VN-inspecteurs kritiseren medewerking Bagdad
De chefs van de VN-wapeninspectieteams die sinds eind vorig jaar actief zijn in Irak hebben de VN-Veiligheidsraad donderdag gemeld dat zij nog geen aanwijzingen hebben gevonden dat Bagdad over verboden wapensystemen beschikt. Wel uitten zij kritiek op het Iraakse regime, omdat dat onvoldoende meewerkte met de inspecties.
Hans Blix, verantwoordelijk voor de inspectie van chemische en biologische wapens en raketsystemen, en Mohamed al-Baradei, verantwoordelijk voor nucleaire inspecties, brachten donderdag een tussenverslag uit aan de vijftien leden van de VN-Veiligheidsraad. Daarin kritiseerde Blix de inventarisatie van wapensystemen die Irak begin december aan de VN had gepresenteerd. „Een zeer uitgebreide verklaring, waarin echter weinig nieuws stond vermeld”, aldus Blix.
Zowel Blix als al-Baradei had kritiek op Bagdad, omdat Irak te weinig informatie verstrekt die het mogelijk maakt om vast te stellen of het land -zoals het beweert- sommige wapensystemen daadwerkelijk heeft ontmanteld. Beiden hadden ook kritiek op de lijst van mensen die hebben meegewerkt aan wetenschappelijke en militaire programma’s. De VN-inspectieteams zouden hen graag aan de tand voelen. Blix en al-Baradei komen op 27 januari terug naar de Veiligheidsraad voor een uitvoeriger verslag.
Volgens de Amerikanen moet dan vastgesteld worden of Bagdad zich houdt aan de eisen van VN-resolutie 1441. „Als Bagdad niet beter meewerkt met de inspectieteams, beschouwen wij dat als een bijzonder ernstige zaak”, zo zei de Amerikaanse VN-ambassadeur John Negroponte donderdag. Binnen de Amerikaanse regering pleiten onder anderen vice-president Cheney en minister van Defensie Rumsfeld ervoor zo snel mogelijk na 27 januari te beslissen of men Irak militair aanpakt.
De Amerikanen lijken hun strategie tegenover Irak intussen enigszins te wijzigen. Hoewel Witte-Huiswoordvoerder Arie Fleischer donderdag nog eens benadrukte dat Washington er zeker van is dat Bagdad massavernietigingswapens verbergt, legde de Amerikaanse VN-delegatie de nadruk op Bagdads gebrek aan samenwerking met de inspectieteams. De Britse VN-ambassadeur Jeremy Greenstock pleitte echter voor „enige kalmte.” „De inspectieteams hebben tijd nodig om hun werk grondig te kunnen doen”, aldus Greenstock. Zijn Russische collega Sergei Lawrov benadrukte dat de inspecties zich pas in een „eerste stadium” bevinden.
Mohamed al-Baradei plaatste donderdag overigens kritische kanttekeningen bij een van de Amerikaanse „bewijzen” voor Bagdads kernwapenprogramma. Het gaat hier om aluminium buizen die Irak wilde importeren en die volgens Washington bedoeld waren voor een kernreactor. Volgens al-Baradei en zijn inspecteurs waren de buizen waarschijnlijk eerder bedoeld voor de productie van raketten, hetgeen overigens ook een schending zou betekenen van een VN-verbod uit 1991 op militaire importen.
Terwijl de Amerikanen in New York de kwestie Irak politiek onder druk hielden, deden zij dat in het Perzische-Golfgebied militair. Daar arriveerden namelijk de eerste B-1B langeafstandsbommenwerpers, die ingezet kunnen worden als men tot een militair offensief besluit. Deze bommenwerpers zijn onlangs omgebouwd, zodat zij meer en nieuwere raketten kunnen lanceren. Vanuit Duitsland voeren de Amerikanen verder technisch materiaal aan zoals bulldozers en kranen voor geniewerkzaamheden.
Een woordvoerder van het ministerie van Defensie in Washington wilde niet kwijt hoe groot de Amerikaanse troepenmacht momenteel is, maar volgens sommige parlementsleden gaat het zeker al om 100.000 man.