66, LPF en ChristenUnie zitten in de hoek waar de klappen dreigen te vallen. LPF-kiezers zouden op het laatste moment kunnen besluiten om de overstap te maken naar de VVD. Een deel van de traditionele ChristenUnie-aanhang hecht aan een zege voor CDA-leider Balkenende. Veel GroenLinksers lijken bereid tijdelijk uit te wijken naar de PvdA. Ook de SP, die in het eerste grote tv-debat nog bij de grote drie aan tafel zat, heeft de verwachtingen inmiddels moeten bijstellen.
Hoe breng je als kleinere partij temidden van het grote geweld dan toch je eigen geluid nog onder de aandacht? Door vooral mee te doen aan debatten waarin de schijnwerpers eens op de kleineren gericht wordt, zoals afgelopen zaterdag op Radio 1. En als heel kleine partij? Door zelf maar eens een debat te organiseren.
Splinters (I)
Het laatste deed Emile Ratelband van lijst Ratelband.nl afgelopen donderdag in het Zuid-Hollandse Monster. In de hoop dat de camera’s, microfoons en blocnotes van de media automatisch zouden meekomen, nodigde hij zijn concurrenten van de Vooruitstrevende Integratiepartij, Duurzaam Nederland, de Lijst Veldhoen, de Partij van de Toekomst, de Partij voor de Dieren en de Alliantie voor Vernieuwing en Democratie uit voor een onderling debat.
Ook Winny de Jong van de Conservatieven.nl en de lijsttrekker van de Nieuwe Communistische Partij Nederland waren uitgenodigd, maar zij lieten verstek gaan. De NCPN, met haar basis in het verre Groningen, maakt zich geen enkele illusie over haar populariteit bij de Nederlandse kiezer en mevrouw De Jong vindt zichzelf te waardig voor het debat met de malloten, van wie ze er al een drietal trof in een kort tv-debatje. In Panorama had De Jong bovendien al een ander platform gevonden om aandacht voor zichzelf op te eisen.
Maar de aanwezige lijsttrekkers waren dik in hun sas met de tachtig toehoorders, van wie er dertig journalist waren. Zij zetten dus monter hun plannen voor de komende kabinetsperiode uiteen. „Het leger moet worden ingezet voor heel grote feesten”, zei lijsttrekker Vlemmix van de Partij voor de Toekomst, „dan kunnen burgers samen met de politie gaan feesten.” „Respect voor dieren moet in de Grondwet worden gewaarborgd”, aldus mevrouw Thieme van de Partij voor de Dieren.”
Splinters (II)
Tja, bijzondere voorstellen te over, tijdens het debat der splinters. Lijsttrekker Özgüzel (Duurzaam Nederland): „De Joint Strike Fighter moet worden afbesteld en het geld gebruikt voor diplomatie in het Midden-Oosten.” Lijsttrekker Dhagaljansing (Vooruitstrevende Integratiepartij): „Ik wil een nieuwe polder creëren waar gespuis naartoe gestuurd wordt en waar methadonbussen en klinieken komen.” Lijsttrekker Veldhoen (Lijst Veldhoen): „Eerst wil ik de rotte appels uit de overheid halen, daarna de mensen helpen die nu een pamper om de broek krijgen.”
Lijsttrekker Van der Krieke (Alliantie voor Vernieuwing en Democratie) betoogt dat hij de ware opvolger is van Pim Fortuyn. Maar die eer houdt organisator Ratelband liever voor zichzelf. Van de aanwezigheid van twee allochtone lijsttrekkers maakt hij graag gebruik om zijn eigen punten te scoren. Aanpakken die allochtonen, heeft hij van Pim geleerd.
Dhagaljansing van de Vooruitstrevende Integratiepartij wordt door hem consequent aangesproken met het oer-Nederlandse ”meneer Jansen”. Die stoort zich daar zo aan, dat hij op zeker moment vraagt of Ratelband nu werkelijk denkt dat allochtonen achterlijk zijn. Onverstoorbaar geeft Ratelband het botte antwoord: „Nou, niet allemaal, maar het neigt er wel naar.”
Van Özgüzel wil Ratelband weten of hij eigenlijk wel Nederlander is. Als de arme man uiteindelijk toegeeft dat hij twee paspoorten heeft, roept Ratelband luid: „Dan moet u er één inleveren.” De lijsttrekker van Ratelband.nl wil er nog wel bij zeggen dat hij op zulke mensen doelde toen hij zei dat allochtonen achterlijk zijn.
