EconomieOvervol stroomnet

Hoe files op stroomnet op te lossen?

Het stroomnet zit overvol en dat leidt steeds vaker tot problemen. Woningen en bedrijven kunnen geen elektriciteitsaansluiting krijgen, met soms verstrekkende gevolgen. Hoe nu verder?

31 March 2025 10:17Gewijzigd op 31 March 2025 10:23Leestijd 5 minuten
Zonnepanelen op de daken van woningen. beeld ANP, Remko de Waal
Zonnepanelen op de daken van woningen. beeld ANP, Remko de Waal

De gemeente Kampen sleept Enexis voor de rechter, omdat de netbeheerder geen passende aansluiting zegt te kunnen leveren voor een nieuw duurzaam schoolgebouw. „Het kan niet zo zijn dat de meest duurzame school op een aggregaat aangesloten moet worden of mogelijk niet open kan”, zei wethouder Erik Faber van de Overijsselse gemeente woensdag.

Een woningbouwproject van vijftig woningen in het Noord-Hollandse Wognum lijkt te stokken, omdat Liander zegt pas over zeven jaar ruimte te hebben om de nieuwe wijk aan te sluiten op het stroomnet. Volgens de netbeheerder zijn daarvoor een nieuw transformatorstation, een nieuwe stroomkabel en enkele transformatorhuisjes nodig. Dat kan niet eerder dan in 2032.

In totaal stonden eind vorig jaar 20.000 projecten van bedrijven en consumenten die (extra) transportcapaciteit op het net nodig hebben in de wachtrij, bleek afgelopen week uit nieuwe cijfers van Netbeheer Nederland.

Om alle problemen het hoofd te kunnen bieden, moet tot 2040 bijna 200 miljard geïnvesteerd worden in het stroomnet. Een enorme opgave. Voor verzwaring van het net zijn de komende jaren duizenden extra transformatorhuisjes nodig, evenals duizenden kilometers elektriciteitskabel. Het vinden van technici die de klus kunnen klaren, is op een krappe arbeidsmarkt eveneens een lastige opgave.

Speelruimte

Lisanne Saes. beeld Renée Daniels

Toch is het stroomnet niet zo overvol als het lijkt, zegt Lisanne Saes, beleidsadviseur netinfrastructuur bij NedZero en Holland Solar, de branchevereniging voor wind- en zonne-energie. „Netcongestie wordt vaak voorgesteld alsof er geen enkele speelruimte meer is. Maar zo zwart-wit is het niet. Natuurlijk zijn er forse investeringen in het stroomnet nodig. Die kunnen echter zo’n 20 miljard lager uitvallen als we het elektriciteitsnet beter benutten en de piekmomenten waarop veel stroom wordt gebruikt of aangeboden platslaan. Dat laatste kan door bedrijven flexibele contractvormen aan te bieden en ze te belonen voor het gebruik of aanbieden van stroom buiten de momenten van grote drukte op het net.”

Een wat onbekender, maar niet minder belangrijk punt is volgens Saes dat netbeheerders 20 procent van de capaciteit van het net reserveren voor het opwekken van groene stroom in de toekomst. „Het elektriciteitsnet zit dus niet letterlijk vol, maar met de reservering erbij wel. Netbeheerders doen aannames over de hoeveelheid opgewekte stroom in de toekomst, baseren daarop hun prognoses en bouwen een veiligheidsmarge in.”

„Het stroomnet is niet zo overvol als het lijkt”

Lisanne Saes, beleidsadviseur netinfrastructuur bij NedZero en Holland Solar

De vraag is, zegt Saes, of die aannames wel kloppen. „Als particulieren en bedrijven meer van hun opgewekte stroom zelf verbruiken of zuiniger met energie omspringen, zullen ze minder terugleveren aan het net. Bovendien is het onzeker of particulieren nog in hetzelfde tempo als de afgelopen jaren zonnepanelen op hun dak zullen leggen als ze er financieel minder voordeel van hebben.”

Netbeheerders zouden bovendien de kabels en transformators in de elektriciteitshuisjes best wat zwaarder kunnen belasten, meent Saes, die eerder voor netbeheerder Liander werkte. „Ze zijn vuurbang voor stroomstoringen, omdat ze daarop hard worden afgerekend. De leveringszekerheid ligt in Nederland op 99,9 procent, veel hoger dan in andere landen. Stroomstoringen kennen we hier nauwelijks. Het belang van betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet moet afgewogen worden tegen het belang van bijvoorbeeld bedrijven die lang moeten wachten op een zwaardere netaansluiting en daardoor economische schade oplopen.”

Saes krijgt bijval van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Woensdag bracht de ACM een notitie uit waarin ze de vraag stelt of er altijd voldoende elektriciteit beschikbaar moet zijn om op elk moment van de dag elektrische auto’s op te laden. „De grote veranderingen in ons energiesysteem roepen de vraag op welk niveau van voorzieningszekerheid we als samenleving willen, hoe we dat organiseren, en wat we daarvoor willen betalen”, aldus bestuurslid Manon Leijten.

Grenzen opzoeken

Prof. dr. Machiel Mulder. beeld Max Koot

De Groningse hoogleraar energie-economie Machiel Mulder meent net als Saes en de ACM dat er best ruimte is bij netbeheerders om het stroomnet wat zwaarder te belasten. „Vanouds hebben zij een sterke focus op betrouwbaarheid. Tegelijk denk ik dat ze al bezig zijn de grenzen op te zoeken van wat nog mogelijk is. Dat gaat deels vanzelf, omdat de belasting van het net toeneemt, terwijl de capaciteit ervan op korte termijn nauwelijks groeit.”

Mulder erkent weliswaar dat het stroomnet een groot deel van de dag inderdaad helemaal niet overvol is, maar waarschuwt dat juist tijdens piekmomenten problemen ontstaan. „In woonwijken zorgen zonnepanelen steeds vaker voor netcongestie doordat ze allemaal op hetzelfde moment stroom opwekken. Daarnaast neemt de vraag naar elektriciteit toe door warmtepompen en het opladen van elektrische auto’s.”

„Netbeheerders zijn al bezig de grenzen op te zoeken van wat nog mogelijk is”

Machiel Mulder, hoogleraar energie-economie

Met de goede prikkels –tijdsafhankelijke tarieven voor transport van stroom– valt het gedrag van consumenten en bedrijven bij te sturen, zodat ze op andere momenten stroom gebruiken of terugleveren, zegt Mulder. „Met alleen aanpassing van het gedrag redden we het echter niet. Er valt niet te ontkomen aan forse investeringen in de verzwaring van het stroomnet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer