De NAVO-lidstaten kwamen ruim tien jaar geleden overeen 2 procent van hun economie te gaan uitgeven aan hun verdediging. Sinds Rusland weer op voet van oorlog met Europa verkeert en Europa zich ook niet langer verzekerd voelt van Amerikaanse bescherming, zijn veel landen alsnog vlug aan die norm gaan voldoen. Maar Spanje en een handvol andere landen wilden daarvoor nog jaren de tijd nemen. Ook al moet het percentage volgens velen alweer fors omhoog en zou de NAVO-top in Den Haag op een fiasco kunnen uitdraaien als bondgenoten blijven talmen.

Spanje gaat toch in 2025 al naar een defensiebudget van 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp), kondigde Sánchez dinsdag aan. Het extra geld gaat onder meer naar de opleiding en salarissen van militairen, cyberbeveiliging en extra wapens. Spanje probeerde de afgelopen tijd allerlei bestedingen aan bijvoorbeeld infrastructuur als defensie-uitgaven aan te merken, om zo makkelijker de NAVO-norm te halen. Maar dat zit er niet in, maakte de alliantie duidelijk.

Sánchez moest miljarden zien te vinden terwijl Spanje al zuinig moet zijn om zich niet verder in de schulden te steken. En hij heeft radicaal-linkse coalitiegenoten die zich uit principe verzetten tegen hogere defensie-uitgaven. Om hun tegemoet te komen gaat veel van het extra geld niet naar wapentuig, maar naar minder gewelddadige zaken als lonen, computerbeveiliging en logistiek.