Utrecht wil met Rijk om tafel over weren windmolens door Defensie
Provinciale Staten van Utrecht willen dat het provinciebestuur „een dringend gesprek” met het kabinet voert over het besluit van de staatssecretaris van Defensie geen windmolens toe te staan op de militaire oefenterreinen Leusderheide en Vlasakkers. Een meerderheid van de Staten stemde in met een motie waarin werd opgeroepen tot het overleg. Het verzoek was ingediend door de fracties van PvdA, VVD, GroenLinks, Partij voor de Dieren, CDA, D66 en SP.
Eind vorig jaar maakte het ministerie van Defensie bekend geen ruimte te zien voor de plaatsing van windturbines op de militaire oefenterreinen langs de A28. Defensie verwacht onder meer verstoringen in communicatieapparatuur en gevolgen voor de veiligheid tijdens bijvoorbeeld parachute- en helikopteroefeningen als er windturbines komen.
PvdA-Statenlid Hans Adriani uitte kritiek op Defensie, omdat het departement eenzijdig heeft besloten geen windmolens toe te staan. Ook stelden de indieners van de motie dat Defensie de ambities van de regio Amersfoort op het gebied van windenergie „ondergraaft”.
De provincie en Utrechtse gemeenten hebben in de Regionale Energie Strategieën (RES) afgesproken in 2030 2,4 terawattuur (TWh) aan zonne- en windenergie op te wekken. Om dat doel te kunnen bereiken, moeten er meer windturbines komen. RES-regio Amersfoort heeft aangeboden 0,5 TWh te leveren. Als gebieden langs de A28 niet beschikbaar komen voor windturbines valt een groot deel van het bod weg.
Gedeputeerde Huib van Essen (energietransitie) zei dat hij de motie ziet als een ondersteuning voor het college van Gedeputeerde Staten en de regio Amersfoort, die ook teleurgesteld zijn over het besluit van Defensie. Hij voegde eraan toe dat over de kwestie al meerdere gesprekken zijn gevoerd met de ministeries van Defensie en Klimaat en Groene Groei. „Maar eerlijk gezegd is de kans wel heel klein dat Defensie het besluit over Vlasakkers en de Leusderheide gaat heroverwegen”, zei Van Essen. „Wel heeft Defensie laten weten dat ze betreurt hoe het is gegaan is en dat ze er lessen uit trekt”.