De kroket van de sterkok
Panfluitiste Noortje van Middelkoop en blokfluitist Erik Bosgraaf opereren ieder in een heel ander segment van de muziekwereld. Maar ze herkennen bij elkaar het ambacht. En ze zijn het erover eens dat er niets mis mee is als een sterkok zich bezighoudt met het maken van kroketten.
Ze kenden elkaar niet, ook niet van naam. Om zich te oriënteren op de het fluitspel van de ander, luisterden Erik Bosgraaf en Noortje van Middelkoop naar elkaars opnamen.
Noortje: „Jij hebt een mooie toon, het is afgewerkt. En wat je muzikaal doet, vind ik heel knap.”
Erik: „Ik vind dat jij erg mooi speelt. Heel zuiver ook - terwijl dat vreselijk lastig is als je samen met een orgel speelt.”
Noortje werkt veel samen met musici als Harm Hoeve, Jan Lenselink, Jan Quintus Zwart en Martin Mans. Met de laatste vormt ze het ”duo gavotte”. De laatste cd die het duo maakte, vanuit de Bovenkerk in Kampen, stuurde Noortje naar Erik. De opname bevat een mix van bewerkingen van geestelijke liederen, kinderliedjes en klassiekers.
Erik: „Ik heb niks met het soort muziek dat je speelt. Maar wat ik waardeer in de manier waarop jij speelt, is de overgave. En het is gewoon ambachtelijk goed wat je doet. Een prima gebakken taart, maar niet een die ik lekker vind.”
Noortje: „Waarom heb je niks met deze muziek?”
Erik: „Poeh, dan vraag je me om mijn smaak uit te leggen. Misschien vind ik het te zoet. Ja, wellicht is het het beste met eten te vergelijken. Ik mis een soort peper. En de manier van orgelbegeleiding past ook bij deze zoete sfeer.”
Noortje: „Zijn de melodieën te geijkt? Is het allemaal te mooi, te positief?”
Erik: „Ja, ik denk het wel. Het leven is soms ook ellende.”
Noortje: „Maar komt dat in een aantal stukken dan niet terug? Ik probeer zeker ook de rauwheid van het leven tot uiting te laten komen in m’n muziek. Ik kies juist voor afwisseling.”
Erik: „Voor mij mag het allemaal extremer, abstracter ook. Deze muziek gaat mij niet ver genoeg. Misschien is het ook dat zo’n cd het beeld bevestigt dat ik had van orgel en panfluit. Ik wil graag verrast worden. Nou, neem het derde nummer van de cd, met die vogelgeluiden. Dat vond ik mooi. Hoe krijg je het voor elkaar!”
Ambacht
Erik is vooral bekend geworden met ”Der Fluyten Lust-hof” van Jacob van Eyck. Vorig jaar speelde hij drie cd’s vol met solomuziek van deze 17e-eeuwse ”aartsvader” van de blokfluitist en de beiaardier. De cd’s zijn bij het Kruidvat als warme broodjes over de toonbank gegaan. Daarnaast maakte Erik opnames met fluitmuziek van Bach, Telemann en Purcell. Maar ook voor nieuwe, moderne muziek draait hij zijn hand niet om. Samen met gitarist Izhar Elias vormt hij een duo dat van al meer dan dertig nieuwe composities de première speelde.
Noortje: „Leuk om te zien wat jij doet. Jij zit echt in een heel ander segment. Ik ben overigens blij dat ik niet in jouw schoenen sta. Moderne muziek is niet mijn ding. Maar ik vind het heel mooi dat er anderen zijn die dat wél doen. Hoe breed is jouw terrein eigenlijk?”
Erik: „Ik doe ook veel met muziek voor moderne films. En ik houd van het betere piep-knorwerk, avant-gardemuziek die vaak als nietsbetekenend wordt weggezet.”
Noortje: „Zijn er stukken die je niet wilt spelen, of projecten waaraan je niet wilt meedoen?”
Erik: „Eén keer heb ik iets geweigerd. Dat ging om een heel slecht stuk waarin ook veel porno voorkwam. Kijk, als het ambacht onrecht wordt aangedaan, dan haak ik af.”
Noortje: „Dat herken ik. Ik moest een keer invallen in een show van Joop van den Ende. Dat doe ik dus nooit meer. Daar was sprake van een platte, lege amusementssfeer. Dat vind ik helemaal niks. Mijn uitgangspunt is: de kwaliteit mag niet in gevaar komen. Maar verder is het voor mij vooral de vraag hoe en met welke intentie je speelt.”
Erik: „Die kwaliteit is juist vaak in het geding. Ik kan me bijzonder storen aan musici die er niet voor gaan. Dan zit er geen ambachtelijkheid achter, terwijl het wel met veel poeha wordt gepresenteerd.”
Noortje: „Inderdaad, daar kan ik me ook over opwinden. Iemand speelt beroerd tijdens een concert, maar intussen wordt er gezegd dat het fantastisch was. Daar kan ik dus echt niet tegen.”
Erik: „Wat je doet, moet je integer doen. En altijd moet je kwaliteit leveren.”
Divers en veelzijdig
Zou Noortje kunnen en willen doen wat Erik doet?
Noortje: „Zo’n heel project met Van Eyck vind ik heel interessant. Met die muziek zou ik best wel eens wat meer kunnen doen. Maar een heel programma met Van Eyck? Nee, dan ga ik liever voor divers en veelzijdig. Muziek die ik zelf leuk vind, en waar m’n publiek ook van geniet. Ik probeer de muziek altijd dicht bij de mensen te brengen. Daarom speel ik ook vaak uit m’n hoofd, zodat ik contact met het publiek kan hebben. Bij het spelen van klassieke muziek voel ik me toch meer in een keurslijf zitten. Dan moet je nadenken over de uitvoeringspraktijk: Bach deed het zo - allemaal regeltjes om je aan te houden.”
Erik: „Je moet natuurlijk gewoon lak hebben aan die oudemuziekpolitie.”
Noortje: „Nou ja, daar kun je wel last van hebben. Bij populaire muziek kan ik in ieder geval meer met m’n gevoel, kan ik me meer laten gaan.”
Zou Erik Noortjes plaats willen innemen?
Erik: „De soort muziek die je speelt heeft niet alleen met smaak te maken. Het hangt er ook van af welke mensen je tegenkomt, wie je maatjes zijn, hoe je omgeving is. Eigenlijk vind ik het soort muziek irrelevant. Kijk, de blokfluit heeft een bepaald karakter - daarmee speel je oude óf moderne muziek. De panfluit heeft juist een populair imago - dus speel je als vanzelf populaire muziek; hoewel iemand als Matthijs Koene ook moderne muziek speelt. Ik zeg altijd maar: als ik in India was geboren, was ik misschien wel een tablaspeler geweest.”
Noortje: „Precies. Het is maar net wie je pad kruisen. Bij mij denken mensen vaak dat ik populaire muziek speel omdat ik klassiek niet zou kunnen. Maar dat is onzin. Ik heb tijdens mijn conservatoriumstudie ook alles gespeeld, tot en met moderne muziek. Ik vind het juist leuk om breed te zijn. Ik speel ook wel in het Concertgebouw en in een kamermuzieksetting. En onlangs heb ik een cd opgenomen met een symfonieorkest. Met zo’n opname wil ik laten zien dat klassieke muziek op een panfluit ook prima kan.”
Tegen Erik: „Ben jij daar ook tegenaan gelopen, dat je moet vechten voor waardering voor je instrument?”
Erik: „Dat interesseert me niet.”
Noortje: „Ik had dat sterk op het conservatorium. Daardoor werd ik juist fanatiek, om te bewijzen dat je met een panfluit kunt presteren op hoog niveau.”
Erik: „Ik heb geen zin meer om iemand uit te leggen wat er zo mooi is aan een blokfluit. Ze moeten het maar horen door wat ik doe.”
Tunnelvisie
Populaire muziek en ambachtelijkheid kunnen prima samengaan, daar zijn beide musici het over eens aan het einde van het gesprek.
Erik: „Geen enkele musicus kan boos worden als hij bij een ander ziet dat het ambacht goed is uitgevoerd. Ik was blij dat ik dat hoorde bij Noortje. Ik denk dan ook dat verkettering in de muziekwereld vooral bij de luisteraars vandaan komt. Zo van: het is niet sociaal wenselijk om naar populaire muziek te luisteren - net als dat je als serieuze muziekliefhebber niet van André Hazes mag houden.”
Noortje: „Je hebt gewoon mensen die bij de McDonald’s eten, én mensen die gaan voor het stukje vlees van de sterkok. Dat kan wat mij betreft naast elkaar bestaan.”
Erik: „Een sterkok die een kroket moet maken: dát lijkt me een uitdaging. Kwalitatief wordt-ie beter dan bij de McDonald’s. Maar of-ie ook lekkerder is? Met een sterkok die niet meer kan genieten van een kroket is iets mis. Die heeft een tunnelvisie.”
Dit is het tweede deel in een serie artikelen waarin tegenpolen in de muziekwereld met elkaar in gesprek gaan. Volgende week maandag in dit katern aflevering drie: de dirigent.
Naam: Erik Bosgraaf
Leeftijd: 28
Woonplaats: Amstelveen
Muziekopleiding: conservatorium Groningen en Amsterdam, muziekwetenschap Universiteit Utrecht
Functie: blokfluitist
Naam: Noortje van Middelkoop
Leeftijd: 35
Woonplaats: Voorthuizen
Muziekopleiding: panfluit conservatorium Hilversum
Functie: concertpanfluitiste