Kerk & religie

„Calvijn schreef de kerk van zijn jeugd af”

Brieven schrijven was in de zestiende eeuw een populaire bezigheid. Van Calvijn is bekend dat hij duizenden brieven verstuurde en ontving. Gisteren verscheen het eerste deel van de wetenschappelijk editie van de brieven van Calvijn. „We willen geen onkritische verering van Calvijn. Hij heeft ook zijn zwakke kanten.”

Kerkredactie
1 April 2005 10:34Gewijzigd op 14 November 2020 02:23Leestijd 3 minuten

Prof. dr. C. P. M. Burger, hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en leider van het Calvijn-project, overhandigde gistermiddag het eerste exemplaar aan dr. W. Noomen, voorzitter van het college van bestuur van de VU. De presentatie trok zo’n 75 belangstellenden.

Een nieuwe editie van Calvijns brieven vindt Burger hard nodig. „De twee edities die we hebben, stammen uit de negentiende eeuw. Er is behoefte aan een uitgave die vollediger en preciezer is en waarin modern historisch onderzoek is verwerkt. De oude Calvijn-edities willen hun ’held’ te vaak in een goed daglicht stellen”, aldus de hoogleraar.

Het eerste deel van Calvijns briefwisseling telt 85 brieven uit de periode 1530-1538. De brieven verschijnen in de oorspronkelijke taal, het Frans en het Latijn, en zijn voorzien van aantekeningen. De editie is vooral bedoeld voor wetenschappelijk onderzoek.

Dr. W. Heijting, hoofd van de collectie oude drukken van de universiteitsbibliotheek van de VU, hield een lezing over de plaats van de brief in de media van de zestiende eeuw. „Ondanks de uitvinding van de boekdrukkunst speelden brieven een belangrijke rol. Dat kwam mede doordat zij van functie veranderden: brieven werden vaak voor publicatie bestemd. Wie in onze tijd denkt dat door de digitale media boeken zullen verdwijnen, moet naar de zestiende eeuw kijken. Daar bleven brieven bestaan, naast het gedrukte werk.”

Dr. F. P. van Stam, die sinds 1991 bij het Calvijn-project is betrokken, sprak over de houding van Calvijn en de Straatsburgse reformator Martin Bucer ten opzichte van de Rooms-Katholieke Kerk. Van Stam: „In zijn brieven adviseerde Calvijn de Franse gelovigen maximale distantie tot de kerk van Rome te houden en zelf binnenshuis bijeenkomsten te beleggen. Calvijn schreef de kerk van zijn jeugd af.”

Bucer had een heel andere benadering, zei Van Stam. „Hij wilde juist verbonden blijven met oprechte gelovigen in de Rooms-Katholieke Kerk om hen te steunen en om dwalenden in die kerk daarvan terug te roepen. Bucer adviseerde de Franse gelovigen dus binnen de kerk van Rome te blijven, maar zich daarin allerminst passief op te stellen.”

Calvijn gebruikte zijn brieven ook als propagandamiddel, zo stelde dr. M. van Veen. „Tijdens de godsdienstgesprekken tussen rooms-katholieken en protestanten rond 1540 hield Calvijn er rekening mee dat zijn brieven aan zijn vriend Guillaume Farel openbaar zouden worden. Het achterste van zijn tong liet Calvijn daarom niet zien.”

De reformator wilde doelbewust een bepaald beeld van de godsdienstgesprekken geven, zegt Van Veen. „In zijn brieven schetst hij het beeld van eensgezinde, strijdbare protestanten. Calvijn is net een vakbondsman die het resultaat van de besprekingen wil verkopen als een daverende overwinning voor de protestanten. Dat is propaganda per brief.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer