Topambtenaren uiten intern zorgen over verruwing en polarisatie
De hoogste ambtenaren op zeker drie ministeries hebben in een brief aan hun medewerkers zorgen geuit over de verruwing en polarisatie in het politieke en maatschappelijke debat. Zij noemen racisme en discriminatie onaanvaardbaar en roepen ambtenaren die daar op het werk mee te maken krijgen op daar niet over te zwijgen. De berichten, waarover NRC als eerste schreef, zijn ook in handen van het ANP.
Vooral op het ministerie van Financiën hebben de gebeurtenissen van de afgelopen weken veel indruk gemaakt. In korte tijd vertrokken daar twee bewindspersonen, de staatssecretarissen Folkert Idsinga (Fiscaliteit en Belastingdienst) en Nora Achahbar (Toeslagen en Douane). „Het gesternte waaronder dit gebeurde vind ik zorgwekkend”, schrijft secretaris-generaal Bas van den Dungen.
De topambtenaar vond het „extra precair” dat minister Eelco Heinen in verband werd gebracht met kwetsende uitspraken die de in Marokko geboren Achahbar mede tot het besluit zouden hebben gebracht af te treden. Hij is blij dat Heinen daar ferm afstand van heeft genomen, en dat ook Achahbar heeft laten weten dat dit niet klopte.
Van den Dungen vindt het desondanks nodig te benadrukken dat bij Financiën geen plaats is voor welke vorm van discriminatie dan ook. „Het maakt mij niet uit waar je wieg heeft gestaan: ik ben blij dat je er bent”, schrijft hij aan zijn ambtenaren. „Jullie zijn me allemaal even dierbaar.”
Secretaris-generaal Sandor Gaastra van het ministerie van Economische Zaken spreekt in zijn brief de vrees uit dat de polarisatie in de samenleving „ook naar binnen slaat in de ministeries”. Hij benadrukt dat racisme en discriminatie verboden zijn. „Ze ondermijnen de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid van de overheid, de samenwerking binnen onze organisatie, het open gesprek en een veilige werkomgeving.”
Zijn collega Marieke van Wallenburg bij Sociale Zaken merkt ook dat de nasleep van de rellen in Amsterdam na de wedstrijd Ajax - Maccabi Tel Aviv voor onrust zorgt op haar departement. „Dit raakt ons omdat wij een organisatie willen zijn waar iedereen zich gezien, gehoord en thuis voelt”, schrijft zij. „Blijf met elkaar in gesprek en kijk naar elkaar om”, drukt zij haar ambtenaren op het hart.