Laat Mijn volk gaan
In het kader van een achtergrondstudie bij het Bijbelboek Handelingen nam ik recent deel aan een les over de Joodse diaspora ten tijde van het Romeinse Rijk. Veel interessante feiten passeerden de revue, waarvan één me in het bijzonder raakte: slaven in het Romeinse Rijk bekeerden zich geregeld tot het Jodendom, omdat Joden erom bekend stonden dat ze hun broeders vrijkochten.
De docent lichtte uitgebreid toe hoe diepgeworteld de religieuze plicht tot vrijkoping van ballingen, slaven en gijzelaars in het Joodse denken zit, en hoezeer dat de Joden al eeuwenlang tot ideale kandidaten voor chantage maakt.
Onmiddellijk verschoven mijn gedachten naar de dag van vandaag, waar zo’n twee dozijn Israëlische gijzelaars vrijkomen door ze te ruilen voor vele honderden veroordeelde Palestijnse gevangenen. Velen van hen zijn zelfs meermaals tot levenslange gevangenisstraffen veroordeeld wegens het plegen van aanslagen. De deken van onrechtvaardigheid die over deze ruildeal hangt, voelt bij het horen van deze informatie toch iets lichter. Dit is wie we zijn, de Joodse staat bouwt ook op nationaal niveau op de eeuwenlange Joodse vrijkooptraditie.
Terugkijkend op de recente vrijlatingen voel ik toch een zekere trots
Eenvoudig is de materie allerminst. De gijzeling door Hamas bouwt precies op deze aanname: omdat ze weten hoe ver Israël gaat om haar zonen en dochters terug te brengen, is het doel een zo gunstig mogelijke ruil voor elkaar te krijgen, zodat een volgende slag nog zwaarder kan worden. Gewoon een keer niet doen, dan verleren ze het kunstje, klinkt het in de samenleving. We zijn het de gijzelaars en onszelf verplicht, zegt een ander deel. Als mijn kind in Gaza zou zitten, zou ik het wel weten. Maar hoe zit het met het risico op herhaling?
Enkele Palestijnse gevangenen die in november 2023 in een vergelijkbare context werden vrijgelaten, keerden direct terug naar hun oude gewoontes. Yahya Sinwar, het brein achter de aanslagen van 7 oktober, is eveneens vrijgelaten in een ruildeal. Hoeveel burgers en militairen moeten zich op grond van deze vrijkoop in de toekomst opofferen?
Eenduidig voel ik me allerminst over de gang van zaken. Maar als ik terugkijk op de recente vrijlatingen, heeft bij mij toch een zeker gevoel van trots de overhand. Dat we ons naast militair-strategische overwegingen eveneens laten leiden door humane overwegingen die verankerd zijn in de Thora. Dat we, ondanks de omstandigheden, niet vergeten wie we zijn. En dat we, ondanks alles, „op hoop van zegen” durven zeggen.
Onze correspondent in Israël, Jeannette Gabay-Schoonderwoerd, houdt een dagboek bij vanuit haar woonplaats Afik, in het noorden van Israël. Deel 96.