Een steeds groter deel van de 16 miljoen Nederlanders is allochtoon. Een serie over de top-15. Dit keer nummer 3: Turken (320.000).
Naam : Hasan Solmaz (30).
Geboren in : Yozgat, „precies in het midden van Turkije.”
Huidige woonplaats : Amersfoort.
Burgerlijke staat : gehuwd met een Turkse vrouw, vader van twee kinderen (10 en 7 jaar).
Beroep : „Accountant. Geen echte, maar dat woord staat wel op mijn salarisstrook. Ik heb MBA gedaan en ben nu met SPD bezig. Ik noem mezelf liever boekhouder, of controller. Ik werk bij een internationaal bedrijf in Utrecht.”
In Nederland sinds : 1977.
Waarom in Nederland : „Vanwege gezinshereniging. Mijn vader ging in 1965 naar Nederland met de bedoeling in korte tijd veel geld te verdienen en dan weer terug te keren. Dat was het ideaal van elke Turk, en ook Marokkaan, in die tijd. Toch hoefde mijn vader het niet voor het geld te doen, want hij kwam uit een welvarende familie. Mijn opa bijvoorbeeld had als enige in het dorp een televisie. Vader wilde echter niet op het geld van mijn opa teren. Hij ging ook voor het avontuur naar Nederland. Hij heeft tussendoor een paar jaar in Turkije gewoond, maar vertrok daarna toch weer naar Nederland. Vervolgens heeft hij ons -mijn moeder en vier kinderen- over laten komen. In Nederland zijn er nog twee kinderen bijgekomen.”
Het meest moeten wennen aan : „Eigenlijk niets, omdat ik hier als kind kwam. Het taalprobleem viel mee. Ik had een kleuterjuf die altijd voor ons opkwam en zelfs bij ons thuis extra lessen gaf. We werden ook veel geholpen door onze Nederlandse buren. De vader van dat gezin werkt nu bij mijn vader in de zaak, een reisbureau.”
Het beste van Turkije : „Het landschap en de cultuur. Ook de grote gastvrijheid en de sterke familieband. Een bruiloft in Turkije duurt drie dagen, hier één dag. In Nederland zien familieleden elkaar soms jaren niet, zonder dat ze dat erg vinden. Dat is voor een Turk niet te begrijpen. Mijn vader en ik spreken elkaar elke dag; als we elkaar niet zien, bellen we. Nederlandse opa’s en oma’s zien hun kleinkinderen vaak maar één keer per week, zelfs als ze een paar straten verder wonen. Turkse families leven heel intiem met elkaar; ze hebben een hechte band.”
Het grootste probleem in Turkije : „In Turkije ligt altijd alles gevoelig. Dat hebben de Turken vooral aan zichzelf te wijten. Ze zijn in staat van kleine onbenulligheden grote problemen te maken. Dat geldt in de politiek, kijk naar de Koerdische beweging PKK, maar ook daarbuiten. Het is ook typisch Turks om te klagen dat je te weinig geld hebt, al ben je welvarend. Arm én rijk huilen om meer geld.”
De vreemdste gewoonte van Nederlanders : „Ik vind alles wel normaal in Nederland, behalve het drugsbeleid. Dat is zo inconsequent, daar begrijp ik niets van. Volgens mij moet Nederland gewoon alles verbieden: hard- en softdrugs, en zowel het gebruik als de verkoop ervan.”
Het lekkerste Nederlandse gerecht : Moet even nadenken. Dan: „Patat; eigenlijk een Belgisch gerecht, maar zo langzamerhand Nederlands geworden. Nederlanders eten over het algemeen veel groenten, weinig vlees. In Turkije is dat precies andersom. Het Nederlandse eten is voor ons vrij licht. Turken eten zwaarder, heter, vetter.”
Het mooiste stukje Nederland : „Deze regio, het midden van het land. Drukke steden zoals Amersfoort en Utrecht, bossen en water, bijvoorbeeld de Vinkeveense Plassen, wisselen elkaar af. Er is hier van alles te beleven.”
Het grootste verschil tussen Turkije en Nederland : „Het landschap, de cultuur. Elke keer als ik in Turkije kom, ontdek ik nieuwe dingen. In Nederland ben je sneller uitgekeken. Verder noem ik de waarde van de traditie als verschil. Turken leren hun kinderen om respect te hebben voor ouderen, voor armen. Dat vinden ze heel belangrijk. In Nederland mis ik die dingen soms.”
Ooit terug naar Turkije : „Al zou ik het willen, het kan niet. Ik zou niet weten welk werk ik moest gaan doen. En met de baan die ik nu heb, zou ik daar veel minder verdienen. Ik ga wel af en toe met mijn gezin op vakantie naar Turkije; vorige zomer zijn we voor het laatst geweest. We hebben daar een klein huisje. Als ik met pensioen ga, dat duurt natuurlijk nog lang, dan zou ik wel terug willen. Ik voel me nu meer Nederlander dan Turk. Hoewel, als Turkije tegen Nederland zou moeten voetballen, dan ben ik voor Turkije.”