SGP-Kamerlid Van der Staaij voelt voorlopig niets voor wijziging van de partijvisie op godsdienstvrijheid en voor verdere aanpassing van het vrouwenstandpunt.
Dat viel zaterdagmiddag op te maken uit zijn inbreng tijdens een symposium in Rotterdam ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de SGP-jongerenorganisatie. SGP-jongerenvoorzitter Jan Kloosterman en jeugdwerkadviseur Dirk Jan Nijsink riepen in een interview met het Reformatorisch Dagblad de moederpartij op zich „zorgvuldig en spoedig” uit te spreken over de waardering van de vrijheid van godsdienst. Daarnaast moet de partij „expliciet en blijvend” onderstrepen dat de democratie „een goede regeringsvorm is” mits gekoppeld aan een rechtstaat. Het debat over de positie van de vrouw noemen de jongeren „een achterhoedegevecht.”
Volgens Van der Staaij valt het wel mee met de achterhoedegevechten die de SGP voert. „De partij bestaat negentig jaar en is nog altijd sprankelend aanwezig in het debat.” Kritiek leveren is volgens hem gemakkelijk. Het Kamerlid vindt het niet verstandig om vanwege de veranderde tijdgeest standpunten te wijzigen: „Dan gaan de hakken in het zand. Het Woord moet de doorslag geven.”
In een debat over vrouwelijke SGP-vertegenwoordigers heeft Van der Staaij ook niet veel trek: „Het ligt heel verschillend in de partij. Het verloopt niet volgens de as jong oud. Soms zijn vaders voor en hun zonen tegen. Er zijn al vergaande stappen gezet door het lidmaatschap van vrouwen mogelijk te maken. Velen hebben daar nog moeite mee.” Maar een debat uitsluiten, wil het Kamerlid ook niet: „Als je al verandering wilt, dan moet je een gedegen discussie voeren.”
Om de islamisering van de samenleving tot staan te brengen, bepleitte Van der Staaij een strikter toelatingsbeleid van vreemdelingen. Ook subsidiëring van moskeebouw acht hij uit den boze. Publicist B.J. Spruyt, die ook deelnam aan het symposium, bepleitte een verbod op islamitische scholen. Volgens hem moet de onderwijsinspectie nieuwe toetsingseisen ontwikkelen. Daarin moet staan dat scholen die zich niet bewegen binnen de democratische orde, gesloten moeten worden.
Spruyt waarschuwde dat SGP’ers en moslims „niet bij elkaar op schoot moeten kruipen.” Hij adviseert de jongeren de „onoverkoombare verschillen” tussen het christelijk geloof en de islam in kaart te brengen. Ook de culturele verschillen tussen beide levensvisies moet de jongerenorganisatie op papier zetten „en dan gaan we lekker discrimineren.” Spruyt zei dat de SGP zich niet moet laten aanleunen dat ze fundamentalistisch is: „De islam kent geen verschil tussen seculier en geestelijk recht. Dus het verwijt van fundamentalisme raakt de SGP niet.”
Tijdens een concert in de Laurenskerk, zaterdagavond, werd een jubileumboek ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan gepresenteerd, “Bruggenbouwers” geheten. Alle nog in leven zijnde voorzitters van de SGP-jongerenorganisatie kregen een exemplaar aangeboden. De oudste nog in leven zijnde oud voorzitter, SGP-senator G. van de Berg, ontving het eerste exemplaar.
In een herdenkingsrede riep SGP-jongerenvoorzitter Kloosterman de partijgeledingen op ruimte te bieden aan jonge SGP’ers. Hij raadde de honderden jongeren en ouderen die op het concert aanwezig waren, aan om het persoonlijk en politiek alleen van God te verwachten: „Dan wordt het: „Yes, He can”, en niet: „Yes, we can””, daarmee verwijzend naar de verkiezingsleus van de nieuwe Amerikaanse president, Obama.
SGP-fractievoorzitter Van der Vlies zei dat „de echte rode draad” in het SGP-programma de belijdenis is dat de Heere regeert: „En daarom heeft Hij er recht op dat een ieder Hem eert.” De kerken zijn volgens hem allereerst geroepen dat belijden tot meerdere erkenning te brengen in de samenleving. Van der Vlies sloot af met een citaat van de Duitse theoloog Bonhoeffer waarin deze oproept te bidden, het goede doen en te wachten op Gods uur. „Daar heb ik niets aan toe te voegen”, aldus de SGP-voorman.