Universiteiten kondigen rechtszaken aan tegen deel bezuinigingen
Universiteiten gaan via de rechter proberen een deel van de bezuinigingen op het hoger onderwijs van tafel te krijgen. Ze stellen dat het kabinet afspraken over starters- en stimuleringsbeurzen die de overheid in 2022 met de sector maakte, niet zomaar mag opzeggen. Het gaat om een bedrag van 300 miljoen euro.
Over het geld werd een bestuursakkoord gesloten met een looptijd tot eind 2030. „Veel rechtsgeleerden zetten vraagtekens bij de juridische houdbaarheid van het eenzijdig openbreken van het akkoord. Dat staat eventuele toekomstige afspraken tussen universiteiten en de overheid in de weg”, stelt voorzitter Caspar van den Berg van koepel Universiteiten van Nederland (UNL).
Tilburg University en de Radboud Universiteit in Nijmegen beginnen de eerste procedures, meldt UNL. De universiteiten gingen destijds „op aandringen van de minister” snel aan de slag met het toewijzen van beurzen, brengt de organisatie in herinnering. Toen regeerde het kabinet-Rutte IV nog en was Robbert Dijkgraaf (D66) minister. Nu is dat Eppo Bruins (NSC). Hij heeft de bezuinigingen „pijnlijk” genoemd, maar voert ze toch door.
Tegen de bezuinigingen wordt volop geprotesteerd. Maandag was er nog een staking aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, dinsdag op de Erasmus Universiteit Rotterdam en donderdag staat Tilburg op het programma. „Doe het niet”, is steeds het motto. Die boodschap was ook gericht aan de Eerste Kamer, maar die besloot „het” wel te doen: de onderwijsbegroting met 1,2 miljard euro aan bezuinigingen kreeg dinsdag een meerderheid.
UNL-voorzitter Van den Berg noemt het „niet uit te leggen dat een land dat het vrijwel volledig van kennis moet hebben” zo fors bezuinigt.