Oliebollenvet door de gootsteen? Dan zit het waterschap een week later met een hoop vieze smurrie
In januari kampen waterschappen met een jaarlijks terugkerend probleem: oliebollenvet in de gemalen en zuiveringen. Het afvoeren van de plakkerige, dikke drab is een smerig karwei en kost alles bij elkaar miljoenen euro’s.
Op het grote terrein van de rioolwaterzuivering in Den Bosch beent André van Tilborg op een toegangsdeur af. ”Slibindikgebouw” staat op het bord bij de ingang. En dat is een vrij precieze omschrijving van wat er binnen gebeurt. Het slib –alle viezigheid die bij de waterzuivering uit het rioolwater wordt gehaald– bevat bij binnenkomst nog veel water. Gaandeweg blijven vooral de vaste stoffen over. Het slib wordt op het terrein vergist, waarbij biogas wordt geproduceerd.
De slibleiding wordt op deze vroege woensdagochtend tijdelijk even doorbroken: in het midden is een stuk weggenomen. Dat geeft medewerkers van het waterschap de kans om de 100 meter lange leiding aan weerszijden van de onderbreking te reinigen. „Dat doen we met een ”pig”: een soort prop van schuimrubber”, demonstreert Van Tilborg, procestechnoloog bij waterschap Aa en Maas.
Hij laat een paar van die piggen zien. De aan de bovenkant spits toelopende cilinders hebben ongeveer de vorm van een kogel. Ze zijn van licht materiaal en wegen hooguit een paar gram. „Deze zijn nog hanteerbaar, want deze leidingen zijn niet zo dik”, legt hij uit. „Maar bij een leiding met een diameter van een meter heb je ook een grote pig nodig. Als die zich in de leiding volzuigt, kan die wel 1000 kilo wegen als je hem er weer uit haalt.”
Pasta
Dat er vandaag hoognodig moet worden gepigd is geen toeval. De operatie is vooral bedoeld om vetklonten uit de leidingen te verwijderen. En dat is juist in januari een bekend en terugkerend probleem. Jaarlijks doen waterschappen de waarschuwing de deur uit om oliebollenvet netjes naar de milieustraat te brengen, en zeker niet door de gootsteen of wc te spoelen. Alle oproepen ten spijt volgt er elk jaar toch weer een vetpiek in de weken na de jaarwisseling.
Het gevolg is goed te zien op de plek waar de slibleiding tijdelijk is doorbroken. „Je ziet hier twee kleuren”, toont Van Tilborg. De donkerbruine, veel dunnere substantie is het reguliere slib. Maar juist tegen de buitenwand kleeft een flinke laag van een dikke, lichtbruine pasta. Dat is het vet dat maar moeizaam wegspoelt, met het risico dat leidingen verstopt raken.
„Oliebollenvet stolt en klontert, waardoor het bij een regenbui voor een verstopping kan zorgen” - André van Tilborg, procestechnoloog waterschap Aa en Maas
Dat risico is er niet alleen hier, ergens aan de achterkant van het reinigingsproces. „Het vet legt een hele weg af, via het rioolstelsel naar de waterzuiveringsinstallatie”, zegt Van Tilborg. Het kan best een tijdje duren voordat oliebollenvet tot problemen leidt. „Het stolt en klontert, waardoor het bijvoorbeeld bij een regenbui alsnog los kan komen en voor een verstopping kan zorgen.”
Bezinktanks
Dat kan gebeuren bij kleinere rioolgemalen, waar dunnere buizen eerder verstopt raken. Bij de waterzuivering in Den Bosch komt het rioolwater vooral in dikke leidingen binnen. Van Tilborg: „Daar komen verstoppingen niet zo snel voor.” Het vuile water komt in ”bezinktanks” terecht. Daar zakt de ontlasting uit het riool, die als slib zal worden afgevoerd, naar de bodem. Ongewenste stoffen als vochtige doekjes en vet komen juist bovendrijven. Die stoffen worden in vrachtwagens afgevoerd.
Maar het vet bindt juist óók aan ontlasting en komt voor een deel alsnog mee met het slib. Vandaar de moeite die het waterschap hier heeft om de slibleidingen vetvrij te houden. „Het is moeilijk te zeggen welk gedeelte precies door oliebollenvet komt”, zegt Van Tilborg. „Maar we merken wel dat we na de jaarwisseling grofweg twee keer zo snel een vrachtwagen nodig hebben om het vet op te halen.”
„We hebben na de jaarwisseling grofweg twee keer zo snel een vrachtwagen nodig om het vet op te halen”
Hoewel er geen precieze landelijke cijfers zijn, schat de Unie van Waterschappen de schade door oliebollenvet op enkele miljoenen euro’s per jaar. „We weten van diverse waterschappen dat ze per jaar ongeveer 2 ton kwijt zijn”, laat een woordvoerder weten. Nederland telt 21 waterschappen.