De zaak bij de rechtbank in Den Haag gaat over een vrouw die in november 2021 stierf nadat ze het zelfdodingsmiddel ‘middel X’ had ingenomen. Zij had onder meer een bipolaire stoornis, waanbeelden en niet-aangeboren hersenletsel. Ze had al eerder geprobeerd een einde aan haar leven te maken.

Ongeveer drie weken voor haar overlijden kreeg de vrouw via de Coöperatie Laatste Wil contact met D., iemand die ze vooraf totaal niet kende. Hij is geen psycholoog of arts, maar een gepensioneerd bankmedewerker. Via WhatsApp stuurden ze dagelijks berichten naar elkaar, tot vlak voor haar overlijden.

D. schreef onder meer dat ze bijna eeuwige rust had en dat het „een feest is als je ogen definitief gesloten zijn en je ademhaling voorbij is”. Ook zei hij wat ze op haar laatste dag moest doen en wat ze tegen artsen moest zeggen om geen argwaan te wekken.

Volgens het OM nam hij daarmee de regie over. Hij zou haar geen ruimte hebben gegeven om van mening te veranderen en toch verder te willen leven. Dat de vrouw eerder al zelfmoordpogingen had gedaan en zelf het legale middel X had gekocht, maakt volgens de officier van justitie niet uit.

D. zelf zegt dat hij onschuldig is. Wat hij tegen de vrouw zei, was in zijn ogen algemene informatie die eenvoudig online te vinden is. Tijdens de zitting zei hij dat hij de vrouw niet had aangemoedigd tot zelfmoord en dat hij tegen suïcide is. Hij had haar echter ook niet tegengehouden, omdat het volgens hem haar eigen vrije wil was om te sterven. Zijn advocaat heeft om vrijspraak gevraagd.

Het komt niet vaak voor dat iemand wordt veroordeeld voor aanzetten tot zelfmoord. In 2005 was iemand daar schuldig aan bevonden, in 2009 werden twee mensen veroordeeld en in 2019 was een verdachte hiervan vrijgesproken.