Pionierspredikant ds. Wolters: Gesprekken met niet-christenen verrijken je Godsbeeld
De seculariserende maatschappij biedt kansen voor de kerk, concludeert ds. D. (Dick) Wolters in zijn proefschrift. „Het missionaire gesprek vormt de kerk.”
Als pionierspredikant is ds. Wolters verbonden aan de Noorderkerk in Amsterdam, die onderdeel is van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Zijn promotie stelde hij bewust uit, omdat hij eerst het werkveld in wilde. „Ik dacht dat als ik een beetje geland was in de kerk, ik beter in staat zou zijn om een proefschrift te schrijven dat dienstbaar is aan de kerk als geheel”, vertelt hij in zijn kantoor in de Noorderkerk, in de week voorafgaand aan zijn promotie.
Ds. Wolters werkte negen jaar aan zijn promotieonderzoek. Hij verdedigt de resultaten maandag aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). De uitkomst van zijn proefschrift ”De kerk als contrastgemeenschap” is niet een model om de dalende ledenaantallen in de kerk tegen te gaan, maar een oproep om in gesprek te blijven met de wereld buiten de kerk. „Dat verrijkt je beeld van God.”
Wat bedoelt u met de term contrastgemeenschap?
„Die term heb ik ontleend aan de theoloog Stanley Hauerwas. Wat me opviel is dat hij secularisatie niet als een bedreiging voor de kerk ziet, maar als een kans op bekering van de kerk, op terugkeren naar haar kern. Die kern is niet het zijn van een machtsbolwerk, maar van kruis dragen. Die kern verloor de kerk snel toen het aantrekkelijk werd om christen te zijn.
„De kern van de kerk is niet het zijn van een machtsbolwerk, maar van kruis dragen” - Ds. D. Wolters, promovendus
Als het maatschappelijk voordelig is om christen te zijn –wat het tot het begin van de vorige eeuw ook was– hebben mensen andere motieven om christen te worden. Dan gaat het niet meer om de navolging van Jezus, maar zijn mensen christen om er beter van te worden.
Het risico van Hauerwas’ theologie is wel dat de kloof tussen kerk en samenleving er juist groter door kan worden. Als je als kerk te sterk het contrast met de wereld benadrukt, scheid je je er te veel vanaf. Dat kan een nieuwe vorm van comfortabel kerk-zijn opleveren.”
Hoe moet de dialoog tussen kerk en samenleving er dan uitzien?
„Ik vind de houding van Paulus in Handelingen 17 een aansprekend voorbeeld. Paulus is daar dagelijks in gesprek op de markt en in de synagoge. Hij neemt de woorden van zijn traditie uit de synagoge mee de markt op en brengt de gedachten van heidense filosofen en dichters vanaf de markt naar de synagoge. Vanuit die pendelbeweging ontstaat zijn bekende toespraak op de areopagus.”
Hoe geeft u dat zelf vorm in uw werk in de Noorderkerk?
„Als pionierspredikant richt ik me specifiek op de buurt en de stad. Via het organiseren van bijvoorbeeld maaltijden, een Bijbelklas en een daklozenopvang, probeer ik verbinding te leggen met mensen in de wijk. Ook bieden we cursussen, zoals een introductiecursus christelijk geloof, aan.
Tijdens zo’n introductiecursus probeer ik te luisteren naar wat zich van God in de ander openbaart. Ik probeer te vermijden dat het lijkt alsof de cursisten alleen maar vragen en ik alle antwoorden heb.
Als mensen van buitenaf deel gaan nemen aan de kerkdiensten, doen we niet ons best om hen zo snel mogelijk in het gareel te krijgen. Zo is er een vrouw die altijd een zak croissantjes meeneemt naar de kerk en een man die hardop en instemmend meedoet met het gebed. We hopen dat zij in hun ervaringen met God iets binnenbrengen wat ons ook weer op nieuwe sporen kan zetten.”
Hoe zouden kerken op de Biblebelt een contrastgemeenschap kunnen zijn?
„Daar geldt hetzelfde als in Amsterdam. Ik ken geen Biblebeltgemeente waar alleen maar christenen wonen. Iedere christen heeft wel ontmoetingen met niet-christelijke buren of collega’s. Neem die gesprekken mee naar bijvoorbeeld de Bijbelkring in de kerk en denk daar na over hoe je je tot die buren verhoudt.”
„Ik ken geen Biblebeltgemeente waar alleen maar christenen wonen”
Wat heeft de kerk de wereld te bieden?
„De contrastgemeenschap werkt inderdaad twee kanten op. De kerk heeft de wereld bijvoorbeeld eenheid en gebed te bieden. Vlak na de inval van Rusland in Oekraïne organiseerden we in de Noorderkerk met onze buren uit de Jordaan een gebedsdienst. Er waren mensen met een Russische identiteit, Oekraïners en Wit-Russen. We baden samen met al deze nationaliteiten. Zo heeft de kerk een alternatief voor oorlog en terreur.”
Hebt u concrete tips voor kerken die meer een contrastgemeenschap willen zijn?
„Ik vermijd het maken van een model waaraan je als kerk kunt werken. Een van de aanleidingen voor mijn promotieonderwerp was dat ik zag dat de PKN allerlei adviezen gaf over missionair gemeente-zijn. Dat voelde activistisch, alsof het tij van de secularisatie wel te keren is als je als kerk maar de goede dingen doet.
Met mijn onderzoek wil ik in plaats daarvan eerst terug naar de fundamentele vraag van wat het betekent om kerk te zijn. Het zijn van een contrastgemeenschap en het zoeken van de dialoog met de seculiere wereld vloeit daaruit voort.
In het gesprek met de seculiere ander is een ontvankelijke houding van belang. Zie de ander niet als een bekeringsproject, maar als iemand met wie je samen zoekt naar God en waarin je de ander serieus neemt. Wat er dan gaat gebeuren en op welke manier is aan God en Zijn Geest.”