Consument

Marrakesh in Vleuten

Een glaasje mierzoete muntthee, of toch maar Hollandse koffie? Broodje kebab of broodje plof? Een tweedehands computer of een gloednieuwe armband? Op de Utrechtse Bazaar in Vleuten komen de soeks van Fez, Marrakesh en Istanbul, de vlooienmarkt en de verzamelbeurs samen. Een dagje rondstruinen in een smeltkroes van culturen.

Ellen van de Beek
25 July 2008 09:19Gewijzigd op 14 November 2020 06:09Leestijd 6 minuten
De Utrechtse Bazaar in Vleuten: veelkleurig aanbod van eetbare en niet‑eetbare waar. Foto’s RD, Anton Dommerholt
De Utrechtse Bazaar in Vleuten: veelkleurig aanbod van eetbare en niet‑eetbare waar. Foto’s RD, Anton Dommerholt

Op het hobbelige parkeerterrein van de bloemenveiling in Vleuten, dorpje in de oksel van Utrecht, is het vroeg in de ochtend al zoeken naar een plaatsje. In de veilinghallen krioelt kleurig bezoek. Veel mensen met een tintje, met ’goud’ behangen Utrechters, studenten en huismoeders. Direct na het passeren van de ingang stuiten ze op kramen met een al even kleurig aanbod aan eetbare en niet-eetbare waar. Exotisch fruit, zoete baklava, autoradio’s, kleding.„Elk weekend komen hier zo’n 9000 tot 11.000 bezoekers”, vertelt Paul van der Heijden, mede-eigenaar van de multiculturele bazaar. Al 25 jaar bieden de twee hallen van de bloemenveiling -totale oppervlakte 11.000 vierkante meter- elke zaterdag en zondag plaats aan zo’n 500 kramen waarin „eigenlijk alles” te koop kan worden aangeboden.

Bevolkten in de beginjaren nog vooral Utrechters de hallen, inmiddels zijn er ruim dertig nationaliteiten te vinden. Kelesj staat er bijvoorbeeld, vriendelijk knikkend vanachter zijn stoffenkraam. Al acht jaar komt hij hier elk weekend en dat is hard werken, vertelt hij. „En mijn vrouw is drie jaar geleden overleden, dus.”

Bij zijn luidruchtig babbelende Hollandse buurvrouwen gaat het er luchtiger aan toe. De uitstalling in hun kraam lijkt rechtstreeks afkomstig van een stoffige zolder - en dat is ook zo. „We zitten hier af en toe, net wanneer we zin hebben.” Van de ongeveer 3000 verschillende standhouders per jaar staan er zo’n 600 vast op de markt, de rest huurt af en toe of eenmalig een kraam en kan bijvoorbeeld profiteren van de zaterdagse zolderopruimactie: een tientje korting op de kraamhuur.

Krokodillenleer
Helemaal achter in de tweede hal huist een kleurrijke scharrelaar. Zijn nering is een allegaartje. Een visstoel, een zadel, een rode bokshandschoen, een speelgoedgitaar, een plastic tuinkabouter. „Tja, ik ben stoepjutter.” Zijn naam? „Doe maar Broekman. Je moet nooit het naadje van de kous willen weten.” Een man bekijkt met voorzichtige interesse een grote hutkoffer van kunststof. „Echt krokodillenleer”, verzekert Broekman hem. „Maar dan wel van een gekweekte krokodil hè.” De rasverkoper houdt van een kwinkslag, al moet het niet te gek worden. „Je moet nooit komisch willen wezen. Maar je hebt wel een act. Je moet opvallen, mensen wakker schudden.”

Rooskleurig ziet Broekman de toekomst voor de markt niet in. „Het hele marktwezen heeft het zwaar. Zo’n concurrent als Marktplaats, boks daar maar eens tegen op. Verbaal ben ik erg toegerust, maar met een toetsenbord kan ik niks.” Een beetje kritiek wil hij ook nog wel even kwijt. „De markt wordt te veel door buitenlanders beheerst. Kijk om je heen. Multicultureel, oké. Maar dit is geen afspiegeling van de werkelijkheid. Op zondag loopt half Polen hier. Dan ben je als Nederlander gewoon een minderheid.”

Museum
Van der Heijden is juist trots op de veelkleurigheid van de bazaar. Voor 2010 moeten de veilinghallen wijken voor nieuwbouw en op de -nu nog onbekende- nieuwe locatie wil de markteigenaar een integratiemuseum openen. „Om te laten zien dat integratie een succes kan zijn. En dat multiculturaliteit typisch Nederlands is, van oudsher al. Dat ook Wilders afstamt van vreemde volkeren. Nationalisme is dodelijk en komt voort uit jaloezie.”

