Binnenland
„Hel en hemel, ik ben er gewoon niet uit”

Anders dan een deel van zijn partijgenoten heeft hij met bijzondere scholen geen enkele moeite zolang ze maar meer dan één smaak kennen. Ook na zijn afscheid van de kerk raakt hij over religie nooit uitgedacht. De zoektocht van VVD-kamerlid mr. drs. Frans Weekers (37).

Jan van Klinken
25 August 2005 11:42Gewijzigd op 14 November 2020 02:53
<center> Frans Weekers </center>
<center> Frans Weekers </center>

Streng in de leer waren zijn ouders zeker niet en dat hij misdienaar werd, had voor hen niet gehoeven. „Zou je dat wel doen Frans?” was hun reactie. Maar Frans wilde het per se, zodat hij iedere zondagochtend om 9 uur op de stoep van de kerk stond en door de week vroeg moest opstaan als het zijn beurt was. De kerk heeft zijn jeugd niet gestempeld, maar speelde er wel een belangrijke rol in. „Op de kleuterschool begonnen we de dag met een weesgegroetje en op de lagere school met het Onze Vader”, lacht de Limburgse politicus.

Op de middelbare school sloeg de twijfel toe. Hij ontdekte dat veel kerkgangers uit gewoonte handelden en niet vanuit het hart. Bovendien vond hij de kerkelijke top erg ouderwets en regentesk. „Sommige paters wisten mij in het diepst van mijn ziel te raken, maar dat waren juist degenen die op een zijspoor werden gezet. Dat droeg er sterk aan bij dat ik van de kerk vervreemd begon te raken.”

Daarmee wil hij niet beweren dat hij het geloof ver achter zich heeft gelaten. „Zo gemakkelijk gaat dat niet. Ik heb het bij mijn vader gezien toen hij ongeneeslijk ziek was. Hij was niet erg kerkelijk, maar de regelmatige bezoekjes van de deken tijdens zijn ziekbed gaven hem toch kracht.”

Al vrij jong was Frans politiek actief. Dat hij bij de VVD terechtkwam, was vrij vanzelfsprekend. „Mijn vader was raadslid geweest voor de VVD en mijn opa was ooit wethouder voor de lokale partij Algemeen Belang. Hij was weliswaar zeer gelovig maar werd toch geen lid van de toenmalige rooms-katholieke KVP. Dat vond niemand raar, want het katholieke zat overal in. Dat hoefde je niet apart te benoemen. Daar was het hele leven van doordrenkt.”

In zekere zin geldt hetzelfde volgens Weekers voor de joods-christelijke en de humanistische traditie. „Dat heeft ons hele waardepatroon sterk beïnvloed en doet dat nog steeds. Dat krijgt iedereen hoe dan ook mee, zeker als je opgroeit in een religieuze omgeving. Het belang daarvan onderken ik ten volle.”

Waarom dan die sterke nadruk bij de VVD op scheiding van kerk en staat?
„Elk mens moet eigen keuzes kunnen maken. Dat mag niet door religie gedicteerd zijn.”

Het lijkt er wel op dat de VVD tegenwoordig elk religieus element wil uitzuiveren.
„Er zijn partijgenoten die daarin verder gaan dan ik. Ik ben niet zoals Hirsi Ali, die op dit punt nog al rabiaat is. Dan slaat de slinger te ver door. Iedereen mag zijn opvattingen hebben zolang hij er een ander maar niet mee lastigvalt. Iedereen mag van mij ook een eigen school bezoeken. Zelf heb ik ook op rooms-katholieke scholen gezeten. Prima toch? Ik heb zelfs aan de VU gestudeerd. Ik zeg er wel bij dat ik van het christelijke weinig heb gemerkt. Bij de uitreiking van de bul werd een stukje uit de Bijbel gelezen. Dat was het enige.”

Hij tekent erbij aan dat bijzondere scholen de leerlingen respect voor andersdenkenden dienen bij te brengen. „Ze mogen zich niet bezig houden met het hersenspoelen van kinderen en moeten meer dan één smaak kennen. Leerlingen dienen zelfstandig een keuze te kunnen maken. Bij islamitische scholen heb ik daar mijn twijfels over. Vandaar dat we in het Liberaal Manifest de vrijheid van onderwijs overeind hebben gelaten, maar die wel zodanig hebben aangescherpt dat we religieus radicalisme niet wettelijk beschermen. Als religie beklemmend wordt, vind ik het een probleem. Mijn opa vond het niet leuk dat ik als enige stamhouder niet voor de kerk trouwde, maar hij heeft me er nooit op aangesproken. Het was mijn keuze en het was mijn verantwoordelijkheid.”

Aan het eind van het gesprek komt hij nog even terug op een vraag uit het onderzoek over leven na de dood. „Ik kan me niet voorstellen dat het na de dood helemaal is afgelopen. Aan de andere kant vind ik begrippen zoals vagevuur, hel en hemel te simplistisch. Bij tijd en wijle houden zulke vragen me wel bezig. Ik ben er gewoon niet uit. Het is een zoektocht die misschien wel nooit is afgelopen.”

Dit is de vierde aflevering van een serie interviews naar aanleiding van het onderzoek geloof en politiek dat deze krant afgelopen zaterdag presenteerde. Morgen Naïma Azough (GroenLinks).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer