Meer mensen melden zich bij steunpunt Mores om wangedrag
Bijna driehonderd mensen hebben vorig jaar contact opgenomen met Mores, het steun- en adviespunt voor de culturele, creatieve en mediasector. In 234 gevallen ging het om mensen die grensoverschrijdend gedrag hebben ervaren of daar getuige van waren, staat in het vrijdag gepubliceerde jaarverslag. Het jaar daarvoor ging het nog om tweehonderd meldingen.
Sinds vorig jaar kunnen ook mensen zich melden die vanuit hun leidinggevende functie of als vertrouwenspersoon willen sparren over een situatie met mogelijk grensoverschrijdend gedrag of die daarvan beschuldigd worden. Van deze mogelijkheid hebben zestig mensen gebruikgemaakt, twaalf daarvan werden zelf beschuldigd.
De meest genoemde vorm van grensoverschrijdend gedrag was net als vorig jaar intimidatie, zoals machtsmisbruik en kleineren (50 procent). Ook werd er veel gesproken over seksuele intimidatie (20 procent) en pesten (13 procent).
Febe Deug, voorzitter van Mores, noemt het goed dat mensen de weg naar de onafhankelijke vertrouwenspersonen van Mores weten te vinden. „Tegelijkertijd moeten alle organisaties stappen zetten om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen en adequaat handelen als er toch een melding komt. Dat laatste gaat helaas nog vaak mis, er wordt te snel gehandeld of juist helemaal niet”, zegt ze. Deug ziet wel dat de sector steeds vaker initiatieven organiseert rond sociale veiligheid.
Mores benadrukt dat het aantal mensen dat contact opneemt niet alles zegt over hoe vaak wangedrag in de sector plaatsvindt. Het steunpunt biedt enkel een vangnet en houdt geen volledig overzicht bij.
