Binnenland
CDA liefst met VVD, desnoods met PvdA in zee

De eerste echte campagneweek voor de kamerverkiezingen zorgt voor verrassingen. Opmerkelijkste ontwikkeling: de pijlsnelle opkomst van de PvdA onder leiding van haar nieuwe leider Bos.

BOS, …pijlsnelle opkomst… - Foto ANP
BOS, …pijlsnelle opkomst… - Foto ANP

Twee tv-debatten en het was voor hem ’kat in ’t bakkie’. Beide keren riepen de kijkers hem tot winnaar uit, wat zich meteen vertaalde in positieve cijfers in de peilingen. In die van Maurice de Hond schoot de PvdA zelfs de favoriet van deze verkiezingen, het CDA, voorbij. Kreeg de partij van Balkenende vrijdag bij De Hond 39 zetels (vier minder dan momenteel in de Kamer), de club van Bos wist er maar liefst 41 te noteren; een winst van 18 zetels.

Zo kan het snel verkeren. Leed de PvdA vorig jaar een historisch verlies van 22 kamerzetels en spraken deskundigen over de diepe identiteitscrisis van de sociaal-democratie, ruim een halfjaar later is de partij al weer hard op weg naar electoraal herstel.

Nu gaat het slechts om peilingen, maar tot 22 januari moeten we het daarmee doen. Peilingen hebben weliswaar geen exact voorspellende waarde, ze geven wel degelijk trends in het electoraat weer.

Verder zou het wel eens zo kunnen zijn dat de PvdA precies op tijd aan haar groeispurt is begonnen. Piekte de SP -een maand geleden in de peilingen nog goed voor 22 zetels, nu teruggezakt naar vijftien- dit jaar wellicht te vroeg, de PvdA is mogelijk in staat haar huidige peil vast te houden of nog te verbeteren.

Daarbij komt dat peilingen in de campagne een eigen dynamiek krijgen. Dat was deze week mooi te zien. Met het stijgen van de PvdA en het, aanvankelijk, terugzakken van de VVD zette CDA-lijsttrekker Balkenende de deur naar de sociaal-democraten op een minuscuul kiertje. Op het gebied van integratie en veiligheid schoof Bos, zo constateerde Balkenende, duidelijk zijn richting op. Die beweging stond hem wel aan. Verder onderstreepte de CDA-lijsttrekker nog eens dat hij een grote voorkeur heeft voor een kabinet dat uit slechts twee partijen bestaat. Met de peilingen in het achterhoofd kon de kiezer de politieke conclusie zelf trekken: zo’n tweepartijencoalitie is op dit moment alleen mogelijk tussen CDA en PvdA.

Maar daarna werd het pas echt leuk. VVD-lijsttrekker Zalm wist niet hoe snel hij terug moest slaan. Als Balkenende enkele centimeters opschoof naar Bos, wist hij er ook nog wel één. „Wie voortzetting van het huidige beleid wil, kan dus het beste op de VVD stemmen”, aldus een lepe Zalm. „Wie VVD stemt, krijgt het CDA er gratis bij. Omgekeerd moet je dat nog maar afwachten.”

Blijkbaar was díe opmerking voor het CDA weer schrikken. Stel dat al die rechtse kiezers inderdaad besluiten dat de beste garantie op voorzetting van dit beleid een stem op de VVD is. Daarom haastte Balkenende zich om de volgende dag meteen te stellen dat het CDA nog altijd het liefst met de VVD verdergaat. Met de PvdA regeren? Nee, die kans was niet groot, aldus een plotseling weer erg sceptische Balkenende.

Toch mag uit deze manoeuvres van de demissionaire premier niet afgeleid worden dat hij niet weet wat hij wil. Wie diep in zijn hart kijkt, zal daarin vinden dat regeren met de VVD in dit tijdsgewricht inderdaad zijn grote voorkeur heeft. Het strategisch akkoord was niet zomaar een willekeurig documentje, dat voor allerlei andere regeerakkoorden inwisselbaar is. ’JP’ heeft aan dit beleid zijn hart verpand. Daar komt nog de algemene stelregel bij dat de geschiedenis aantoont dat áls het CDA de keuze heeft tussen coalitiepartner PvdA en coalitiepartner VVD, het bijna altijd voor de laatste kiest.

Alleen: Balkenende zal niet tot elke prijs voor samenwerking met de VVD kiezen. Niet aannemelijk is het bijvoorbeeld dat hij met de liberalen in zee zal gaan als zij samen beneden de 75 zetels blijven steken. Dan heb je een derde coalitiepartner nodig, wat allerlei risico’s met zich meebrengt. Om van een kabinet met gedoogsteun maar niet te spreken. Het is jaren geleden dat die, altijd wat riskante, formule in praktijk is gebracht.

Nee, er moet sprake zijn van een echte meerderheid. Al mag dat vervolgens best een krappe zijn. Hoe heerlijk hebben wij in het kabinet-Van Agt/Wiegel niet met het CDA geregeerd, blikte het ’orakel uit Diever’ deze week nostalgisch terug. Hoezo, gevaar van een krappe meerderheid? Die ietwat wankele situatie bond ons juist te meer samen. Pal stonden christen-democraten en liberalen in die moeilijke tijd tegenover een grote, felle, linkse oppositie, aldus Wiegel.

Het kwartje kan dus nog altijd twee kanten op vallen: CDA/VVD of -als die geen meerderheid halen- toch CDA/PvdA. Want er mogen dan niet-onbelangrijke programmatische verschillen zijn tussen christen-democraten en sociaal-democraten, als het niet anders kan, zullen ze wel degelijk met elkaar in zee gaan. Daarvoor regeren ze beiden té graag. Als het moet, vinden ze zeker een compromis voor de wijze waarop de staatsschuld moet worden afgelost of de manier waarop het zorgstelsel moet worden vernieuwd.

Op 22 januari weten we welke kant het opgaat. Tenminste? Het is goed mogelijk dat het ook dan nog geruime tijd duurt voor er een nieuw kabinet op het bordes van Paleis Noordeinde of Huis Ten Bosch staat. Provinciale Staten en Eerste Kamer moeten op 11 maart immers ook nog gekozen worden? En wie garandeert dat, om maar iets te noemen, CDA en PvdA én in de Tweede én in de Eerste Kamer een meerderheid halen? Een stabiel kabinet moet steunen op een meerderheid in het hele parlement. Een verstandige formateur maakt daarom na 22 januari nog niet al te veel haast...

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer