Ontwikkelingslanden betalen recordbedrag om schulden af te lossen
Ontwikkelingslanden hebben in 2023 een recordbedrag van 1,4 biljoen dollar (ruim 1300 miljard euro) betaald om hun buitenlandse schulden af te lossen, meldt de Wereldbank in het jaarlijkse internationale schuldenrapport. Volgens de ontwikkelingsbank liepen de rentekosten op die schulden daarbij op tot het hoogste niveau in twintig jaar.
De rentebetalingen van de ontwikkelingslanden stegen met bijna een derde tot 406 miljard dollar. Volgens de Wereldbank komen daardoor de budgetten van veel arme landen op gebieden zoals gezondheid, onderwijs en het milieu onder druk te staan.
De financiële druk is het grootst voor de armste en kwetsbaarste landen, die in aanmerking komen voor leningen van de Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA) van de Wereldbank. De IDA leent geld aan de allerarmste landen tegen minder strenge voorwaarden en langere looptijden. Deze landen betaalden in 2023 een recordbedrag van ruim 96 miljard dollar om hun schulden af te lossen. Hoewel de aflossingen van de hoofdsom van de schulden daalden, stegen de rentekosten naar een recordhoogte van bijna 35 miljard dollar. Dat is vier keer zo veel als tien jaar geleden.
Gemiddeld bedragen de rentebetalingen van de armste landen nu bijna 6 procent van hun exportinkomsten. Dat is volgens de Wereldbank het hoogste niveau sinds 1999. Voor sommige arme landen lopen de rentekosten zelfs op tot 38 procent van hun exportinkomsten.
Volgens de Wereldbank hebben buitenlandse particuliere schuldeisers sinds 2022 bijna 13 miljard dollar meer ontvangen aan schuldbetalingen van de armste landen dan ze aan nieuwe financiering hebben uitgekeerd. In dezelfde periode leenden de Wereldbank en andere ontwikkelingsinstellingen in 2022 en 2023 bijna 51 miljard dollar meer uit dan ze aan schuldbetalingen ontvingen. De Wereldbank was goed voor een derde van dat bedrag.
„Multilaterale instellingen zijn de laatste reddingslijn geworden voor arme economieën die moeite hebben om hun schuldbetalingen in evenwicht te brengen met uitgaven aan gezondheidszorg, onderwijs en andere belangrijke prioriteiten”, zegt hoofdeconoom Indermit Gill van de Wereldbank. Volgens hem zijn deze instellingen niet opgezet om die rol te vervullen en is het een teken van een niet goed functionerend financieringssysteem, waarin er geld uit de arme economieën stroomt, terwijl het juist naar die landen toe moet gaan.