Rapporteur ziet ‘weinig durf’ in uitspraken over mensenhandel
In uitspraken van rechters over mensenhandel is „weinig vindingrijkheid en durf” te vinden. Dat schrijft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Conny Rijken, in een onderzoek. Op andere punten zijn er juist flinke verschillen tussen de zaken.
De rechter valt volgens de rapporteur regelmatig terug op oude arresten en wetsgeschiedenis. De „vaak inspirerende conclusies” van advocaten-generaal blijven daarbij juist liggen. Doordat weinig mensenhandelzaken voor de Hoge Raad komen, ontwikkelt het recht zich op dit vlak weinig.
De rapporteur onderzocht een steekproef van 229 uitspraken in mensenhandelzaken tussen 2019 en 2023. De meeste zaken gingen over seksuele uitbuiting. Daarnaast waren er zaken van criminele uitbuiting en andere soorten uitbuiting zoals dwang om een telefoonabonnement af te sluiten. De verdachten, meestal mannen, werden in bijna vier op de vijf gevallen veroordeeld.
Het recht ontwikkelt zich meestal in kleine stapjes, schrijft de rapporteur. „In mensenhandelzaken lijken zelfs deze kleine stapjes niet gemaakt te worden.” Volgens haar is „een zekere mate van creativiteit en professionele nieuwsgierigheid” nodig.
Begin deze maand meldde de rapporteur in een ander onderzoek dat opsporingsdiensten kansen laten liggen bij de aanpak van mensenhandel. Minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, NSC) reageerde daarop dat hij hoopt dat het parlement zich snel buigt over een nieuwe wet tegen mensenhandel. Die wet moet het makkelijker maken om mensenhandel en uitbuiting te vervolgen.