Advocaten bepleiten vrijspraak levenslang gestrafte Naoufal F.
Het gerechtshof moet de door de rechtbank tot levenslang veroordeelde Naoufal F. vrijspreken van betrokkenheid bij de moord op Ali Motamed in Almere, eind 2015. Dat betoogden zijn raadslieden woensdag tijdens de laatste dag van het hoger beroep tegen F. in de extra beveiligde rechtbank op Schiphol.
Maandag eiste het Openbaar Ministerie in de beroepszaak opnieuw levenslang tegen F., die twee moordenaars op Motamed zou hebben afgestuurd. De advocaten van de 44-jarige Amsterdammer betoogden woensdag dat de bewijsvoering van het OM aan elkaar hangt van aannames en veronderstellingen, zoals ook in het eerdere rechtbankvonnis belangrijke „bewijsleemtes zijn gevuld met speculaties”.
Daarnaast vinden zij dat uit het onderzoek duidelijk blijkt dat het onderzoeksteam „niet zozeer bezig was met onderzoeken hoe de moord op Motamed tot stand was gekomen, maar alleen met het zoeken van steun voor de hypothese dat F. de opdrachtgever was”. Aanwijzingen dat anderen waren betrokken, zijn volgens hen genegeerd.
F. heeft alle betrokkenheid ontkend. Het bewijs tegen hem bestaat grotendeels uit ontsleuteld berichtenverkeer vanaf een aan hem gekoppeld e-mailadres en een daarbij behorende beveiligde PGP-telefoon. Maar volgens zijn advocaten is allerminst aangetoond dat het mailadres en het apparaat aan F. zijn toe te wijzen. Bovendien is volgens hen vanaf de betreffende telefoon geen moordopdracht gegeven.
Ook memoreerden zij dat toenmalig minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) de Tweede Kamer in 2019 meedeelde dat inlichtingendiensten AIVD en MIVD „sterke aanwijzingen” hadden dat Iran achter de moord op Motamed zat. „Een mededeling van gewicht”, oordeelden zij, om erop te wijzen dat nergens in het onderzoek een spoor is gevonden van communicatie tussen Iran en het aan F. toegeschreven toestel. „Als de moord door Iran is uitgezet, dan heeft de lange arm van Teheran niet aangeklopt bij de gebruiker van deze telefoon”, aldus de raadslieden.
De uitspraak is op 8 januari.