Finma werd eerder al verweten niet op tijd te hebben ingegrepen bij Credit Suisse. Zo vond de toezichthouder tussen 2018 en 2022 al ruim 380 tekortkomingen bij de bank die „actie vereisten”. Daarvan waren er 113 zeer risicovol. Volgens Finma weigerde Credit Suisse echter om opgelegde ingrepen uit te voeren. Ook gaven medewerkers van de bank herhaaldelijk valse informatie. De toezichthouder pleit dan ook voor meer handhavingsmogelijkheden.

De in Zwitserland zelden gebruikte parlementaire onderzoekscommissie stelt nu na een onderzoek van achttien maanden vast geen bewijs te hebben gevonden dat de val van Credit Suisse werd veroorzaakt door wangedrag van de autoriteiten. Volgens de commissie was het langdurige wanbeheer van Credit Suisse de oorzaak van de crisis. „De raad van bestuur en het management van Credit Suisse waren verantwoordelijk voor het verlies van vertrouwen in de bank.”

Credit Suisse behoorde tot de dertig internationale banken die te groot werden geacht om failliet te gaan door hun belang in het wereldwijde bankensysteem. Toen de bank in maart 2023 dreigde om te vallen, doordat klanten hun tegoeden weghaalden uit zorgen over de gezondheid van de bank, grepen de Zwitserse autoriteiten in. De overheid, de centrale bank en Finma dwongen UBS tot een overname van Credit Suisse. In het omvangrijke onderzoeksrapport stelt de commissie vast dat de autoriteiten met hun acties een wereldwijde financiële crisis hebben voorkomen.

De commissie bekritiseerde wel de regels die van toepassing zijn op banken die te groot zijn om te falen, en concludeerde dat de autoriteiten „te veel belang” hadden gehecht aan de eisen van de grote banken. Ook betreurt de commissie de ineffectiviteit van toezichthouder Finma. In de aanbevelingen aan de regering stelt de commissie voor om de regels voor samenwerking tussen de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor financiële stabiliteit in Zwitserland te verduidelijken.