In de volksmond heeft de Utrechtse Bazaar de bijnaam ”zwarte markt”, maar volgens Van der Heijden valt dat mee. „Natuurlijk, er wordt wel eens iemand in de kraag gegrepen, gemiddeld eens per maand. Het is hier toch een beetje een dorp, er is altijd wel wat. Maar meestal gaat het goed. En de mensen met een vaste kraam staan allemaal ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.”

Dat het soms toch uit de hand kan lopen, bewijst de steekpartij die eind vorige maand plaatshad. Drie mensen raakten gewond, een daarvan was er ernstig aan toe. De stoelen vlogen in het rond op het horecagedeelte van de markt. Vanmiddag is het er een vredige bedoening. De Griek grilt gebroederlijk gyros naast de Turk die shoarmabroodjes verkoopt. Bij diens Hollandse buurman borrelen de kroketten in het vet. Te midden van deze potpourri aan geuren schenkt een vaderlijke Marokkaan gloeiend hete muntthee. Hij serveert er sfenj bij, zoet gebak dat het midden houdt tussen een donut en een oliebol. „Lekker, ja?” Hij glimlacht breed.

„Ik móét verkopen”
Veel blingbling en geglim op de kraam van Gerda Koren (66). Ingebouwd tussen tafels vol sieraden en horloges rookt ze een sigaretje, vriendelijk lachend naar potentiële klanten en oude bekenden. Dat zijn er veel, want haar vaste klantenkring is groot. Koren staat al 25 jaar steevast elk weekend op de markt en is daarmee een ondernemer van het eerste uur.

De Utrechtse wordt gedreven door een innerlijke onrust. „Ik zat in de horeca, daarna deed ik een halfjaar niets, maar dat was vreselijk. Ik ga toch niet achter de geraniums zitten? Ik móét verkopen, maakt niet uit wat.” Koren begon met lampen, potten en accessoires. Inmiddels verkoopt ze alweer zeven jaar sieraden. „Dat vervoert wat makkelijker hè. Ik moet toch een beetje rekening houden met m’n leeftijd.”

Koren betrekt haar kettingen, armbanden en horloges van groothandels. „Ik koop restantpartijen, vandaar dat m’n prijzen laag zijn.” De rasverkoopster zag het karakter van de markt in de loop der jaren veranderen. „Voor mensen die er echt van moeten leven is het heel zwaar hier. Die zijn er bijna niet meer. De meesten staan op de markt omdat ze het leuk vinden. Of omdat ze de zolder hebben opgeruimd. Ik word er niet rijk van, maar dat hoeft ook niet. Het is een mooi extraatje bij mijn AOW.”

Mooiste ervaring op de bazaar? „Die buitenlandse vrouwen. Dat ze zo blij zijn als ze wat van hun man krijgen. Dan zie je ze opfleuren.”

Jong speurtalent
Het Spoorwegmuseum. Tot en met 31 augustus zet het Spoorwegmuseum in Utrecht de elektrische trein in het zonnetje. Elektriciteit op het spoor bestaat honderd jaar en dat is voor het museum reden voor een tentoonstelling vol spanning. Bezoekers maken via een ontdekkingstocht -onder begeleiding van ene Voltman- kennis met elektriciteit en leren hoe zoiets abstracts als stroom een gigantische trein in beweging kan zetten. Spoorwegmuseum.nl.

Het Utrechts Archief. Wie denkt dat het archief alleen voor ouderen is, is niet meer van deze tijd. Het Utrechts Archief is deze zomer een geschikte vakantiestek voor kinderen vanaf 8 jaar die van spoorzoeken houden. Zij kunnen er een duik in de tijd nemen met een interactieve speurtocht door 2000 jaar Utrechtse geschiedenis. Vondsten komen in een eigen historische krant. Tot en met 28 augustus op elke dinsdag, donderdag en vrijdag van 10.30-12.00 uur. Aanmelden via educatie@hetutrechtsarchief.nl. Hetutrechtsarchief.nl.

Kasteel de Haar. Op een steenworp afstand van Vleuten ligt het pittoreske plaatsje Haarzuilens, met als middelpunt het middeleeuwse kasteel De Haar. Voor kinderen is dit het ultieme sprookjesslot. Wekelijks zijn er kinderrondleidingen, geschikt voor kinderen vanaf 3 jaar. Reserveren aanbevolen. Dehaar.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer