Politiek

Homoseksueel niet afgewezen bij ChristenUnie

DEN HAAG - De ChristenUnie moet kandidaat-politici die een homoseksuele relatie onderhouden, niet bij voorbaat uitsluiten van een plaats op de kandidatenlijst of van een bestuursfunctie.

Redactie politiek
19 May 2008 06:52Gewijzigd op 11 February 2021 09:48
Minister Rouvoet op een partijcongres van de ChristenUnie. Foto ANP
Minister Rouvoet op een partijcongres van de ChristenUnie. Foto ANP

Dat valt af te leiden uit het rapport van de commissie-Cnossen dat maandagmorgen is vrijgegeven. Commissielid Leerling is het niet eens met de hoofdlijn van het rapport en heeft een minderheidsstandpunt ingenomen. Hij vindt dat homoseksuelen die partij niet kunnen vertegenwoordigen. Het partijbestuur deelt de conclusies van de commissie wel.

De commissie-Cnossen werd vorig najaar ingesteld nadat de discussies over de positie van praktiserende homoseksuelen in de partij hoog waren opgelopen. Het Amsterdamse deelraadslid Lont bepleitte aanscherping van de gedragscode voor CU-politici, zodat partijgenoten met een homoseksuele leefwijze de partij niet kunnen vertegenwoordigen. Korte tijd daarna stapte een Wagenings raadslid op nadat ze een relatie met een vrouw was aangegaan.

De commissie-Cnossen pleit niet voor een verbod voor partijgenoten met een homoseksuele relatie. Cnossen wil helemaal geen lijstjes met gedragingen waaraan gedrag en leefwijze van kandidaat-politici worden getoetst. ChristenUnievertegenwoordigers zijn alleen op de Bijbel aanspreekbaar. Dat moet duidelijker in de gedragscode worden verankerd, zo adviseert de commissie.

De CU-besturen moeten betere selectiegesprekken gaan voeren met mensen die kandidaat zijn voor een vertegenwoordigende functie. Als dat iemand is die leeft in een homoseksuele relatie, is dat „een relevant” gegeven, maar niet bij voorbaat een blokkade. „Daarbij zal deze levenswijze niet louter op zichzelf beoordeeld worden, maar altijd in relatie tot het geheel aan opvattingen en gedragingen dat iemand tot een geloofwaardig vertegenwoordiger van de ChristenUnie maakt”, zo staat in het rapport.

De partij houdt vast aan de standpunten over huwelijk en gezin zoals die in het verleden zijn verwoord. In het selectiegesprek moet blijken of een kandidaat-vertegenwoordiger deze visie „vanuit een onverdeeld hart” naar voren kan brengen. Partijvertegenwoordigers moeten wel geloofwaardig en authentiek kunnen optreden.

Commissielid Leerling, voormalig leider van de RPF, kan zich niet vinden in de benadering van de commissie. Hij pleit wel voor het opnemen van een lijstje in de gedragscode voor ChristenUniepolitici. Concreet noemt hij daarin verslaving, fraude, leven in overspel of leven in een andere relatie dan het wettige huwelijk tussen man en vrouw.

Behalve Cnossen en Leerling maakten oud-EO-directeur A. P. de Boer, prof. dr. G. van den Brink, CU-jongerenvoorzitter Rogier Havelaar, de Veenendaalse arts drs. A. B. F. Hoek-van Kooten, het Barneveldse raadslid Tj. Kuiper-de Haan, senator mr. E. F. Lagerwerf-Vergunst en HGJB-stafmedewerker H. van Wijngaarden deel uit van de commissie.

Partijvoorzitter P. Blokhuis is zeer ingenomen met het rapport van de commissie-Cnossen. „Het partijbestuur is getroffen door de lijn van denken. Het kost even tijd om daaraan te wennen. Wij gaan ervoor. Dit is echt de ChristenUnie. We gaan het gesprek aan.”

Het partijbestuur heeft daarom besloten de voorstellen van Cnossen over de gedragscode over te nemen. Eén partijbestuurslid was het daar niet mee eens. Wie dat is, maakt Blokhuis niet bekend.

De ChristenUnieleden mogen zich op 14 juni uitspreken over de nota van de commissie-Cnossen.

Klik hier voor het rapport van de commissie-Cnossen

Klik hier voor het bestuursvoorstel gedragscode CU-politici

Klik hier voor het minderheidsstandpunt van Leerling


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer