Oase van rust in de Randstad
VOORSCHOTEN - ’s Winters verkopen ze er kerstbomen, in de lente poetsen ze het zilver en ’s zomers leiden ze toeristen rond. De 25 vrijwilligers van kasteel Duivenvoorde in Voorschoten doen er alles aan om ’hun’ kasteel in stand te houden. Met succes.
Het kasteel ligt als een juweeltje in het omringende landgoed. Een lange oprijlaan met aan weerszijden eikenbomen leidt de bezoekers naar een oase van rust in de drukke Randstad. Het geluid van de verkeersweg tussen Leidschendam en Voorschoten sterft langzaam weg. Een koppel fazanten verdwijnt tussen het groen.Een verweerde tuinmuur houdt de kasteeltuin verborgen. Pas na het passeren van de bosbaaswoning worden tientallen kerstbomen zichtbaar. ’s Winters kunnen Voorschotenaren voor 15 euro een kerstboom kopen. Na de kerstdagen worden ze tijdens een soort boomplantdag weer teruggezet.
De postbode trekt juist aan de bel bij de hoofdingang van Duivenvoorde. Hij brengt de post voor de kasteelbeheerder, die de toepasselijke achternaam Slot draagt. Ook woont er in de linkervleugel nog een nazaat van de adellijke familie die eeuwenlang het kasteel bewoonde.
Het kasteel is van 1 mei tot 30 september onder begeleiding van goed opgeleide gidsen te bezichtigen. Een van hen is vrijwilligster J. Storm van Leeuwen. Dwalend door de vele rijk aangeklede kamers kan ze urenlang vertellen over Duivenvoorde. „Het kasteel ontleent zijn naam waarschijnlijk aan de rivieren de Duve en de Voor. Duvenvoirt wordt al in 1226 genoemd in een akte. Het was toen alleen nog maar een donjon, een vierkante verdedigingstoren omringd door een gracht en een muur.”
In 1631 liet ene Johan van Wassenaar de donjon verbouwen tot buitenplaats. De steenrijke familie waartoe hij behoorde woonde in Den Haag en had nauwe betrekkingen met de stadhouderlijke familie. Zo was Arend IX van Wassenaar een goede vriend van stadhouder Willem III.
De band met de Oranjes is overal in en om het kasteel terug te vinden. Prins Willem-Alexander en prinses Máxima zijn buren. Bezoekers lopen vanuit de tuin zo door naar het koninklijke landgoed De Horsten.
De laatste eigenaresse van Duivenvoorde, freule Schimmelpenninck van der Oije, was hofdame van de koninginnen Emma, Wilhelmina en Juliana. Om het kasteel en zijn bijzondere inboedel veilig te stellen, bracht de freule het in 1960 onder in een stichting.
Subsidies krijgt de stichting van het Zuid-Hollands Landschap en Monumentenzorg. Daarnaast brengen de rondleidingen geld in het laatje. De vroegere balzaal wordt sinds kort verhuurd voor diners en recepties. Een verloofd stel kijkt goedkeurend rond in de rijk aangeklede zaal. Vijf levensgrote Van Wassenaars blikken vanaf hun schilderij terug. In Duivenvoorde staat de geschiedenis niet stil. Geen dag.
2005 is het Jaar van het Kasteel. Dit is deel 4 in een serie over kastelen die de laatste jaren een heel andere functie hebben gekregen. Volgende week dinsdag deel 5.