Annan: Nog geen reden voor aanval op Irak
Secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties vindt dat er geen rechtvaardiging is voor een aanval op Irak voordat de wapeninspecteurs van de VN eind januari verslag hebben uitgebracht. „Irak werkt mee en de inspecteurs kunnen hun werk ongehinderd doen en daarom zie ik nu geen enkel argument voor een militaire actie”, zei Annan dinsdag in een interview met de Israëlische legerradio.
De Amerikaanse ambassadeur bij de VN, John Negroponte, heeft eerder deze maand tijdens een bijeenkomst met de leiders van de wapeninspecteurs, Blix en al-Baradei, gezegd dat er gaten zitten in het dossier dat Irak over zijn wapenprogramma had ingeleverd. Hij noemde dat „wezenlijke schendingen” van resolutie 1441 van de Veiligheidsraad. Minister Colin Powell van Buitenlandse Zaken sloot zich daar op een persconferentie in Washington bij aan. Volgens hem zijn de weglatingen niet toevallig en schendt Irak daarmee de resolutie. „Als Irak zo doorgaat, komt er geen vreedzame oplossing voor het probleem”, zei Powell toen. Annan is het met die visie niet eens.
Zeker twee teams trokken er woensdag op uit om plaatsen te inspecteren. De eerste inspecties van het nieuwe jaar werden aan de uitgang van het hoofdkwartier van de missie in Bagdad begroet door manifestanten.
Het was woensdag de 33e dag van wapeninspecties sinds de Unmovic (Waarnemings-, Observatie- en Verificatiemissie van de VN) er op 25 november neerstreek. Dinsdag bezochten wapeninspecteurs minstens zeven plaatsen in Irak waar mogelijk sporen van massavernietigingswapens zouden zijn te vinden.
Irak heeft Hans Blix, hoofd van de VN-wapeninspecteurs, gevraagd in januari naar Bagdad te komen voor overleg over de wederzijdse samenwerking. Dat heeft het officiële Iraakse persbureau INA dinsdag gemeld. Het overleg zou in de tweede of derde week van deze maand moeten plaatshebben. Blix heeft de uitnodiging aanvaard, zo liet zijn woordvoerder Ewen Buchanan dinsdag weten.
In het kader van de grootste Amerikaanse troepenverplaatsing sinds de Golfoorlog in 1991 is de Derde Infanterie Divisie naar de Golf gestuurd voor een mogelijke oorlog tegen Irak. Dat hebben functionarissen van het Pentagon woensdag gezegd. De meer dan 11.000 in de woestijn getrainde manschappen voegen zich bij de ruim 4000 militairen die al in Koeweit zijn. De Derde Infanterie Divisie neemt tanks en helikopters mee.
Ook het vliegdekschip Abraham Lincoln en begeleidende schepen worden gereedgemaakt voor vertrek naar de Golf, net als een groot hospitaalschip. Binnenkort volgt mogelijk vliegdekschip USS George Washington.
Met de nieuwe stationering kunnen volgens de Amerikaanse krant The New York Times binnen enkele weken 100.000 soldaten in het Golfgebied zijn. Momenteel zijn het er ongeveer 60.000.
De belangrijkste financieel ambtenaar van de Amerikaanse overheid denkt dat een oorlog tegen Irak veel minder zal kosten dan eerdere experts hebben geraamd. Mitchell E. Daniels, hoofd van het overheidsbureau Management en Begroting, denkt volgens The New York Times dat de strijd tegen het bewind van Saddam Hussein ongeveer 50 tot 60 miljard dollar (48 tot 58 miljard euro) zal vergen.
Daarmee blijft hij sterk onder de schatting van 100 tot 200 miljard dollar die Lawrence B. Lindsey, de onlangs aan de kant gezette economisch adviseur van president Bush, eerder maakte. Daniels voegde er overigens aan toe dat elke voorspelling een sprong in het luchtledige blijft. Niemand weet hoeveel de strijd gaat kosten.
Als Daniels gelijk krijgt, zal een oorlog tegen Irak ongeveer evenveel kosten als de Golfoorlog. Die kostte meer dan 60 miljard dollar, wat tegen de huidige koers van de Amerikaanse munt op 80 miljard euro neerkomt. Maar de Amerikanen betaalden slechts een klein deel daarvan. Saudi-Arabië, Koeweit en Japan namen het leeuwendeel voor hun rekening. Waarschijnlijk is dit keer van het buitenland een minder royale houding te verwachten.
Een grote aanval op de Verenigde Staten door Irak of een groepering namens dat land zou de Amerikaanse economie verzwakken. Daarvoor heeft Bush dinsdag gewaarschuwd tijdens een persconferentie bij zijn ranch in Crawford, in de staat Texas.
Amerikaanse autoriteiten hebben eerder gezegd dat Saddam Hussein belangen van de VS kan aanvallen of wapens leveren aan terroristische groeperingen als al-Qaida. Die zit volgens de VS achter de aanslagen van 11 september 2001 in New York en Washington.
De Turkse premier, Abdullah Gül, zei dinsdag dat de Verenigde Staten van hem geen snel antwoord moeten verwachten over de mate waarin Turkije een oorlog tegen Irak steunt. Gül zei dat hij een delegatie naar Irak wil sturen om druk uit te oefenen op Saddam Hussein om zich aan de resoluties van de VN-Veiligheidsraad te houden. De Verenigde Staten willen de steun van Turkije bij een eventuele oorlog. NAVO-lid Turkije beschikt over belangrijke logistieke voorzieningen die de Amerikanen goed zouden kunnen gebruiken.
Intussen heeft de Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, Naji Sabri, een brief gestuurd naar VN-secretaris Kofi Annan. De Verenigde Staten schenden volgens hem resoluties van de VN-Veiligheidsraad met hun bombardementen op doelen in Zuid-Irak, waar zij de no-fly-zones controleren.
Op 26 december voerden Amerikaanse gevechtsvliegtuigen een aanval uit op verschillende doelen in Zuid-Irak. Volgens de VS gebeurde dat in reactie op het neerhalen van een onbemand Amerikaans verkenningstoestel door het Iraakse leger. Sabri noemt de aanval van 26 december in zijn brief „een barbaarse en terroristische daad, waaraan de leiders van Koeweit direct hebben meegewerkt en die een schending van resoluties van de Veiligheidsraad betekent.” Volgens Irak kwamen bij de aanval drie burgers om het leven en raakten zestien gewond.
Woensdag kwamen Amerikaanse en ook Britse gevechtsvliegtuigen opnieuw in actie. Een Iraakse radarpost bij al-Qurnah, op 380 kilometer ten zuidoosten van Bagdad, werd toen aangevallen. De radar werd beschouwd als een gevaar voor toestellen die boven Zuid-Irak het vliegverbod afdwingen, aldus het Amerikaanse centrale commando. Het Iraakse persbureau INA meldde dat bij de aanval een burger is omgekomen en twee personen gewond zijn geraakt. INA sprak opnieuw van een „misdaad.”
Irak weigert de no-fly-zones te erkennen die de Amerikanen en Britten in 1991 en 1992 boven het noorden en zuiden van het land hebben ingesteld om Koerden en sjiieten die na de Golfoorlog tegen Bagdad in opstand waren gekomen, tegen de wraak van de Iraakse president, Saddam Hussein, te beschermen.
De instelling van de no-fly-zones door de VS en Groot-Brittannië is volgens Sabri een gevaar voor het internationaal recht en het handvest van de VN. De VS, Groot-Brittannië en Koeweit moeten verantwoordelijk worden gehouden voor de „terroristische agressie”, die een gevolg is van de no-fly-zones. Hij verzoekt Annan nadrukkelijk om in te grijpen en de Veiligheidsraad op de hoogte te stellen van de bedreiging van de wereldvrede die de situatie volgens hem tot gevolg heeft.