Studenten komen in de zomer graag luchtig gekleed op de faculteit. Nog net niet in badpak, maar dat zal een kwestie van tijd zijn. Werknemers willen ook nogal eens in korte broek, kort rokje, vlot hemdje en op slippers op het werk verschijnen.
Uit recent onderzoek, een enquête onder 750 personen, blijkt dat slechts een op de vijf zelf mag dragen wat hij of zij wil. Twintig procent trekt regelmatig een korte broek aan. Een op de drie zou wel een korte broek op het werk willen dragen, maar mag dat niet van de werkgever.
Dat zijn de feiten. Maar hoe zit het rechtens? Kan een werkgever zijn werknemers verbieden in korte broek te (komen) werken? Deze vraag legden de mannelijke postbodes (van de voormalige PTT, thans TNT) voor aan maar liefst drie instanties: de Commissie Gelijke Behandeling, de kantonrechter en de rechtbank.
Het bijzondere van deze zaak was dat het de mannen werd verboden in een korte broek de post rond te brengen, maar de vrouwen mochten dat wel in een bermuda doen. Waarschijnlijk had de werkgever een (lichte?) voorkeur voor blote vrouwenbenen. De Commissie Gelijke Behandeling, die deels uit vrouwelijke leden bestaat, was het roerend eens met de klagende postbodes. Nu het kledingpakket moest worden aangemerkt als een arbeidsvoorwaarde, was volgens de Commissie Gelijke Behandeling sprake van een verboden onderscheid op grond van geslacht.
Imago
Aangezien een uitspraak van de commissie geen bindende status heeft, togen de mannen nadien vol goede moed naar de civiele rechter, de kantonrechter. De uitkomst viel hen tegen. De kantonrechter beschouwde het kledingpakket niet als een arbeidsvoorwaarde. En daarom kon, ondanks het duidelijke onderscheid dat werd gemaakt tussen mannen en vrouwen, geen beroep worden gedaan op de gelijkebehandelingswetgeving.
De mannen hielden vol en stelden appel in bij de rechtbank. Maar ook daar vingen ze bot. De rechtbank deelde het oordeel van de kantonrechter. Volgens de rechtbank kan men kledingvoorschriften niet aanmerken als arbeidsvoorwaarden. Bij dat laatste moet men denken aan zaken als loon, onkostenvergoedingen, arbeidstijden en verlof. Kledingvoorschriften daarentegen moeten worden geschaard onder het zogenoemde directierecht van de werkgever.
De werkgever kan op grond van artikel 660 boek 7 Burgerlijk Wetboek eenzijdig instructies geven ten aanzien van de wijze waarop de arbeid moet worden verricht. En voor zover de gelijkebehandelingswetgeving wel van toepassing zou zijn, was er volgens de rechtbank geen sprake van een ongeoorloofd onderscheid op grond van geslacht. Het dragen van een korte broek door mannelijke postbodes is in Nederland niet algemeen geaccepteerd. PTT mocht daarmee rekening houden daar waar zij met haar kledingvoorschriften een imago nastreeft waarvan degelijkheid en een zekere mate van representativiteit kenmerken zijn.
Het Haagse vervoerbedrijf HTM had lering getrokken uit de postbodeaffaire en besloot de damesbermuda uit het kledingpakket te halen. Hierover werd advies gevraagd aan de ondernemingsraad, die negatief adviseerde.
Frappant
De ondernemingsraad bracht de zaak aan bij het Gerechtshof Amsterdam (HTM had geen vrijwillig advies maar een ongeconditioneerd advies gevraagd). Was hier sprake van een redelijk besluit? Ja, vond het hof. „In een dergelijke afweging dient immers aan de ondernemer een grote beoordelingsruimte te worden gelaten”, aldus het hof.
Op grond van het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de werkgever behoorlijk sterk staat in een verbod op het dragen van een korte broek of slippers op het werk. Belangrijk argument hiervoor is het feit dat kledingvoorschriften onder het instructierecht van de werkgever vallen. De belangen van de werkgever kunnen uiteenlopen van representativiteit van de werknemer tot veilige werkkleding - in een korte broek of op slippers is een werknemer immers kwetsbaarder.
In bovenstaande uitspraken is de rechter wel wat te gemakkelijk heen gewalst over het onderscheid tussen mannen en vrouwen. Het gaat wat ver om als rechter te oordelen dat blote vrouwenbenen in Nederland meer geaccepteerd zijn dan blote mannenbenen.
Frappant detail is dat inmiddels zowel werknemers van TNT als van HTM in een korte broek op het werk mogen verschijnen. Nieuwe leiding, nieuwe inzichten en andere voorkeuren, vermoed ik.
De auteur is hoogleraar arbeidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Reageren aan scribent? socialezaken@refdag.nl.