Rechtbank zwakt verdenking tegen Van Lienden en partners niet af
Sywert van Lienden en zijn zakenpartners mogen worden vervolgd voor oplichting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De drie compagnons meenden dat die verdenking geschrapt moest worden, omdat de Staat volgens hen precies wist dat zij winst konden maken met de gewraakte mondkapjesdeal. De rechtbank Rotterdam vindt echter dat daar op dit moment nog niet over geoordeeld kan worden.
In de strafzaak staat Van Lienden terecht met Camille van Gestel en Bernd Damme. Ze worden verdacht van oplichting, verduistering, valsheid in geschrifte en witwassen rond de mondkapjesdeal tijdens de coronacrisis. De mannen wisten daar miljoenen mee te verdienen.
De eerste, voorbereidende zitting in de strafzaak begon donderdag met een debat over de vraag of de mannen mogen worden vervolgd voor oplichting van het ministerie. Ambtenaren wisten dat ze zaken deden met een commerciële organisatie in plaats van een stichting zonder winstoogmerk, betoogden de advocaten. Het Openbaar Ministerie bestreed dat.
De rechtbank besloot dat in dit stadium nog niet kan worden geoordeeld dat er uiteindelijk geen veroordeling kan volgen voor oplichting, in een strafdossier dat meer dan 17.000 pagina’s telt. „Een belangrijke vraag is immers wat dit ministerie en zijn medewerkers wisten bij het sluiten van de mondkapjesovereenkomst en wanneer zij dit wisten”, zei de rechter.