Keijzer wil dat OM haar vrijpleit om uitspraak over Jodenhaat
BBB-vicepremier Mona Keijzer wil dat het Openbaar Ministerie erkent dat zij niets strafbaars deed toen zij vorig jaar in een talkshow zei dat antisemitisme „bijna onderdeel is van de cultuur” in sommige islamitische landen. Het OM concludeerde dat deze uitspraak neerkwam op strafbare groepsbelediging, maar ging niet over tot vervolging. Keijzer wil dat oordeel aangepast zien, bevestigt zij na een bericht in De Telegraaf.
Een naar Nederland gevluchte Afghaan probeerde onlangs bij het gerechtshof in Amsterdam af te dwingen dat Keijzer, die ten tijde van de gewraakte uitspraken nog Kamerlid was voor BBB, alsnog vervolgd zou worden. Maar daar ging het hof niet in mee. Het oordeelde dat de uitspraken van Keijzer, gedaan in de context van het publieke debat over antisemitisme, juist niet strafbaar waren. Met dat arrest in de hand vraagt Keijzer ook het OM dat nu te erkennen.
De BBB-minister maakte in december bekend ook zelf naar het hof te stappen om af te dwingen dat haar zaak alsnog voor de rechter zou komen. Op die manier zou zij zichzelf tenminste in de rechtszaal kunnen verdedigen. Dat zij ten onrechte is aangemerkt als verdachte, zonder die gelegenheid te krijgen, heeft haar persoonlijk geraakt en haar geschaad als politica, zegt zij.
Keijzers concrete verzoek is om de zogenoemde sepotcode - kort gezegd de reden die het OM opgeeft om niet te vervolgen - in haar zaak aan te passen, zodat zij niet langer als verdachte van een strafbaar feit te boek staat. Als het OM daar gehoor aan geeft, trekt zij haar klacht bij het gerechtshof in.
BBB-leider Caroline van der Plas laat weten haar vicepremier volledig te steunen in haar strijd voor eerherstel. „Het is bizar dat Mona Keijzer überhaupt door deze juridische molen moest. Als je als Kamerlid in een talkshow je mening geeft en je wordt vervolgens als verdachte aangemerkt, dan is er iets goed mis in dit land.”