Waterkwaliteit beter, maar Nederland niet op koers voor EU-doelen
De waterkwaliteit is verbeterd, maar Nederland ligt niet op koers om de Europese doelen voor 2027 te halen. „Dit betekent dat er de komende jaren nog een stevige inzet nodig is”, schrijft minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) in een brief aan de Tweede Kamer.
Het gaat om de zogeheten Kaderrichtlijn Water, een Europese regeling die kwaliteitseisen stelt aan water onder en boven de grond. Er mogen bijvoorbeeld niet te veel medicijnresten, algen en stikstof in het water zitten, en er moet juist wel genoeg vis in leven. Pas als water op alle punten voldoet, geldt het als ‘goed’.
In totaal gaat het om meer dan 100.000 normen in meer dan 750 ‘waterlichamen’ - zoals rivieren, beken, zwemplassen of grondwatergebieden - waar Nederland in 2027 aan moet voldoen. Op 80 procent van deze punten scoren de wateren voldoende, maar op 20 procent niet, en dat zorgt ervoor dat geen enkel oppervlaktewater het totaaldoel haalt. Onder de grond voldoen vier van de 23 wateren aan de regels.
Overheden hebben al miljarden geïnvesteerd in schoner water, bijvoorbeeld door de rioolwaterzuivering te verbeteren, schrijft Madlener. Maar zelfs als de minister al het mogelijke doet, is het volgens de onderzoekers niet realistisch om de doelen te halen. Maatregelen die nu nog worden bedacht, zullen grotendeels pas na 2027 effect hebben. Toch raden de onderzoekers het kabinet aan om „alles op alles” te zetten. Als Nederland de doelen niet haalt, moet het tegenover de Europese Commissie een goed verhaal hebben om juridische problemen te voorkomen.
De waterkwaliteit is over het algemeen verbeterd sinds 2009, maar op sommige punten is die verbetering de afgelopen jaren gestopt. De hoeveelheden fosfor en stikstof zijn de afgelopen jaren bijvoorbeeld niet verder gedaald, en in het stroomgebied van de Rijn is op biologisch vlak sinds 2021 geen verbetering meer te zien.