Na afloop van het debat doet Ratelband voor een van de aanwezige camera’s nog een oproep aan het Nederlandse volk. „Ik hoop dat u mij twee zetels gunt.” De 28 zetels die hij eerder in gedachten had, heeft hij uit zijn hoofd moeten zetten. „De schuld van de media”, meent de ontevreden lijsttrekker.
PvO
Kleintjes (I)
Ook de kleine fracties in de Tweede Kamer zijn in de korte, heftige mediacampagne die nu aan de gang is, een beetje beklagenswaardig. LPF en GroenLinks krijgen nog wel enige aandacht, omdat zij in de huidige Kamer sterk vertegenwoordigd zijn. Maar het D66 van Thom de Graaf bijvoorbeeld, in de vorige campagne nog bij alle grote lijsttrekkersdebatten aanwezig, lijkt nu door media en kiezers vergeten. En Haitske van de Linde, lijsttrekker van Leefbaar Nederland, klaagde onlangs publiekelijk dat nauwelijks iemand haar wilde interviewen.
Zaterdagmorgen mochten de lijsttrekkers van de kleine in de Kamer vertegenwoordigde partijen toch even aantreden, en wel in het radioprogramma Tros Kamerbreed. Daar mochten kleine partijen zich uitlaten over grote onderwerpen. De verslechterde dienstverlening door de overheid bijvoorbeeld.
Voor SP-leider Marijnissen een prachtig punt om op in te schieten. „Neem het openbaar vervoer. Het zou in een beschaafd land toch niet mogen dat we zoveel vertragingen hebben, dat we zo vaak moeten staan in trein of tram.”
Ook Van de Linde greep haar kans. „Mijn moeder heeft vijf jaar lang een oude tante verzorgd. Dat heeft de staat tonnen en tonnen bespaard. Maar toen zij op zeker moment een douchebrancard van 10.000 gulden nodig had, moesten daar drie specialisten voor langskomen, om uiteindelijk vast te stellen dat dit haast niet mogelijk was.” Weg met de bureaucratie! aldus Van de Linde. „Op iedere acht boeren hebben we in Nederland één ambtenaar. Dat is toch te zot voor woorden.”
Kleintjes (II)
D66-leider De Graaf bevond zich in dit gezelschap in een moeilijke positie. Als enige onder de huidige kleintjes draagt hij verantwoordelijkheid voor acht jaar paars beleid, wat het voor hem lastig maakt al te veel kritiek te oefenen op actuele misstanden. „Wat mij zo stoort”, viel GroenLinks-lijsttrekker Halsema uit, „is dat ik de ’grote’ partijen zo weinig verantwoording af hoor leggen over het beleid van de afgelopen jaren.”
De Graaf zou geen politicus zijn, als hij zich ook hier niet uit wist te redden. Veel misstanden zijn te wijten aan het slechte beleid van het CDA in de jaren tachtig, aldus de D66-leider. „Dat konden wij als paarse coalitie niet zomaar terugdraaien. We hebben wel degelijk geïnvesteerd in het onderwijs, maar de achterstanden waren te groot.”
Slechte dienstverlening en bureaucratisering leiden tot wrok en anonimisering, en dat leidt weer tot criminaliteit en een toenemend gevoel van onveiligheid. Hoe kunnen we er een eind aan maken? GroenLinks en LN weten het wel: een kleinschaliger organisatie van de politie, dichter bij de burger, en een terugbrengen van bepaalde specialismen, zoals de zedenpolitie. Marijnissen wil liefst de gemeentepolitie terug. „Die moest verantwoording afleggen aan de gemeenteraad. Als raadslid heb ik dat jarenlang meegemaakt. Dat was zo gek nog niet.” CU-lijsttrekker Rouvoet: „Wij verzetten ons al jaren tegen al die gemeentelijke herindelingen. Op dit punt minder hard van stapel lopen bevordert zeker de kleinschaligheid en de overzichtelijkheid van onze samenleving.”
En wat gaan de kleintjes na 22 januari doen? Eensgezind oppositie voeren? Die kans lijkt nog niet zo groot. Wel hebben ze één gemeenschappelijke, typisch Haagse, wens. Halsema: „Laat er eens een kamervoorzitter komen uit de kleine oppositiepartijen. Waarom moet dat er altijd één zijn uit de regeringspartijen?”
AdJ