Demonstranten hebben donderdagochtend op de klimaattop een meterslange bon uitgerold, met daarop de klimaatkosten die rijke landen aan arme landen moeten betalen. De demonstranten van ngo’s berekenden dat ontwikkelingslanden zeker 5 biljoen per jaar moeten krijgen.
„Biljoenen, geen miljarden”, scandeerden de tientallen demonstranten naar de arriverende deelnemers aan de klimaattop in Bakoe. Dinsdag en woensdag waren er geen demonstraties toegestaan op de COP, omdat nationale leiders die dagen toespraken hielden.
Op deze COP is het zogeheten klimaatfinancieringsdoel een van de belangrijkste onderhandelingsonderwerpen. Nu is afgesproken dat rijke landen 100 miljard dollar per jaar aan arme landen geven voor verduurzaming en om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Ontwikkelingslanden en natuurorganisaties zien dat bedrag graag stijgen naar minstens 1 biljoen (1000 miljard) dollar.
De onderhandelingen over het financieringsdoel gaan deels over waaruit het bedrag precies is opgebouwd. Ontwikkelingslanden willen dat het bedrag een subsidie wordt van rijke landen, aangezien deze landen historisch verantwoordelijk zijn voor de meeste uitstoot. Het huidige bedrag van 100 miljard bestaat echter ook voor een groot deel uit leningen.
Volgens Teresa Anderson van waarnemer ActionAid, willen rijke landen het nieuwe financieringsdoel laten bestaan uit een mix van subsidies, leningen, bedrijfsinvesteringen en andere vormen van financiering. Daarmee willen de ontwikkelde landen voorkomen dat ze daadwerkelijk meer subsidies moeten geven, aldus Anderson. ActionAid en andere ngo’s zijn bang dat andere financieringsvormen dan subsidies, arme landen vatbaar maken voor meer uitbuiting door het bedrijfsleven.