Obsessie voor dood en bloed
Toen Mohammed B. na zijn gruweldaad op dinsdag 2 november door de politie in zijn been werd geschoten, werd hij ter plekke door een agent verzorgd. Intussen koestert de moordenaar van Theo van Gogh de grootste haat tegen de Nederlandse samenleving. De rechtbank in Amsterdam kon die tegenstelling maandag niet klein krijgen.
Koelbloedig, agressief, dwingend: dat zijn op de eerste dag van de rechtszaak in de Amsterdamse bunker steeds terugkerende typeringen van Mohammed B… Een van de belangrijkste vragen: Heeft hij alleen gehandeld? „Wij hebben een lam geslacht”, woorden van Mohammed B. zelf, kunnen volgens rechtbankvoorzitter mr. U. W. Bentinck duiden op meerdere betrokkenen. „Maar er zijn ook berichten die aangeven dat vrienden van de verdachte niet van de moord wisten.”
Het kost de rechtbank weinig moeite duidelijk te maken dat Mohammed B. zich in enkele jaren ontwikkelde tot een radicale moslim. De politie trof bij de verdachte thuis boeken aan met titels als ”Oproep tot de jihad”, ”Gebed voor de martelaar” en ”Grondwet van een fundamentalist”.
En de aangetroffen cd roms laten aan duidelijkheid ook niets te wensen over. Ze tonen publiekelijke amputaties van lichaamsdelen, onthoofdingen en keeldoorsnijdingen. „Zeer schokkende beelden”, benadrukt Bentinck.
Waarom werd Theo van Gogh slachtoffer? In de geschriften van Mohammed B. –hij produceerde er ruim vijftig in vier jaar– komt de naam van de Amsterdamse filmmaker niet expliciet voor. Wel die van kamerlid Hirsi Ali. De vraag blijft onbeantwoord. Feit is dat Mohammed B. zich gesterkt voelt door de koran, want iedereen die de profeet Mohammed uitscheldt, moet gedood worden. En: vanwege zijn naam voelt hij zich bijzonder verwant aan de profeet.
Niet alleen op Hirsi Ali, ook op kamerlid Wilders heeft Mohammed B. het niet begrepen. Opnieuw een citaat uit het werk van de 27 jarige Nederlandse Marokkaan: „Het zou mooi zijn als de vestiging van de sharia (de islamitische wetgeving, red.) in Nederland wordt ingeluid met het te pletter vallen van Wilders van de Euromast.” Bentinck: „Uit dergelijke teksten blijkt een obsessie voor de dood en voor bloed.”
De rechtbankvoorzitter leest verklaringen voor van agenten die doodsangsten uitstonden toen zij na de moord op Van Gogh de achtervolging inzetten. B. schoot als een wilde om zich heen.
Getuige deskundige prof. dr. R. Peters, bijzonder hoogleraar geesteswetenschappen, analyseert de radicalisering van Mohammed B. Hij onderscheidt vier stadia, variërend van de verwerping van westerse normen en waarden tot de concrete oproep tot geweld tegen personen die de islam beledigen. Peters: „Dit is de harde vorm van de islam. Die ziet meer in de zweep dan in het geven van het goede voorbeeld.”
Mohammed B. schreef een open brief aan „de smerige poot Wilders”, in verband met de vermeende homoseksualiteit van het kamerlid. Bentinck: „Verdachte had ook kunnen zoeken naar teksten in de koran die de gelijkheid van alle mensen benadrukken.” Peters: „Die had hij zonder problemen gevonden.”
Hoe goed Mohammed B. de koran kent? Peters: „Vrij goed, maar in zijn interpretatie ervan is hij al snel één richting uitgegaan: de radicale.”
In een afgeluisterd gesprek vertelde Mohammed zijn broer Hassan dat hij na de moord graag de doodstraf had gewild. De rechter citeert opnieuw de verdachte: „Ik zweer bij God. Als ze de doodstraf hadden, zou ik erom smeken. Sukkels.” Uit het rapport van het Pieter Baan Centrum blijkt dat Mohammed B. volledig toerekeningsvatbaar is. Psycholoog J. M. Oudejans kritiseert de houding van de verdachte tijdens de onderzoeken: „In plaats van mee te werken, zette hij een koptelefoon op en ging muziek zitten luisteren.”
De psycholoog weet nog meer saillante details over B. te melden: „Hij gaf twee mannen op zijn afdeling les uit de koran, leende gewelddadige teksten aan hen uit en zonderde zich tegen de regels met hen af.”