Minister: eenheid boven cijfer in getouwtrek NAVO-defensienorm
Dat de NAVO-landen het op de komende top in Den Haag eens worden over een nieuw streefcijfer voor hun defensiebudgetten is belangrijker dan hoe dat precies uitvalt, vindt defensieminister Ruben Brekelmans. Hij schuwt het zelf noemen van een nieuwe ‘NAVO-defensienorm’ om de zoektocht naar een compromis in het verdeelde bondgenootschap niet nog moeilijker te maken.
Nederland zit volgens Brekelmans in een middengroep tussen achterblijvers als België, die zelfs nog lang niet aan de huidige afspraken voldoen, en koplopers als Polen en de Baltische landen. Die laatste steken al veel meer in hun verdediging en gaan richting de 5 procent van de omvang van hun economie die de nieuwe Amerikaanse president Donald Trump eist. Op dit moment ligt de NAVO-norm op 2 procent.
Voor gastheer Nederland staat voorop dat de NAVO-landen „in al hun diversiteit” het eens worden, zei Brekelmans woensdag in de Tweede Kamer. „Het slechtste scenario zou zijn dat dat een top wordt van verdeeldheid. Als wij als kabinet nu zouden zeggen: we gaan heel hard een percentage noemen, dan neem je daarmee ook de ruimte weg om tot een uitkomst te komen.” Pas kort voor de top in Den Haag eind juni wordt duidelijk of en met hoeveel de norm wordt opgehoogd, verwacht hij.
Oppositiepartijen als CDA, D66, Volt en GroenLinks-PvdA maanden Brekelmans om wel een streefdoel te noemen. Dat ligt moeilijk in de regeringscoalitie, waar PVV en BBB zich voorlopig tegen een verhoging hebben gekeerd. Brekelmans’ eigen VVD en in mindere mate NSC voelen daar wel voor, maar spreken zich nog niet uit voor een hoger percentage dan de huidige 2 procent. Parallel aan de onderhandelingen binnen de NAVO onderhandelt de coalitie de komende tijd ook over het aanpassen van de begroting.
„Er zijn nog zoveel varianten mogelijk”, hield Brekelmans de Kamer voor. Niet alleen het percentage, maar ook de tijd die landen daarvoor krijgen telt. En „er wordt wel erg gefixeerd op de doelstelling. Je hoeft daar natuurlijk als land niet op te wachten” en kunt zelf de lat altijd hoger leggen. Overigens hoef je evenmin onmiddellijk door roeien en ruiten te gaan om je aan een eventuele heel hoge norm te houden, tekende de minister ook aan.