PEKING – In het zuidwesten van China is een grootscheepse reddingsoperatie op gang gekomen na de verwoestende aardbeving in het gebied. Het officiële dodental is dinsdag opgelopen tot 12.000 en zal volgens de autoriteiten waarschijnlijk nog veel verder stijgen.
Een andere zwaar getroffen stad is Mianzhu, met ongeveer 500.000 inwoners. Volgens Xinhua zijn in Mianzhu zeker 2000 mensen omgekomen en liggen er nog bijna 5000 onder het puin. Ongeveer 10.000 mensen in Mianzhu hebben verwondingen opgelopen. Mianzhu ligt op ongeveer 35 kilometer van het epicentrum van de beving met een kracht van 7,9 op de schaal van Richter.
Peking heeft al 360 miljoen yuan (ruim 33 miljoen euro) uitgetrokken voor hulpverlening.
Die wordt bemoeilijkt door het slechte weer. Het regent onophoudelijk in het getroffen gebied. Daardoor is het lastig voor hulpverleners om op alle hulpbehoevende plaatsen te komen.
In de stad Shifang zouden 3000 mensen zijn omgekomen. Daar zijn onder meer twee chemische fabrieken ingestort. Meer dan 80 ton vloeibare ammoniak is weggelekt. Ten tijde van de aardbeving waren er 5000 tot 6000 mensen werkzaam in de fabriek, die op ongeveer 40 kilometer van het epicentrum van de aardbeving lag, aldus staatspersbureau China News Service dinsdag.
In het district Beichuan Qiang in Sichuan is 80 procent van de gebouwen ingestort. Beichuan Qiang ligt noordoostelijk van de provinciehoofdstad Chengdu.
Duizenden mensen raakten maandag bedolven, toen woonhuizen, fabrieken, slaapzalen, acht scholen en zeker een ziekenhuis zijn door de aardschokken instortten. Honderden schoolkinderen en leraren raakten door het puin van hun school bedolven. Angstige ouders stonden naar de reddingswerkzaamheden te kijken terwijl hun kinderen onder het puin om hulp riepen.
Chengdu, een metropool van tien miljoen, zat uren na de beving nog zonder stroom. Inwoners van de stad sloegen massaal aan het bellen, waardoor het telefoonnetwerk het begaf. Ook in drie andere provincies in Centraal–China en de metropool Chongqing werd schade gemeld.
Op straat in Chengdu heerste een spookachtige sfeer. Mensen waren bang voor nieuwe schokken. Patiënten van ziekenhuizen zaten op straat. De weg van Chengdu naar Wenchuan was onbegaanbaar door grondverschuivingen, hetgeen het reddingswerk bemoeilijkte.
Hulp
China heeft 50.000 soldaten gemobiliseerd om te helpen bij herstelwerkzaamheden na de aardbeving die maandag het zuidwesten van China trof. Dat hebben staatsmedia dinsdag gemeld.
Ruim 16.000 militairen zijn al bezig met hulpwerkzaamheden. Per vliegtuig, trein, vrachtauto of te voet gaan dinsdag 34.000 militairen naar de de provincie Sichuan om hulp te verlenen. Het bergachtige gebied Wenchuan, waar het epicentrum van de beving was gelegen, was in eerste instantie door aardverschuivingen niet bereikbaar voor de hulpverleners. In het gebied licht ook het Wolong–reservaat, het belangrijkste centrum voor het fokken van de bedreigde reuzenpanda.
Japan treft voorbereidingen om hulp te sturen naar het getroffen gebied. Ook andere landen als de Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland en ook de Europese Unie hebben hulp aangeboden.
Volgens de woordvoerder hebben zeker 30.000 mensen de nacht in de openlucht doorgebracht en is er een gebrek aan tenten, voedsel, medicijnen en satellietcommunicatie in de regio.
Vooralsnog moeten hulpgoederen volgens de woordvoerder vooral vanuit de lucht aangevoerd worden, omdat de straten versperd zijn. Het is nog onduidelijk hoe het er in de dorpjes in de bergen voorstaat. Het leger heeft zeker twintig vliegtuigen beschikbaar gesteld en treft voorbereidingen om hulpgoederen over het getroffen gebied te verspreiden.
Communicatieproblemen en tegenstrijdige berichten van staatsmedia maken het lastig het precieze aantal doden vast te stellen. Volgens een woordvoerder van het district Aba in de provincie Sichuan is het lot van rond de 60.000 mensen in de regio nog onduidelijk. Eerder werd een aantal van ongeveer 10.000 doden gemeld door de staatsmedia. Waarschijnlijk ligt het aantal dodelijke slachtoffers beduidend hoger. Ook de autoriteiten vrezen veel meer slachtoffers.
Premier Wen Jiabao noemde de beving een „grote ramp” en riep op tot kalmte. Hij vloog naar Chengdu om persoonlijk poolshoogte te nemen.
Wolkenkrabber
Het epicentrum was 90 kilometer van de provinciehoofdstad Chengdu verwijderd. De Nederlandse Annelies de Quant, manager bij softwarebedrijf IJO Technologies in Chengdu, stond uren na de zware aardbeving nog altijd te trillen op haar benen: „Ik dacht dat ik doodging”. Maandagmiddag om half drie lokale tijd, toen de aardbeving plaatsvond, was ze aan het werk op het kantoor van de softwareonderneming op de 31e etage van een wolkenkrabber in de miljoenenstad.
„Het begon met een lichte trilling, alsof er een metro voorbij kwam”, vertelt De Quant. „Maar het werd snel erger. Boeken vielen uit de kasten, bureaustoelen vielen om, een grote waterkoeler kantelde en collega’s verloren hun evenwicht en werden op de grond gegooid. Het was een grote puinhoop. Het gebouw ging zo hard heen en weer dat we allemaal dachten dat het zou bezwijken. Het was verschrikkelijk. Het is voorbij, dacht ik. Nog steeds vind ik het een wonder dat het gebouw er nog staat”.
De gevolgen van de aardbeving waren ook te merken in de havenstad Shanghai, op zo’n 1600 kilometer van het epicentrum. Vooral in de vele wolkenkrabbers in de stad waren de schokken goed voelbaar. De hoogste toren van China, de Jinmao in Shanghai met een lengte van 421 meter, werd ontruimd, net als de andere wolkenkrabbers in het financiële Pu Dong district van Shanghai.
De beving was voelbaar tot in Peking en Vietnam. In Peking stroomden mensen in paniek de straat op. Staatsmedia meldden dat zich volgens het seismologisch bureau van Sichuan 313 naschokken hadden voorgedaan. Het was de zwaarste beving in China in meer dan drie decennia. Door een aardbeving in Tangshan in het noordoosten van China kwamen in 1976 zo’n 300.000 mensen om het leven.
