Christelijke partijen en DENK fel tegen controle weekendscholen
Tijdens het debat over de onderwijsbegroting hebben de christelijke partijen en DENK veel kritiek op het kabinetsplan om inspecties bij weekendscholen mogelijk te maken. Doğukan Ergin (DENK) vreest dat PVV-bewindslieden met deze wet in handen op „koranscholenjacht” gaan. Staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs) werpt die suggestie „verre van” zich.
Eerder deze maand heeft de bewindsvrouw een conceptwetsvoorstel gepubliceerd waarover ouders, docenten en andere belanghebbenden hun mening mogen geven. Dit moet het mogelijk maken voor de Inspectie van het Onderwijs om weekendscholen te controleren bij meldingen van mogelijke misstanden. Controles zijn alleen toegestaan bij een ‘redelijk vermoeden’ dat de wet wordt overtreden en nadat een onafhankelijke commissie hierover advies heeft gegeven.
De staatssecretaris is ervan overtuigd dat er bij „99 procent” van de weekendscholen geen problemen zijn. Maar als kinderen daar worden „aangezet tot haat, discriminatie of geweld” wil ze kunnen ingrijpen. Nu zijn haar „handen gebonden” om dat te doen. Daardoor kon volgens Paul bijvoorbeeld niet worden ingegrepen toen media vorig jaar meldden dat de Chinese Communistische Partij via weekendscholen invloed uitoefent op mensen met een Chinese achtergrond.
„Daar waar sprake is van haatzaaien, geweld en noem maar op, moet er ingegrepen worden, maar wel via de juiste instituten”, bracht Don Ceder (ChristenUnie) daartegenin. Hij ziet hierin een rol voor organisaties als het Openbaar Ministerie en de AIVD, maar niet voor de Inspectie van het Onderwijs. Ceder verwijst ook naar een „vernietigende” notitie waarin de inspectie zich uitspreekt tegen de wet. „Niet effectief, niet het juiste orgaan, doe het ons niet aan, we weten niet welk probleem het oplost”, vat het Kamerlid samen. Hij en andere christelijke politici vrezen voor inspecties bij zondagscholen.
In de maatschappij is volgens Chris Stoffer (SGP) „veel onrust” over dit plan, waarmee „alle jonge kinderen van vier tot zeventien onder staatstoezicht” worden gesteld. Hij en ook Ceder willen van Paul weten of ze haar voorstel bij veel negatieve reacties wil intrekken. Dat ziet de staatssecretaris niet gebeuren: als ze niet overtuigd was van de noodzaak, had ze het niet ingediend. Tot aanpassingen is ze wel bereid.
Harmen Krul (CDA) zegt alvast het kabinet „op geen enkele manier” te helpen als meer mensen of middelen nodig blijken om de wet uit te voeren.