Buitenland
Atmosfeer van berusting in aardbevingsgebied China

Ruim een week nadat de Chinese provincie Sichuan door een zware aardbeving werd getroffen, heerst er een atmosfeer van kalmte in grote delen van het rampgebied.

Kjeld Duits
Op het grote fabrieksterrein van East Generator Production Co in de Chinese stad Mian Zhu is het geluid van schelle sirenes te horen. Ze worden bijna overstemd door de herrie van claxons van talloze auto’s en vrachtwagens. Overal staan mensen plotseling doodstil, de rug recht, de armen gestrekt. Van veel gezichten is de pijn af te lezen. Sommigen hebben de ogen gesloten, anderen staren naar beneden. Dit is de laatste van de drie dagen van nationale rouw. De enkele minuten stilte worden streng in acht genomen. Honderd werknemers kwamen er om in de fabriek. Dit korte moment van berusting is belangrijk.

Zodra het oorverdovende lawaai stopt, lopen mensen snel terug naar hun als kantoren dienende tenten en gaan direct weer intensief aan het werk. De gezichtsuitdrukkingen veranderen volledig. Er is geen tijd om te rouwen. Er moet keihard gewerkt worden, zoals puin ruimen en machineonderdelen redden.

Totdat de aardbeving de fabriek vernietigde, was dit een van de drie grootste generatorfabrieken van het land. Het verlies weegt zwaar. Niet enkel voor de 6000 werknemers, maar voor de gehele Chinese economie.

Manager public relations Peng Jia kan niet zeggen of de fabriek herbouwd kan worden. „Het is onzeker wat er zal gebeuren,” zegt hij met ernstig gezicht. „We zijn nu puin aan het ruimen en dat zal diverse maanden in beslag nemen.” Vicepremier Li Keqiang heeft vanmorgen het fabrieksterrein geïnspecteerd, legt de pr-man uit. „Hij vroeg ons onderdelen te redden, zodat deze zo snel mogelijk in andere fabrieken gebruikt kunnen worden.”

De fabriek staat aan de voet van een berghelling. Op veel plaatsen hebben landverschuivingen de wegen versperd. Een weg die in nog redelijk goede staat de bergen ingaat, is vrijwel verlaten. Af en toe komen overlevenden met schaarse bezittingen vanuit de bergen naar beneden.

De 61-jarige Luo Qang Fu duwt samen met zijn zoon en schoondochter een wagentje met een grote matras de bergweg af. Hun huis is volledig verwoest, het matras is een van de weinige bezittingen die ze konden redden. Samen met andere dorpsbewoners hebben ze een nederzetting gebouwd van zelfgemaakte tenten van zeil.

De schoondochter tilt haar rode T-shirt op en toont een rug vol wonden, veroorzaakt door een rotsblok. Zij heeft de ramp overleefd. Haar schoonmoeder hoogstwaarschijnlijk niet. „Ze bracht onze kleinzoon naar school,” zegt Luo met bedroefde stem, „en keerde nooit terug.” De afgelopen week heeft hij elke dag naar haar gezocht. „Ik heb de gezichten van elke patiënt in vier ziekenhuizen bekeken, maar ik kon haar niet vinden. In de stad zijn veel mensen begraven onder ingestorte gebouwen, dus ik denk dat zij ook onder het puin ligt.”

Hij heeft besloten te stoppen met zijn zoektocht. „Ik geef het op. Ik kan mijn vrouw niet vinden.” De pijn moet intens zijn, maar huilen doet hij niet. „Ik voel verdriet, maar er zijn zo veel mensen omgekomen dat ik anderen niet wil lastigvallen met mijn tranen.”

Als ze doorlopen richting tentendorp kruist een hondje hun pad. Loslopende honden zijn er in overvloed. Sommige dieren liggen voor de puinhopen van een huis. Ze storen zich nauwelijks aan wat er om zich heen gebeurt. Eén hond uitgezonderd. Hij bewaakt trouw een huis waar nog slechts een enkele muur van overgebleven is en gromt vervaarlijk als mensen te dichtbij komen. Ver weg klinkt het gerommel van een aardverschuiving. Af en toe klinkt het lawaai van knallend vuurwerk. Er wordt iemand begraven, ergens op de berg.

Drie boeren komen de berghelling aflopen. Ze dragen handgemaakte rieten rugzakken met dekens, slaapmatten en plastic zeilen. „Om een tent van te maken,” legt He Rong Sheng uit. Hij met zijn 65 jaar de oudste van de drie. Zijn dorp heeft relatief geluk gehad. De huizen zijn weliswaar verwoest, maar van de 65 inwoners zijn er slechts 2 overleden. Eén inwoner wordt vermist.

„Er zit nog een echtpaar vast in het dorp”, vertellen ze opgewonden. Ze praten door elkaar heen. Het gaat om een echtpaar van 85 jaar oud. „We kunnen hen zien, maar niet bereiken. We hebben woensdag en donderdagmorgen geprobeerd militairen naar hen toe te sturen, maar tevergeefs. Ze zijn oud en gewond en hebben niet veel voedsel meer. Kort voor de aardbeving heeft hun zoon hun nog 10 kilo rijst gebracht. Ook hebben ze een paar kippen.”

Volgens de autoriteiten is slechts een derde van de bijna 30.000 bergbewoners geëvacueerd. Het aantal doden is onbekend. Ongeveer 8000 militairen zijn ingezet voor de evacuatie van de mensen, maar het gros van de bevolking moet met helikopters worden afgevoerd omdat wegen onbegaanbaar zijn of niet meer bestaan.

Het is een drama. De enorme natuurkrachten van de aardbeving hebben twee bergen samengevoegd tot één. De vallei, met daarin de weg, is volledig verdwenen. Het is een wonder dat mensen deze enorme beving konden overleven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer