Na New Orleans en Las Vegas is angst voor extremisme bij militairen weer springlevend in VS
De aanslagen op nieuwjaarsdag hebben in de Verenigde Staten de angst voor extremisme bij (ex-)militairen aangewakkerd. De hoofdverdachten hebben allebei in het leger gediend.
Aankomend president Donald Trump linkt de aanslagen aan de open grenzen. Daardoor komen volgens hem allerlei criminelen het land binnen. Maar feit is en blijft dat beide aanslagplegers geboren zijn in de VS.
Shamsud-Din J., de verdachte van de aanslag in New Orleans waarbij vijftien mensen om het leven kwamen, was Amerikaans staatsburger uit Texas. Hij diende van 2007 tot 2020 in het leger, daarna ging de stafsergeant met pensioen. Er zijn aanwijzingen dat hij sympathie had voor de ideologie van Islamitische Staat. Een vlag van die terreurorganisatie werd in zijn auto gevonden. President Joe Biden zei donderdag dat de verdachte een afstandsbediening in zijn wagen had om explosieven af te laten gaan, die de dader enkele uren voor de aanslag op locaties in het French Quarter van New Orleans had geplaatst.
Christopher Raia, plaatsvervangend adjunct-directeur van de afdeling terrorismebestrijding van de FBI, zei donderdag dat J. minstens vijf video’s heeft gepost waarin de ideologie van IS wordt verspreid.
Verlof
Matthew L., de man die vermoedelijk verantwoordelijk is voor de explosie van een met explosieven volgepropte Tesla Cybertruck bij het Trump Hotel in Las Vegas, was een actieve militair. De sergeant bij speciale troepen was gestationeerd in Duitsland en was de laatste weken met verlof in de Verenigde Staten. Een schotwond die de autoriteiten in zijn hoofd aantroffen, suggereert dat de man vlak voordat het voertuig explodeerde zelfmoord pleegde.
Volgens de FBI zijn er geen aanwijzingen dat hij sympathie had voor een islamitische terreurorganisatie. Zijn daad lijkt te zijn gevoed door een afkeer van Trump, die mede-eigenaar is van het hotel in Las Vegas.
President Biden gaf donderdag de FBI de opdracht om te onderzoeken of tussen beide aanslagen op nieuwjaarsdag een verband bestaat. Christopher Raia van de FBI stelt nu dat er „geen duidelijke link” is tussen de twee incidenten. De FBI sluit inmiddels ook uit dat de verdachte in New Orleans samenwerkte met andere personen, zoals eerder werd gesuggereerd.
Vanwege de twee aanslagen zijn de veiligheidsdiensten in hogere staat van paraatheid. Zo is de bewaking bij de Trump Tower in New York opgevoerd.
Trauma’s
Dat de twee aanslagen door (ex-)militairen zijn gepleegd leidt tot scherpe kritiek op de legerleiding. Het Amerikaanse ministerie van Defensie –Pentagon– zou niet alert genoegd zijn om radicale en onstabiele veteranen en actieve militairen te signaleren en ook te weinig doen om hun extremistische opvattingen te neutraliseren.
Experts vinden het vooral opvallend dat de aanslagpleger in Las Vegas een actieve militair was. „Extremisme komt vooral voor bij veteranen. Na het verlaten van de actieve dienst worstelen zij vaak met trauma’s en andere psychische problemen”, zegt gedragswetenschapper Todd Helmus. De expert op het gebied van gewelddadig extremisme voegt daaraan toe dat het „moeilijker is om een terrorist te zijn” in actieve dienst. „Je hangt dagelijks rond met de jongens in je eenheid. En er is een disciplinaire structuur, dus ik denk dat het waarschijnlijker is dat het wordt opgepikt als je op het punt staat dit soort aanvallen uit te voeren.”
Radicalisering
Het is niet de eerste keer in de recente geschiedenis dat een militair in actieve dienst tot extremistisch geweld in staat blijkt. In 2023 pleegde Robert Card, een reservist van het Amerikaanse leger, een dodelijke massaschietpartij in Lewiston in de staat Maine, waarbij achttien mensen omkwamen. In 2020 doodde de piloot Steven Carrillo twee politieagenten nadat hij antioverheidsopvattingen had geuit.
Bij een van de dodelijkste schietpartijen ooit op een Amerikaanse militaire basis doodde Nidal Hasan, een majoor en psychiater van het leger, dertien mensen en verwondde meer dan dertig anderen. Latere onderzoeken wezen uit dat Hasans collega’s op de hoogte waren van signalen van zijn radicalisering.
Het National Consortium for the Study of Terrorism and Responses to Terrorism (Start) van de universiteit van Maryland ontdekte vorig jaar dat minstens 721 personen met een militaire achtergrond tussen 1990 en april 2024 in de VS criminele handelingen hebben gepleegd met een politiek, economisch, sociaal of religieus motief.
Volgens Start is het aantal personen met een militaire achtergrond dat betrokken is bij extremistische aanslagen gestegen van 11 procent in 2018 naar 18 procent in 2022.
De Start-gegevens laten zien dat wit nationalisme en antioverheidsextremisme in vier van de vijf gevallen het motief is voor geradicaliseerde veteranen en actieve militaire extremisten om een aanslag te plegen. Jihadistisch geïnspireerde ideologieën zijn in iets meer dan 6 procent van de gevallen de aanleiding.