Deze regering is te ver gegaan, klinkt het in Tbilisi
Vuurwerk, waterkanonnen en traangas. Het gaat er hard aan toe tijdens antiregeringsdemonstraties in de Georgische hoofdstad.
Nikolaz Kapenadze heeft dikke wallen onder zijn ogen. Zijn stem is hees en zijn keel brandt nog van het traangas van de afgelopen nachten. Toch staat de 42-jarige Georgiër om elf uur ‘s avonds weer bij het Georgische parlement in Tbilisi om voor de zoveelste nacht op rij met tienduizenden medestanders te demonstreren tegen de regering. Duikbril voor de ogen, mondkapje voor de mond, woede in het lijf.
„Deze regering moet weg. Ze zijn te ver gegaan. Misschien dat geweld in andere landen effectief is, maar niet in Georgië”, ratelt hij met de strijdbaarheid van een vastberaden idealist.
Om hem heen klinken onafgebroken striemende fluitconcerten en knallen van vuurpijlen die demonstranten op het parlement afschieten waar de oproerpolitie zich tussen de pilaren van het gebouw verschanst. Het is de symfonie van het volksverzet waar Kapenadze en de andere betogers zich sinds donderdagavond al aan opladen. Kapenadze put er hoop en kracht uit. Zijn stellingen verlaat hij pas als de regering aftreedt. Slapen komt later wel. Voor nu leeft hij op adrenaline en wilskracht.
Opschort
„Dit pro-Russische regime moet opzouten. Ze hebben de verkiezingen in oktober gestolen door massale fraude te plegen en willen een autocratie optuigen.” Het is een overtuiging die voor de pro-Europese betogers voor de zoveelste keer werd bevestigd, toen premier Irakli Kobachidze donderdag aankondigde dat de Georgische regering de toetredingsgesprekken met de EU opschort.
Het besluit was het startschot voor de massaprotesten die de afgelopen dagen tot harde confrontaties leidden tussen veiligheidsdiensten en demonstranten, waarbij de politie veel geweld gebruikte. Sinds donderdag arresteerden de autoriteiten 224 betogers, meldde het ministerie van Binnenlandse Zaken dinsdag.
Circa 80 procent van de arrestanten raakte daarbij gewond, meldde de Georgische mensenrechtenorganisatie GLYA maandag. Vlak voor aanvang van de protesten van zondag stelde premier Kobachidze dat hij buitenlandse betrokkenheid vermoedt. „We hebben mogelijk te maken met buitenlandse individuen die gewelddadige groepen organiseren.” Voor die bewering bestaat geen bewijs.
Dansen
De aanwezigen zien de demonstraties evenwel als een kantelpunt voor de Georgische democratie. Zo ook Beqa Mtvralasjvili. De twintiger is onderdeel van de provisorische vuurwerkbrigade voor het parlement. Samen met drie vrienden –gekleed in zwarte regenjassen, bivakmutsen en witte helmen– schiet hij vanuit een buis siervuurwerk op het gebouw af, waarna de oproerpolitie antwoordt met de inzet van waterkanonnen.
„Het is nu of nooit. We moeten voor onze vrijheid vechten, de toekomst van onze generatie veiligstellen. We zijn niet bang en blijven zolang dat nodig is.” Geen wapenknuppel, waterkanon of traangasbom die hem tegenhoudt. Zijn onverzettelijkheid is tekenend voor de stemming onder de betogers.
Voor middernacht is de sfeer strijdbaar en bij vlagen zelfs speels. De demonstranten die zich op de trappen van het parlement wagen, dansen met doorweekte Georgische en Europese vlaggen op hun rug, om de waterstralen heen, die de politie uit het gebouw op hen afvuurt. Boven hun hoofden kleurt de lucht om de haverklap blauw, rood, groen en geel van het vuurwerk dat ontploft.
„Als zij meer geweld gebruiken, dan doen wij dat ook” - Mariam*, demonstrant uit Georgië
Oud en nieuw
„Ze geven de plantjes water”, lacht de 29-jarige Mariam* honend als de zoveelste waterhoos vanuit het parlement een van de plantenbanken voor het gebouw raakt. Op haar rug draagt ze twee vuurwerkbuizen als gekruiste samoeraizwaarden met zich mee. Een derde vuurde ze even daarvoor leeg op de gevel van het parlement. „Oud en nieuw valt vroeg dit jaar en dat bevalt me bijzonder goed”, vervolgt ze onverminderd lachend. Bang voor een escalatie van het geweld is ze niet. „Als zij meer geweld gebruiken, dan doen wij dat ook. Ze zullen ons protest niet kraken.”
Maar om half twee slaat de sfeer om en wordt het grimmiger. Vanaf het nabijgelegen Vrijheidsplein rukt een enorm peloton ME’ers onder begeleiding van een waterkanonvrachtwagen op naar het parlement om het protest uiteen te drijven. Een stem uit een megafoon sommeert de betogers te vertrekken. Kort erna werpen de waterstralen de eerste mensen tegen het asfalt en vult de lucht zich met de chemische, prikkende geur van traangas.
Hoestend en met branderige ogen maken de demonstranten zich uit de voeten om zich verderop te hergroeperen. Onderweg trekken sommigen straatmeubilair uit de grond om provisorische barricades op te werpen. Afvalcontainers, verkeersborden, vuilnis, houten planken, stoeptegels, alles wordt losgetrokken om de oprukkende politie te stoppen.
Op verschillende plekken vliegen de barricades in brand. Vanachter de versperringen blijven demonstranten vuurwerk afschieten, terwijl ze onverminderd leuzen scanderen over „Russische slaven” en „verraders”.
Gasmaskers
Het politieoptreden sterkt de wilskracht en draagt net als de afgelopen dagen alleen maar bij aan de onderlinge solidariteit. Telkens als er een traangasbom ontploft, schieten mensen met gasmaskers hun medestanders tegemoet door ze een zoutoplossing in de ogen te spuiten die ze in flesjes of een tank op hun rug meedragen. Desondanks weigeren ze hun strijd te staken.
„Morgen weer een dag. Deze strijd is nog niet voorbij” - Giorgi Chvitsiasjvili, demonstrant uit Georgië
Ook Giorgi Chvitsiasjvili (19) wil om drie uur ’s nachts nog altijd van geen wijken weten. „Ik blijf tot het bittere einde. Deze politieagenten verraden hun eigen land. Ze dienen enkel hun bazen, een regering die het op haar eigen bevolking heeft gemunt. Wat hebben wij ooit misdaan? We komen enkel op voor onze rechten. Waarom moet dat zo hard worden neergeslagen? Het doet me pijn, maar het sterkt me ook.”
Pas als er een traangasbom pal naast hem ontploft en hij zijn ogen amper nog kan openen, houdt hij het voor gezien. „Morgen weer een dag. Deze strijd is nog niet voorbij.”
* De achternaam van Mariam is bekend bij de hoofdredactie van Trouw.