Student met ondersteuningsbehoefte financieel vaak slechter af
De financiële druk op studenten met een ‘ondersteuningsbehoefte’ (door bijvoorbeeld een beperking) neemt toe, schrijft het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO) op basis van onderzoek in verschillende bronnen. Bijna 40 procent ervaart inmiddels financiële moeilijkheden, een volgens de organisatie „zorgwekkend contrast” met de 15,9 procent van studenten zonder beperking.
Het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO) presenteert donderdag de nieuwste editie van de Staat van Inclusief Onderwijs 2024, over de toegankelijkheid van hogescholen en universiteiten voor studenten met een ondersteuningsbehoefte. De extra financiële problemen komen mogelijk doordat mensen met een ondersteuningsbehoefte niet naast de studie kunnen werken, doordat ze misschien meer zorgkosten hebben en doordat ze meer kans hebben op vertraging van hun studie.
Volgens onderzoeker Lotte Scheeren van ECIO willen de instellingen wel hun best doen voor mensen met een beperking of een andere ondersteuningsbehoefte: „Hoewel er in 2024 positieve ontwikkelingen zijn, zoals een toenemend bewustzijn en betere vindbaarheid van het ondersteuningsaanbod, blijven hogescholen en universiteiten worstelen met de vertaalslag van bewustwording naar de praktijk.”
Die situatie moet worden aangepakt, vindt ECIO. Sinds de ratificatie van het VN-verdrag Handicap in 2016 zijn hogescholen en universiteiten verplicht inclusief onderwijs te bieden.
Stagediscriminatie is ook een punt van zorg: 5 à 6 procent van de studenten met een beperking meldt problemen zoals te lastige stage-eisen, onvoldoende begeleiding en zelfs uitsluiting. Verder zijn afgestudeerden met een ondersteuningsbehoefte twee keer zo vaak werkloos na hun studie (25 procent tegenover 13 procent van de studenten zonder ondersteuningsbehoefte).