Meditatie: Ons gelijk geworden
„Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden.”
Filippenzen 2:7
Leer die geboren Immanuël altijd de behoorlijke plichten van uw ziel op te dragen. Want, is het voor ons geen oorzaak van verheuging dat Hij ”God met ons” heeft willen worden? Dat Hij, Die in de gestaltenis Gods was, ons, mensen, heeft willen gelijk worden? Dat Hij onze gestalte heeft aangenomen en zo met en onder ons heeft willen verkeren? Wat zijn wij, mensen, daardoor wonderlijk vereerd, wat is onze waardigheid daardoor uitermate verhoogd! Het wordt immers als iets groots geacht, rijken en aanzienlijken in onze familie te hebben. Wat krijgen wij dan een roem in deze hemelse Bloedvriend! David achtte het als iets groots om in het huisgezin van Saul opgenomen te worden, daar hij een veracht man was (1 Samuel 18:23). Is het dan voor ons, arme en verachte mensen, ook niet wat groots, ja, veel groter, dat de Koning van hemel en aarde met ons een bloedverwantschap aangaat en Hij ”God met ons” wordt? Bracht de discipel die de hogepriester bekend was Petrus in de zaal (Johannes 18:15), hoeveel te meer zal Hij, Die onze Bloedvriend Die één met God is, ons kunnen brengen in het huis van Zijn Vader, waarin vele woningen zijn?
Maar vooral hebben wij zo veel redenen om op die Immanuël te vertrouwen omdat Hij de oorzaak is dat God weer met ons is, dat God door Hem met ons verzoend wordt.
_Abraham Hellenbroek,
predikant te Rotterdam
(”De beloofde Messias”, uitgave 1976)_