Igor en Galina vechten al 17 jaar voor legaal verblijf in Nederland. „We zijn geen Oekraïners”
Ze strijden al zeventien jaar voor een verblijf in Nederland, maar de IND blijft van mening dat Igor en Galina zich in Oekraïne moeten vestigen. Is er nog perspectief voor het staatloze echtpaar uit Apeldoorn?

Het is een koude donderdag in februari. Igor Skrijevski viert zijn 62e verjaardag, maar zonder slingers en gebak. Sinds 30 januari is hij in hongerstaking en leeft hij op water en tomatensap. Hij wil hiermee aandacht vragen voor de uitzichtloze situatie waarin hij en zijn vrouw Galina (60) zich nu al zeventien jaar bevinden.
Igor doet zijn verhaal op een oude tweezitsbank in een klein appartement, onderdeel van de vrijstaande woning van een bejaarde weduwe in Apeldoorn. Hier verblijven hij en Galina al bijna twaalf jaar, dankzij steun van een lokaal initiatief, dat hun ook elke maand leefgeld biedt.
Tegen het raam in de 4,5 vierkante meter grote kamer staat een tafel met vier naaimachines, gekregen van vrienden of gekocht via Marktplaats. Hiermee oefent Galina dagelijks haar oude beroep uit. Tijdens het interview luistert ze op de achtergrond mee, vanaf een stoel in de slaapkamer. Deze bevindt zich pal naast het woongedeelte en staat met twee bedden, opgestapelde kratten met kleding en een klein bureau propvol.
In 2011 deden ze hun verhaal al eens in het Reformatorisch Dagblad. Ze waren toen ruim drie jaar zonder verblijfsvergunning in Nederland en hoopten dat er snel een oplossing voor hun situatie zou komen. Veertien jaar en veel juridische procedures later is die er nog steeds niet. Eind januari lag er wéér een brief op de mat van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND): „U hebt geen verblijfsrecht. Dat betekent dat u niet meer in Nederland mag zijn.”
Donetsk
Igor en Galina zijn allebei geboren in Donetsk Oblast, in de voormalige Sovjet-Unie. In 1984 trouwen ze. Zo’n zes jaar later, als Igor problemen krijgt met de geheime dienst, de KGB, vertrekt het echtpaar naar de Verenigde Staten, waar het politiek asiel aanvraagt. Ze bouwen er een nieuw bestaan op, vinden werk en kopen twee huizen, onder meer in Brooklyn New York.
In 2007 komt er een abrupt einde aan hun leven in de VS. Nadat er jarenlang onduidelijkheid is geweest over hun asielaanvraag, moeten ze het land gedwongen verlaten. De Sovjet-Unie bestaat inmiddels niet meer en de VS willen hen uitzetten naar Oekraïne, waar Donetsk nu onderdeel van is.
„Amerika heeft geprobeerd ons uit te zetten naar Oekraïne met valse documenten”, zegt Igor. „Een rechtstreekse vlucht naar dat land was niet mogelijk. We werden eerst op een vliegtuig naar Amsterdam gezet en vandaar een dag later naar Oekraïne. Dat land liet ons niet toe, nadat werd vastgesteld dat we geen Oekraïense burgers zijn. Na een paar maanden werden we teruggestuurd naar Nederland, omdat we vanuit Amsterdam naar Kyiv waren gevlogen.”
Terugkeer naar de VS, wat Igor en Galina het liefst willen, blijkt onmogelijk. Daarom vragen ze in 2008 in Nederland asiel aan. De IND wijst hun aanvraag af. In 2009 volgt een uitzetting naar Oekraïne. Dat land stuurt hen echter direct –„met hetzelfde toestel”– terug naar Nederland omdat ze geen Oekraïense burgers zijn.
Terug in Nederland dienen de twee een herhaald asielverzoek in. Opnieuw krijgen ze een negatieve beschikking, omdat de IND hen niet als vluchtelingen beschouwt, waarna ze in december 2011 in Rotterdam in vreemdelingenbewaring terechtkomen om te worden uitgezet.
Een gedwongen vertrek naar Oekraïne gaat uiteindelijk niet door, omdat hun advocaat er op het laatste moment een stokje voor steekt. Na ruim drie maanden worden de staatlozen vanuit het detentiecentrum vrijgelaten. Ze belanden op straat en krijgen hulp en opvang van mensen in Apeldoorn, waar ze eerder in een asielzoekerscentrum (azc) hebben gewoond.
Klusjes
Inmiddels verblijft het staatloze echtpaar zeventien jaar in Nederland. Igor houdt de tuin bij van de weduwe bij wie hij woont en doet andere klusjes, zoals fietsreparaties, voor bekenden. Ook zamelt hij oud ijzer in. Galina doet naai- en verstelwerk voor mensen uit hun Apeldoornse netwerk.

In de loop der tijd hebben ze „minimaal zes advocaten” die achtereenvolgens hun zaak behartigen. Een aanvraag om als staatloze burgers te worden erkend die buiten hun schuld niet naar Oekraïne kunnen, loopt op niets uit. De IND is van mening dat Igor en Galina het Oekraïense burgerschap kunnen aanvragen en dat dit land hen dan moet toelaten. „Niemand kan mij verplichten dat te doen”, zegt Igor stellig. „Oekraïne is mijn land niet.”
Hij wijst er bovendien op dat Oekraïne hem niet voor niets zowel in 2008 als in 2009 heeft teruggestuurd naar Nederland. „Ik kan geen Oekraïens burgerschap aanvragen, omdat ik geen geboortedocument heb. En als je naar Oekraïne wilt emigreren, moet je een paspoort hebben van het land waar je vandaan komt, maar dat hebben we niet, omdat we indertijd als staatloze burgers de VS zijn uitgezet.”
In 2019 dient het echtpaar een nieuwe aanvraag voor een verblijfsvergunning in, ditmaal met een beroep op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat onder meer spreekt over het recht op het uitoefenen van een privéleven. De IND wijst die aanvraag in december 2020 af. „Elk mens heeft recht op eten, onderdak en medische zorg. Zijn wij dan geen mensen?” verzucht Igor.
In 2024 verklaart de Raad van State het hoger beroep tegen de afwijzing gegrond. Het besluit uit 2020 wordt vernietigd en de IND moet een nieuwe beslissing nemen. Daarmee gloort er eindelijk hoop voor het echtpaar.
De IND houdt echter vast aan de eerdere afwijzing. De dienst erkent de staatloosheid van Igor en Galina, maar tekent er onder meer bij aan dat ze „geen enkele poging hebben ondernomen om in het bezit te komen van het Oekraïense staatsburgerschap”.
Oorlog
In zijn jongste procedure wijst het echtpaar onder meer op de oorlog in Oekraïne. Terwijl gevluchte Oekraïners in Nederland bescherming krijgen, ziet de IND echter geen reden om Igor en Galina een (tijdelijke) verblijfsvergunning te geven. De IND erkent dat de veiligheidssituatie in „een groot deel van Oekraïne ernstig is verslechterd” sinds de Russische inval in 2022 en dat er in Donetsk Oblast „onophoudelijk en zwaar gevochten” wordt. Het echtpaar zou zich, zo stelt de IND, aan het oorlogsgeweld kunnen onttrekken door zich in een ander deel van het land te vestigen.
De advocaat van het echtpaar heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak (zie ”Pijnlijk dat ze zo lang moeten wachten”). Intussen trekt ook de Socialistische Partij (SP) in de Tweede Kamer zich hun lot aan. Kamerlid Michiel van Nispen diende vorige week een motie in die dinsdag in stemming komt. Hij constateert dat Igor en Galina „nu de oorlog in Oekraïne in gestuurd dreigen te worden”.
De SP’er verzoekt de regering om „een einde te maken aan de schrijnende situatie voor Igor en Galina en na jaren van staatloosheid tot een humane oplossing te komen, door het jarenlang verblijf in Nederland, buiten hun schuld, om te zetten in perspectief op een toekomst”.
Igor durft niet te hopen dat hierdoor na zeventien jaar een einde zal komen aan zijn „wanhopige situatie”. Hij zucht nog eens diep en zegt: „In Amerika hadden we werk, huizen, auto’s, vrienden. We zijn alles kwijtgeraakt. Als we in 2008 in Nederland een verblijfsvergunning hadden gekregen, hadden we hier al die jaren kunnen werken, belasting betaald en een normaal leven geleid.”
Ook Galina is moe van de jarenlange procedures en onzekerheid. „Ik probeer elke dag bezigheden te hebben. Anders ga ik zitten denken over onze situatie en dan ga ik huilen. Dit is geen leven. Maar ik wil hoop houden.”