Kerk & religie
„Landelijk dienstencentrum te zwaar bemenst”

Het huidige apparaat van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) toont een overdadige bemensing van het Landelijk Dienstencentrum en de regionale dienstencentra. Dat zorgt voor een zware druk op de gemeenten, die er vaak alles aan moeten doen om de eindjes aan elkaar te knopen. Deze kritiek uitte voorzitter ds. L. J. den Breejen dinsdag tijdens de voorjaarsconferentie van de Confessionele Vereniging in Nijkerk.

Kerkredactie
DS. DEN BREEJEN
DS. DEN BREEJEN

Samen met het Confessioneel Gereformeerd Beraad (CGB), de Gereformeerde Bond (GB) en het Evangelisch Werkverband (EW) richtte de CV zich in december vorig jaar tot de generale synode met een schrijven. Daarin is verontrusting uitgesproken over de gevolgen van de nieuwe regeling voor de predikantstraktementen en de omslag voor de centrale kas voor een aantal kleinere gemeenten. „Maar ook grotere gemeenten die weinig eigendommen hebben, kunnen in de problemen komen”, zei ds. Den Breejen. „Heel wat voltijdspredikantsplaatsen lijken in gevaar te komen. We ontvingen diverse signalen daarvan. We hopen vurig dat de door de synode ingestelde studiecommissie serieus iets gaat doen met onze kritiek en de betrokken gemeenten niet te lang in onzekerheid laat verkeren”, aldus de CV-voorzitter.

Woensdag is het precies 140 jaar geleden dat de eerste samenkomst van de CV werd gehouden. In de grondslag van de oude vereniging stond als eerste van zeven bepalingen dat zij „aan geen poging tot herstel of hulpbetoon in de nood der Kerk de hand lenen kan, die niet uitgaat van een onbekrompen en ondubbelzinnige instemming met de grondslag der kerk, in haar belijdenisgeschriften neergelegd.”

„We zijn nu precies 140 jaar verder”, zei de voorzitter. „De woorden onbekrompen en ondubbelzinnig uit die eerste grondslag zijn met de Confessionele Vereniging meegegaan. We staan er nog helemaal achter, net zoals we nog altijd staan achter de aansprekende leus van Hoedemaker: „Heel de kerk en heel het volk.” Hij richtte zich fel tegen de partijvorming in de kerk, waarvan hij Kuyper en de zijnen eerder had beticht en die hij nu ook in zijn eigen CV meende te ontwaren.”

Het is goed om deze kritiek telkens weer ter harte te nemen, zei ds. Den Breejen. „De CV stond achter het proces van eenwording rond Samen op Weg. Van Hoedemaker hebben we geleerd dat afscheiding nooit een oplossing van kerkelijke problemen is. Maar de confessionelen hebben altijd wél met klem betoogd dat het dan in dat proces van eenwording zou moeten gaan om een belijdende kerk. De PKN wil volgens artikel I een belijdende kerk zijn. De CV zal kerk en synode telkens weer op die grondslag aanspreken en daar mag zij als vereniging ook zélf op afgerekend worden.”

Het hoofdbestuur heeft vorig jaar een gesprekshandreiking doen uitgaan naar alle afdelingen en provinciale commissies, alsmede naar alle predikantleden. Uit de reacties werd volgens de CV-voorzitter duidelijk dat de CV recht van bestaan heeft. Tijdens de ledenvergadering is een aantal beleidsvoornemens naar aanleiding van de reacties op de handreiking bekendgemaakt. „In veel reacties klinkt de roep om een scherpere profilering door.” Ook zal de CV meer dan voorheen aan toerusting doen. De samenwerking met verwante modaliteitsorganisaties (GB, EW en CGB) zal worden voortgezet en waar mogelijk geïntensiveerd. „Voor wat betreft het CGB moet nader onderzocht worden of op den duur samengaan in een federatief verband of in één vereniging mogelijk is.”

Ter gelegenheid van het 140-jarig bestaan van de CV werd dinsdag een boekje gepresenteerd met als titel ”Belijdend onderweg. De Confessionele Vereniging 140 jaar samenbindend”. Tijdens de bestuursverkiezing werd afscheid genomen van mevrouw ds. H. Oostenbrink-Evers. Dr. W. J. van Asselt werd herkozen, terwijl mevrouw ds. A. Verbaan-van de Heuvel (Berkel en Rodenrijs) werd gekozen als nieuw hoofdbestuurslid. Tijdens het huishoudelijk gedeelte werd de vraag gesteld of de naam van de CV veranderd moet worden gezien de nieuwe positie in de PKN. Notarieel en juridisch is dit niet noodzakelijk, maar in de toekomst zal dit wellicht gebeuren vanwege de helderheid, zei ds. Den Breejen desgevraagd.

Prof. dr. C. van der Kooi, docent dogmatiek en charismatische vernieuwing aan de Vrije Universiteit, sprak over het thema ”Kom Heilige Geest, vernieuw Uw kerk, vernieuw mijn leven”. Hij noemde het veelzeggend dat er op het gereformeerde erf en ook internationaal een heroriëntering is ten aanzien van het werk en de gaven van de Geest. „Het orthodoxe deel in de kerk beseft heel goed dat het werk niet gedaan is als de belijdenis wordt onderschreven en hooggehouden. We kunnen onze belijdenis in orde hebben, maar dat zegt nog niet alles over ons geestelijk leven. Als u een rustige kerk wilt, moet u vooral niet bidden om de Geest, want dan wordt het spannend en begint het aan alle kanten te rammelen.”

De VU-hoogleraar noemde het opvallend dat het „geestelijk dispensationalisme” -dat leert dat de gaven van de Geest beperkt zijn tot alleen de oudchristelijke kerk- in grote delen van de gereformeerde gezindte is losgelaten. „Ik pleit ervoor dat we onze theologie gaan opschudden en dat we daadwerkelijk plekken in de gemeente inrichten waar geroepen wordt: Kom Heilige Geest, vernieuw uw kerk. Niet dat we ons klakkeloos uitleveren aan charismatische groepen, maar dat we de plekken waar we lang op één houding gelegen hebben, weer de kans geven gelucht te worden. Het gevaar van de orthodoxie is dat zij gelooft in haar vorm en niet vertrouwt dat God ook buiten die vertrouwde vorm werkt.”

De Geest werkt volgens prof. Van der Kooi als een mol die gangen graaft van de ene plek naar de andere en daarmee de dijken tussen de kerken ondergraaft. Dat bracht hem tot positieve opmerkingen over de Rooms-Katholieke Kerk. „Is er niet veel meer herkenning gekomen tussen de kerken van de Reformatie en de kerk van Rome? Laten we niet vergeten: de Reformatie was een door de reformatoren betreurde noodmaatregel ter wille van de vrijheid van het Evangelie. En dat betekent dat er een dag kan komen dat die noodmaatregel niet meer nodig is. Het Tweede Vaticaanse Concilie heeft de RK-Kerk veel bijbelser gemaakt. De vorige paus was christocentrisch. En ook de huidige paus lijkt dat te zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer