„Zuinig leven zie ik niet als een offer”
Kampen is een oase na Jemen, Noord-Irak, Antwerpen. Anne Marie Kattenberg (24) komt er telkens en graag weer terug, in het huis van haar ouders, vlak bij de IJssel. Ze reist er ook telkens weer vandaan, naar achterstandswijken en richting vluchtelingen, want die hebben haar hart. Ze ziet ook heel veel baby’s, want behalve vrijwilliger in het Bijbelhuis in België is Anne Marie verloskundige in Zeeland.
„Ik houd van allochtonen en moslims”, zegt Anne Marie gedecideerd. Daarom woont ze in een klein kamertje in Antwerpen, waar ze betrokken is bij het Bijbelhuis, een ontmoetingsplek voor mensen uit de buurt. Ze geeft er Alpha-cursussen, waarin mensen kennismaken met „ins en outs” van het christelijk geloof, werkt mee in de vrouwen- en tienerclub en doet bezoekwerk in de wijk. Het overgrote deel van de bewoners in die wijk is moslim; er wonen veel illegalen en asielzoekers.
Anne Marie kwam in haar studententijd bij het Bijbelhuis terecht. Tijdens haar hbo-v-opleiding tot verpleegkundige in Ede liep ze stage in een ziekenhuis in Suriname, waar ze besloot dat ze verloskunde wilde studeren. Ze koos ervoor dat in België te doen, omdat ze dan met twee jaar klaar zou zijn, in plaats van in vier jaar in Nederland. Ze kon een kamer huren bij het Bijbelhuis, en zo raakte ze betrokken bij dat werk.
Tegen het eind van haar studie liep ze stage in Jemen. Na de afronding -juli vorig jaar- kreeg ze via een zendingsorganisatie het aanbod te komen werken in Irak. Ze ging erheen. „Ik vond het fantastisch. Maar ik merkte ook dat ik nog erg jong was, en dat je het als alleenstaande vrouw wat lastig hebt. Ik ging terug. Daarna heb ik biddend gezocht: wat nu?”
Het Bijbelhuis vond ze nog altijd een heel mooi project. „Het is laagdrempelig; het is present. Bewoners van de wijk weten dat ze welkom zijn op de koffieochtenden, dat ze bij de medewerkers terechtkunnen als er problemen zijn. Ze komen stap voor stap meer te weten over het Evangelie. Ze ontdekken Wie God is.”
Maar intussen was verloskunde haar vak. „Ik heb veel gebeden, veel gesolliciteerd ook, maar er ging geen deur open. In november heb ik de knoop doorgehakt: ik bleef voorlopig vrijwilliger in het Bijbelhuis. Soms moet je een stap gewoon nemen en komt de rust achteraf.” Daarnaast ging ze in deeltijd als verpleegkundige aan de slag in het zuiden van het land. Sinds januari dit jaar heeft ze voor 24 uur per week een baan als verloskundige.
De combinatie is prima te plannen, vindt Anne Marie. De clubavonden probeert ze vrij te houden, het bezoekwerk is niet aan vaste tijden gebonden. Als ze een weekend in het ziekenhuis werkt, betekent dit dat ze de rest van de week veel vrij heeft. „Er zijn dagen dat ik van 7.00 tot 17.00 uur werk en daarna naar Antwerpen sjees voor de tienerclub - ja, dan ben ik om 23.00 uur wel aan mijn bed toe.” Snel erachteraan: „Maar ik heb veel energie.”
Energie, dat krijgt ze van haar werk in Antwerpen én in het ziekenhuis. Beide ziet ze als een voorbereiding op de toekomst. „Mijn hart gaat sneller kloppen als ik hoor over vluchtelingenkampen in Irak of Palestina en conflicten in Israël”, zegt Anne Marie. „Ik zie een rode draad in mijn leven. God heeft een verlangen in mijn hart gelegd voor zending. Al jong kreeg ik met vluchtelingen te maken. Op mijn achttiende was ik actief in een asielzoekerscentrum, hier vlakbij in Kampen.” Het zit een beetje in de familie, legt ze uit. „Reizen zit in ons bloed. Wij haalden nogal eens tantes van Schiphol die voor ZOA op zendingsreis waren geweest. Verder heb ik familie in Zuid-Afrika en in Canada, wonen er een neef en nicht in Guatemala en Spanje, een tante in Frankrijk en een zus op Curaçao.”
Of ze een voltijdbaan als verloskundige wel eens overweegt, om financieel wat ruimer te kunnen leven? „Als ik volledig zou werken, zou ik niet zo veel voldoening hebben als nu”, zegt ze zonder te twijfelen. „Het clubwerk ligt nu stil, dus werk ik deze maand heel veel, zodat ik een beetje een buffer kan opbouwen. Ik heb me altijd kunnen redden, ook omdat ik minimaal woon. Goed, ik moet wel zuinig leven. Dat zie ik niet als een offer, ik ontvang veel liefde terug.”
Eerder dan te overwegen volledig te gaan werken in het ziekenhuis, denkt Anne Marie er op dit moment aan van giften te leven. „Ik bedruip liever mezelf, zeker. Je moet werken om je brood te verdienen, zegt onze calvinistische inborst. Anderzijds, leven van giften is ook een Bijbels gegeven.”
Ze zit er niet mee dat de overheid vrouwen graag meer betaald werk ziet doen. „Zolang het maar niet verplicht wordt.” Haar moeder ging na twintig jaar gezin en vrijwilligerswerk weer aan de slag als verpleegkundige, in deeltijd. Anne Marie zag hoeveel voldoening dat haar gaf. „Feedback is een blijk van waardering, en salaris ook. Ik denk dat vrijwilligerswerk vaak wordt ondergewaardeerd. Het is mooi als mensen na jaren pro deo bij een organisatie te hebben gewerkt daar een betaalde baan krijgen.”
Dit is het vijfde deel in een serie over vrouwen en arbeidsparticipatie.