OM: Tunnelfraude gaf bouwers „betere positie”
De aannemers HBW en Strukton kregen een betere onderhandelingspositie ten opzichte van opdrachtegever NS door de valse facturen die werden geschreven bij de bouw van de Schipholspoortunnel. Dit voordeel moest worden ’afgeroomd’, zo concludeerde justitie eind 2000. Dat zei toenmalig onderzoeksleider W. Groos van het openbaar ministerie tegen de parlementaire enquêtecommissie Bouwnijverheid.
De bouwbedrijven hebben uiteindelijk elk tien miljoen gulden terugbetaald aan de NS. Groos zag dit als de gevraagde afroming. De toenmalig directeuren verklaarden eerder tegen de enquêtecommissie de betaling onterecht te vinden, omdat de NS geen enkel voordeel zou hebben gehad. De 20 miljoen zou zijn betaald „om de lieve vrede te bewaren.”
Met de valse facturen werd winst weggesluisd van de tunnelbouw naar andere projecten van de twee aannemers.
Groos was het overigens met de bouwers eens dat de NS en dus ook het ministerie van Verkeer en Waterstaat geen direct nadeel van de fraude hebben ondervonden. Door het onderhandelingsvoordeel van Strukton en HBW zouden de spoorbouwer en de overheid wel indirect benadeeld kunnen zijn.