Politiek

Twee derde ChristenUnie steunt homorapport

Bijna twee derde van de ChristenUniekiezers (63 procent) schaart zich achter het standpunt van het partijbestuur en de commissie-Cnossen dat praktiserende homoseksuelen niet bij voorbaat geweerd moeten worden als partijvertegenwoordiger.

Redactie politiek
20 May 2008 13:39Gewijzigd op 11 February 2021 09:49
beeld rd
beeld rd

Lees hier het uitgebreide onderzoek

Dat blijkt uit een onderzoek van bureau Veldkamp dat is uitgevoerd in opdracht van EO Netwerk en het Reformatorisch Dagblad. Bijna 30 procent van de kiezers is het niet eens met het standpunt van het partijbestuur. De overige 10 procent heeft geen mening.

Er is een aanzienlijk verschil in opvatting tussen ChristenUniestemmers en ChristenUnieleden. Van de stemmers is 57 procent het eens met het partijbestuur en van de leden 79 procent.

Hoewel twee derde zich schaart achter het partijbestuur, vindt bijna 60 procent van de ondervraagden het standpunt van het ChristenUniepartijbestuur te vaag. Blijkbaar geven zij steun uit politieke overwegingen. Zij hadden gewild dat het partijbestuur duidelijk had aangegeven dat mensen met een homoseksuele relatie de partij níet kunnen vertegenwoordigen. Bijna 30 procent vindt juist dat het partijbestuur veel duidelijker had moeten maken dat mensen met een homoseksuele relatie juist wel welkom zijn.

De 528 ChristenUniekiezers die zijn ondervraagd hebben in meerderheid moeite met homoseksuele relaties. Op de vraag of de Bijbel homoseksuele relaties afwijst, antwoordt 69 procent bevestigend. Bij de CU-leden ligt dit percentage hoger dan bij de kiezers, respectievelijk 93 en 69.

Volgens de meerderheid van de ondervraagden kan een ChristenUniepoliticus met een homoseksuele relatie niet op een geloofwaardige manier uitleggen dat de ChristenUnie tegen het homohuwelijk is. Achttien procent van de kiezers zal niet meer op de CU stemmen als de partij op 14 juni het standpunt van het partijbestuur overneemt. Dat zou neerkomen op het verlies van een Kamerzetel. Dertig procent van de vertrekkende kiezers zal op de SGP gaan stemmen, 18 procent op het CDA en 11 procent op de SP. Van de leden zal 11 procent het stemgedrag wijzigen als de partij het rapport van de commissie overneemt.

Als het partijstandpunt niet wordt overgenomen, dan zal 8 procent van de kiezers niet meer op de CU stemmen. Van de leden is dat 2 procent. In dat geval wil 35 procent naar het CDA, 12 procent naar de VVD, 9 procent naar D66 en 6 procent naar de SGP overstappen.

Oud-RPF-leider M. Leerling is „zeer teleurgesteld” over de uitslag van het onderzoek. „Ik had van de leden een andere uitslag verwacht dan die uit dit onderzoek blijkt. Mensen begrijpen kennelijk niet wat er aan de hand is. Ik kijk er echt van op. Als deze uitslag maatgevend is voor de achterban van de partij, dan is dat zeer teleurstellend.”

Oud-directeur van het partijbureau H. van Rhee is niet verbaasd. „De cijfers laten zien dat er binnen de partij nog steeds een forse, orthodoxe minderheid is van 30 procent. Tegelijkertijd lijkt er binnen de partij toch een wissel te zijn omgegaan.”

De verandering heeft er volgens Van Rhee mee te maken dat delen van het CU-electoraat de Bijbel steeds slordiger en te weinig orthodox lezen. „Lastige teksten worden modern geïnterpreteerd. Deze trend in de achterban baart mij zorgen.” Fractievoorzitter A. Slob en partijvoorzitter P. Blokhuis waren vanochtend niet bereikbaar.


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer